Schuimbekken
De deur zwaaide open en Bart en de Slak keken tegelijkertijd om. ‘Nee, weer niet’, zei Bart. ‘Ik denk niet dat ze nog komen. Ze zijn nu al twee weken niet op komen dagen.’ De Slak nam nog een slok van zijn pilsje. ‘Het is allemaal de schuld van die Tanja. Sinds die bij Sander en Kees in huis is komen wonen, zie je ze gewoon niet meer. Zelfs op donderdag komen ze niet meer naar de Schuimkraag.’ De Snor keek eens op zijn horloge en liep naar beneden. ‘Inderdaad’, zei Bart, ‘eerst vond ik het wel gaaf dat dat huis van hen eindelijk een beetje gezelliger begon te worden, maar nu is het zo gezellig dat ze niet eens meer naar de kroeg komen.’ De Snor kwam weer terug naar boven en zette de tapkraan open. Hij tapte zes glazen bier, de zevende was lichtgeel en in het achtste glas kwam alleen nog maar water. Zonder wat te zeggen werden de zes biertjes bij de twee stamgasten neergezet. ‘Okee Bart, we hebben nog vijf minuten voor deze pilsjes voordat Hazes komt.’ Bart pakte zijn halfvolle glas en verdeelde het bier over de drie glazen die voor zijn neus stonden. ‘Het is tijd, de hoogste tijd...’, klonk na precies vijf minuten uit de luidsprekers. Bart had één glas leeg gekregen. De Slak had er vier weggewerkt. ‘Zullen we dan nog maar even in de AOR gaan kijken?’, vroeg de Slak. ‘Da’s goed joh’, zei Bart. ‘Hé Snor, je wordt bedankt voor weer een avond gezelligheid!’ Nadat ze hun collegekaarten hadden laten zien, liep het tweetal naar de bovenbar. Het was goed druk. Boven de mensen die op de dansvloer bezig waren, hing een stoomlaag van verdampt zweet. In het midden van de dansende menigte was een open plek. Daar stond Sander te freaken op een nummer van The Cure. Zijn ogen waren weggedraaid en hij besproeide de omstanders met zweetdruppels die van zijn lange haren afvlogen terwijl hij zijn hoofd wild heen en weer sloeg. Met zijn armen deed hij een windmolen na. Iedereen hield een veilige afstand aan. Bart trok zijn colbertje uit en ging meedansen. De Slak ging bier bestellen. Het tweetal op de dansvloer kreeg veel bekijks. Het zag er dan ook niet uit. Een yup die houterige discodanspasjes deed en een alto die stond te headbangen. Toen de Slak met vier Hoegaarden kwam aanzetten vroeg hij aan Sander: ‘Hé, waar is Kees eigenlijk?’ Sander had moeite om zijn ogen te focussen op de Slak. ‘Oh, die staat verderop met Tanja. Ze hebben namelijk ruzie gehad en dat zijn ze nu aan het uitpraten. Iets met een pot verf die Kees vorige week over zich heen heeft gekregen, maar da’s een heel verhaal.’
De Slak ging met zijn Hoegaarden en die van Kees op weg door de mensenmassa richting schuifbar. Terwijl hij langs de hoofdbar kwam, bedacht hij dat het wel heel onbeschoft zou zijn als hij voor Tanja niks zou meenemen, dus bestelde hij er nog een derde bij. Met drie volle glazen tussen de studenten manoeuvrerend bereikte hij zo het andere einde van de AOR. In een hoekje zag hij Kees staan. Er lag een vrouwenhand op zijn rug en de tweede rustte op zijn billen. Kees was in een lange, hete tongzoen verwikkeld met Tanja. ‘Da’s nou zonde’, dacht de Slak en hij dronk snel alle drie de glazen leeg.

Schuimbekken is een wekelijks terugkerend feuilleton over een groep studenten, die als vaste uitvalsbasis voor hun activiteiten het café De Schuimkraag hebben.