Kleinere bedrijven zorgen voor groei onderzoeksuitgaven

door Frank Steenkamp HOP
Nog op Prinsjesdag presenteerde minister Ritzen deprimerende cijfers over de Nederlandse onderzoeksuitgaven. Ze daalden al jaren, en het eind van die daling was nog niet in zicht. Ons land raakte wat ‘kennisintensiteit’ achterop bij een reeks Europese landen. Stagnerende bestedingen van bedrijven waren de hoofdoorzaak. Deze week komt het Centraal Bureau voor de Statistiek in een rapport echter met een heel ander geluid. Volgens nieuwe cijfers zijn de bestedingen aan onderzoek in 1994 voor het eerst weer gestegen, van 2,00 naar 2,04 procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Nederland zou internationaal geen slecht figuur slaan. De groei van kennisinvesteringen is volgens het CBS-rapport Kennis en economie 1996 te danken aan het bedrijfsleven. En dan gaat het niet om de grote industriële ondernemingen, die eerder verantwoordelijk waren voor het inzakken van de research. Die zijn nog altijd goed voor tweederde van alle bedrijfsuitgaven voor onderzoek, maar in guldens gerekend daalt hun inspanning nog steeds. De opleving die het CBS signaleert, komt op het conto van bedrijven met minder dan 1000 werknemers, en dan vooral in de sector ‘transport, communicatie en zakelijke dienstverlening’.
Er zit wel een addertje onder het gras van de imposante cijfers. Zo zijn volgens het CBS bij de laatstgenoemde groep bedrijven de uitgaven aan research in één jaar zelfs bijna verviervoudigd, van 177 tot 664 miljoen gulden. De verklaring? ‘Wij hebben in 1994 gerichter naar researchbedrijven gezocht’, erkent de betrokken onderzoeker. Maar al flatteert die betere detectie de cijfers, volgens het CBS zit er ook werkelijk forse groei in het onderzoek door high-tech-bedrijven. Het gaat dan om ingenieurs- en architectenbureaus, automatiseringsbedrijven en allerlei adviesbureaus. Een op de zeven personeelsleden van die bedrijfjes doet onderzoek. Een op de negen bedrijven heeft volgens het CBS nu al problemen om aan de benodigde onderzoekers te komen. Vastgesteld wordt dat dit probleem nog kan toenemen, gezien het lage percentage bèta- en techniekstudenten.