Universiteiten ontdekken tegenvallers in begroting

door Hanne Obbink HOP
Minister Ritzen gaat iets doen aan de extra kosten voor wachtgelden waarmee een nieuwe wet de universiteiten opzadelt. Daarmee is de groeiende onvrede van de universiteiten over de onderwijsbegroting echter niet weggenomen. Ritzen kondigde in zijn be- groting ‘andere tijden’ aan: hij voorzag financiële rust voor de universiteiten. Ambtenaren aan verschillende universiteiten hebben de begroting inmiddels volledig uitgekamd en zijn op een aantal tegenvallers gestuit die de aanvankelijke voorzichtige tevredenheid heeft doen omslaan in ergernis.
Eén van de teleurstellingen van de universiteiten betrof het feit dat de begrotingsstukken niet repten over extra uitgaven voor wachtgelden. Een nieuwe wet die sinds 1 augustus van kracht is, scherpt de eisen om voor wachtgeld in aanmerking te komen aan. Maar tegelijk verlengt de wet de periode dat iemand recht heeft op een vervolg-uitkering. Dat ook mensen die op 1 augustus al op wachtgeld zaten recht hebben op zo’n verlengde uitkering, was een tegenvaller voor de universiteiten. Volgens een berekening van hun vereniging, de VSNU, zou dat hun tot het jaar 2000 60 miljoen gulden kosten. De universiteiten hoopten dat de be-groting hun op dit punt tegemoet zou komen. Dat bleek niet het geval.
Nu blijkt echter dat Ritzen de universiteiten op een andere manier te hulp wil schieten. Door een reparatiewetje (in de vorm van een algemene maatregel van bestuur) wil hij de regeling bijstellen, zodat voortaan alleen nieuwe wachtgelders een verlengde uitkering kunnen krijgen. Dat de regeling sinds 1 augustus ook op ouderen sloeg, was nooit de bedoeling geweest. Overigens bestrijdt het ministerie dat de schade voor de universiteiten ooit 60 miljoen gulden zou kunnen belopen; volgens een woordvoerder gaat het om niet meer dan 35 miljoen voor het hele onderwijs. Genoeg, desondanks, om reparatie noodzakelijk te maken.
De universiteiten zijn echter over veel meer zaken ontevreden. Zo steekt het hen dat er te weinig geld is uitgetrokken voor investeringen in huisvesting. Volgens be-rekeningen van de VSNU is daar een bedrag van zeker 300 miljoen gulden voor nodig. Het ministerie in de vorige kabinetsperiode heeft gezegd dat 260 miljoen genoeg is. In de begroting is nu, als gevolg van bezuinigingen door het paarse kabinet, een bedrag van slechts 180 miljoen gulden opgenomen.
Net zo geërgerd zijn de univer-siteiten over de verminderde opbrengsten van collegegelden. Met de hogere collegegelden kunnen de universiteiten volgens Ritzen eerdere bezuinigingen compenseren. Maar de schatting die hij vorig jaar maakte van het aantal studenten, bleek veel te hoog. Het gevolg is dat de universiteiten nu minder collegegeldopbrengst in vooruitzicht gesteld krijgen dan vorig jaar. Op termijn loopt het verschil op tot 120 miljoen gulden per jaar.
Ook wordt er in de begroting slechts een half procent prijscom-pensatie doorberekend, terwijl volgens de VSNU 1,25 tot twee procent redelijk zou zijn. Dat scheelt zeven tot vijftien miljoen gulden. Vorig jaar hebben de universiteiten volgens Ritzen echter te veel prijscompensatie ontvangen. Dat brengt hij nu in mindering, zoals dat overigens ook bij alle andere departementen gebeurt. Maar de universiteiten onthalen deze maatregel op hoon; de minister heeft de prijscompensatie immers jarenlang geheel achterwege gelaten, omdat hij er geen geld voor had.