De TUE moet weer een hart krijgen

door Jan Ummels

De taak van een hoogleraar is aanzienlijk veranderd. Vroeger was deze puur wetenschappelijk gericht, met slechts een licht en eenvoudig managementaccent. In de huidige tijd omvat de functie een zware wetenschappelijke- èn een zware managementtaak. Een ingrijpende verandering. Dat zegt prof.dr. Martin de Voigt van de vakgroep Deeltjesfysica van de faculteit Natuurkunde. Ze zijn volgens hem ook niet gewend aan het sociaal aansturen van groepen mensen. Dat is een verwaarloosd gebied. Bovendien moet er nu meer dan vroeger over de vakgrenzen heen worden gekeken.

Prof. Martin de Voigt is bijzonder enthousiast over de leergang Management voor Wetenschappers. Hetzelfde geldt voor prof. Piet Schellekens van de vakgroep Productietechnologie en Automatisering (Werktuigbouwkunde) en prof.dr. Jan Karel Lenstra van de vakgroep Wiskunde, sectie Besliskunde en Stochastiek. Zij hebben de leergang al gevolgd. ‘We hebben er beslist veel aan gehad’, zeg-gen ze alledrie in koor. Volgens De Voigt is het eerste aspect, de wetenschappelijke taak, ruimschoots voorzien van scholing. Bij het tweede aspect, de bestuurlijke taak, is dat uitsluitend op basis van eigen ervaring. Met deze nuancering dat er wel een zekere praktijkscholing is, waarbij echter vaak de verkeerde patronen aangeleerd zijn. ‘Het gaat om de manier van het menselijk functioneren achter de mens, hoe zit hij in elkaar en hoe kan ik de leefomgeving optimaliseren. De leergang heeft zeker bijgedragen om hier meer inzicht in te verkrijgen. Dat is voor mij het enthousiasme en de fascinatie van de cursus geworden. De menselijke aspecten zijn geaccentueerd. Dat was voor mij de verrassing’, verklaart De Voigt, die ook te spreken was over de fantastische begeleiding tijdens de cursus. Voor hem was de leergang geen confrontatie met allerlei managementtechnieken. Zegt: ‘Voor mij hield het in: hoe gaat de TUE weer functioneren als een samenspel van mensen.’ En met nadruk: ‘Er moet weer meer menselijkheid komen. De TUE moet weer een hart krijgen.’

Leerzaam
‘Een heel nuttige cursus, zeer leer-zaam’, geeft ook prof. Piet Schellekens te kennen. Volgens hem worden een heleboel zaken van het management-verande-ringsproces nog eens toegelicht, die je misschien wel weet, maar soms ook weer niet. Schellekens geeft aan dat de leergang voor hem misschien iets aan de late kant kwam. Hij doelt hierbij onder meer op achterliggende reorganisaties bij Werktuigbouwkunde. ‘Bij Werktuigbouwkunde hebben wij hier veel mee te maken gehad. Je herkent nu veel situaties waarmee je leert werken. Was er een dergelijke cursus eerder geweest, dan hadden we hier ook veel profijt van gehad. Iedereen van onze groep was er dan ook van overtuigd dat het een goede cursus was’, bevestigt hij.
Uit het enthousiasme van Schelle-kens blijkt ook al weer dat de deelnemers aan de leergang elkaar op voorhand niet tot het uiterste hebben moeten verdragen. Dat liep vrij vlot. ‘Voor mij was het ook heel belangrijk dat ik andere mensen, wetenschappers van andere faculteiten, ontmoette en daar een aantal dagen mee optrok. Die tref je anders zelden of nooit. Het is interessant om te weten hoe de structuur van een andere faculteit in elkaar zit en hoe de mensen daar zijn. Dat vind ik een van de leuke dingen van de leergang.’ Schellekens vindt het belangrijk dat het geleerde ook blijft hangen. Het moet niet verwateren. ‘Onze groep heeft dan ook de suggestie gedaan om een centrum op de TUE in te richten waar de wetenschappelijke staf en bestuurders elkaar kunnen treffen. CvB-lid Joris van Bergen heeft toegezegd dat dit positief wordt ontvangen.’

Tolerantiecultuur
Prof. Jan Karel Lenstra vindt dat de leergang vooral helpt om een netwerk op te zetten. ‘Na zo’n intensieve cursus ken je elkaar redelijk goed. De jonge toekomstige bestuurders, de volgende generatie, moet elkaar leren kennen en met elkaar leren omgaan. Het enthousiasmerend effect van de leergang is hierbij heel belangrijk geweest’, geeft hij aan. Volgens Lenstra moet je na de leergang niet denken dat je nu kunt besturen. Daar moet je in oefenen. In de cursus is hiervoor het gereedschap aangeleverd.
Toch vindt ook de vice-decaan van de faculteit Wiskunde en Informatica dat hij wat aan de cursus heeft gehad. Zegt: ‘Wetenschap-pers zijn niet opgeleid als bestuurders en in die zin is het belangrijk dat de leergang er is.’ Overigens is hij van mening dat de TUE een nieuwe manier van besturen hard nodig heeft. ‘Op de TUE heerst al te lang een tolerantiecultuur. Door alle veranderingen die er nu plaatsvinden, merk je dat er nu een verantwoordelijkheidscultuur voor in de plaats komt èn moet komen.’