Voorlopig geen 36-urige werkweek voor TUE’ers

van De Redactie
Begin juli kwamen onderhandelaars van de bonden en minister Ritzen toch nog tot een akkoord over de collectieve arbeidsvoorwaarden voor de jaren ’96, ’97 en ’98 in de sector onderwijs. Er werden afspraken gemaakt over een algemene salarisverhoging, salarismaatregelen voor jonge leraren en laagstbetaalden en over verkorting van de algemene arbeidsduur in relatie tot seniorenbeleid.
Ten aanzien van dit laatste punt kwam minister Ritzen met de bonden overeen dat per 1 augustus 1998 de algemene arbeidsduur in het gehele onderwijs met 3 procent verminderd zou worden. De normjaartaak, die berekend is op life-time-basis als algemene norm voor de gemiddelde arbeidsduur in de sector onderwijs, zal per die datum teruggebracht worden van 1710 uur naar 1659 uur. Bovendien zal er gemiddeld over de hele sector 80 procent van de hierdoor vrijvallende formatie worden herbezet. Meer arbeidsplaatsen dus. Het herbezettingspercentage verschilt wel per subsector. Voor het HBO en WO komt er een budget om seniorenbeleid, arbeids-duurvarianten en daaraan gekoppelde herbezetting vorm te geven. Voor de universiteiten betekent dit weer overleggen en overeenstemming bereiken tussen de bonden en de VSNU. Er is vooralsnog dus zeker geen sprake van een invoering van een 36-urige werkweek.
De betrokken bonden hebben de afgelopen maand hun leden geraadpleegd, om te kunnen besluiten of dit akkoord acceptabel is. De reactie was over het algemeen berustend, zeker niet juichend. Kritiek was er vooral op de verdere verkorting van de algemene arbeidsduur ten koste van de salarisverbetering. Minister Ritzen heeft al laten weten niet opnieuw te willen onderhandelen.