Spaanse ambities blijken lucratief

door René ter Riet

Plezier in het leven. Als er iets van het gezicht van Parcifal van Overbeek uit Waalre straalt is dat het wel. Koud vier weken aan de TUE en nu al mag hij een studiebeurs van vijfduizend gulden in ontvangst nemen. Het gaat hier om de Dijkstra- en De Bruijn-beurzen van de TUE, welke genoemd zijn naar vooraanstaande hoogleraren aan onze faculteit Wiskunde en Informatica. Net als de andere beurswinnaars, Mark van den Broek, Petra Heck en Erik Postma, heeft hij zich, naast het behalen van zeer hoge cijfers voor het VWO-examen, ook op niet-technisch gebied weten te ontplooien.

Met zichtbaar enthousiasme begint Parcifal van Overbeek, eerstejaars wiskundestudent, te vertellen: ‘Om voor deze beurs in aanmerking te komen, was het vereist dat je, naast hoge punten voor de eindexamenvakken, ook op verschillende andere gebieden actief was geweest. Voor onze schoolonderzoeken bijvoorbeeld kregen we een lijstje met experimenten waaruit we konden kiezen. Aangezien ik geen zin had een proef van het lijstje te kiezen, heb ik er zelf een verzonnen. Met behulp van een refractometer -ik wist van het bestaan daarvan nog niet eens af- hebben we zo het suikergehalte bepaald van Seven-up en Seven-up light.’

Inca-cultuur
Maar dit is vast niet het enige wat hem van andere scholieren onderscheidt? Van Overbeek: ‘Dat klopt, ik heb vorig jaar namelijk ook meegedaan met een grote internationale reis door Zuid-Amerika. Bij ons op de middelbare school, ik heb op het Sint Joriscollege hier in Eindhoven gezeten, kun je ook Spaans doen. Dit leek mij een leuke, nieuwe uitdaging en het bleek ook zeer goed te gaan. Zo goed dat het Sint Joris mij vorig jaar als kandidaat voordroeg om mee te doen aan een wedstrijd die was uitgeschreven door de Spaanse ambassade in Nederland. Alle Nederlandse deelnemers moesten -uiteraard in het Spaans- een brief schrijven en een gesprek voeren. Ik kwam als winnaar uit de bus.’
‘Met een grote groep van vierhonderd mensen hebben we vervolgens een reis gemaakt. Die begon met een trektocht van een week door Spanje en werd voortgezet in Zuid-Amerika. De helft van de groep bestond uit ‘echte’ Spanjolen en de rest uit mensen zoals ik: afgevaardigden uit verschillende landen. In totaal waren er veertig landen vertegenwoordigd. Het doel van deze reis met de naam ‘Ruta Quetzal’ was het bestuderen van de oude Inca-cultuur. Een leuk detail is dat ik de hand heb mogen schudden van de vice-president van Ecuador. Natuurlijk was er ook veel tijd vrijgemaakt voor museumbezoek en tochten door het landschap. In kleinere groepen verdeeld trokken we zo zeven weken met rugzak en tent door het land. In Peru hebben we onder andere een oude ruïne in Cuzco bezocht. Grotere afstanden werden met flinke dubbeldeksbussen afgelegd. Het eten? Nee, dat was niet zo best: het waren alleen maar allerlei combinaties van rijst met kip.’

Handtekeningen
De eerstejaars is zeer onder de indruk geraakt van deze reis en vertelt: ‘Het is zo’n machtige ervaring. In Zuid-Amerika zijn veel arme landen. Als onze grote karavaan dan door een dorpje trok, liepen alle inwoners de straat op. Soms mochten we dan tien minuten de bus uit om handtekeningen uit te delen. Je moet echt oppassen niet verwaand te worden. Jammergenoeg waren er niet echt veel mogelijkheden om met de plaatselijke bevolking te praten. Wel hebben we nog opgravingen gezien, en buiten het algemene thema van de reis heb ik me ook nog beziggehouden met een rekenkundig stelsel uit Peru.’
Heeft hij nog veel contact met de groep? Van Overbeeke: ‘Nou, er is een tijd geweest dat ik zelfs elke dag brieven zat te schrijven. Met kerst ben ik nog een keer naar een reünie in Spanje geweest. Ook deze zomer stond natuurlijk Spanje weer op het programma. Ik had van tevoren even gebeld wie er allemaal thuis waren en waar ik terecht kon.’
Laat hij het Spaans nu helemaal schieten, nu hij met wiskunde is begonnen? ‘Ik heb in Tilburg geïnformeerd of ik die studie ernaast kan doen. Dat is me van alle kanten afgeraden. Ik hoop toch dat ik er volgend jaar tijd voor heb, het blijft in ieder geval wel een hobby van me.’ Wat gaat hij met zijn beurs doen? Die vraag had Van Overbeek natuurlijk wel verwacht. ‘Eigenlijk heb ik wel een nieuwe computer nodig, maar waarschijnlijk gaat ook een deel naar een volgende Spaanse vakantie.’