Weekendje Big Apple II

Na een kort nachtje slaap in een onwelriekend bed -de lakens waren wel schoon, maar het kussen en dunne matras meurden naar jarenlange absorptie van zweet en kwijl- tijd voor het ontbijt. Samen met enkele andere gasten, voornamelijk Duitsers, het ontbijt genuttigd bestaande uit melk, wittebrood (smakeloos), jam en suiker. Na achttien witte toast met suiker, om nog enigszins gevuld te raken, werkte ik er voor de zekerheid nog vier bij voor mijn tocht naar het zuiden van Manhattan. De enorme Twin Towers helemaal in het zuidpunt waren mijn uiteindelijke doel.
Hoe zuidelijker je komt, hoe groener het wordt. Richting Little Italy, waar de Italiaanse families -en mafia- zich verzameld hebben tijdens de immigratiegolf aan het begin van deze eeuw. Helaas geen enkel capo met lijfwachten gezien. Wel veel oude huizen met tonnen verroest ijzer aan de buitenzijde. De bekende brandtrappen die in bijna elke Amerikaanse film wel een rol spelen. De abrupte overgang van Little Italy naar Chinatown zag je niet alleen, je rook het vooral. Een allesoverheersende vislucht! Overal kraampjes en winkels voorzien van uithangborden met Chinese karakters, met daarvoor bakken dampende vis in de brandende zon. Chinatown eindigde net zo abrupt als het begon (hoera, frisse lucht!). De skyline van New York lonkte. Ten zuiden van Chinatown schieten de gebouwen opeens de lucht in. Nog even wachten, eerst de befaamde Brooklyn bridge op. De ontwerper van deze brug, gebouwd in 1883, stierf nog voor de bouw startte. Zijn zoon die de fakkel overnam, kreeg een ongeluk tijdens de bouw waardoor hij invalide werd. Met de hulp van zijn vrouw lukte de realisatie van dit technische hoogstandje met de enorme overspanning en kabelophanging alsnog. Tienduizenden auto’s rijden er dagelijks aan beide zijden overheen in drie banen, met in het midden een hoger gelegen fiets/voetpad. Aanstaande zondag, 3 november, zullen er weer zo’n 22.000 marathonlopers overheen denderen.
In het Financial District bereikt geen sprankje zonlicht de grond. Prachtige wolkenkrabbers worden onderbroken door een kerkhof en de pittoreske Trinity Church uit de 17e eeuw. Ooit het hoogste gebouw, nu volledig ingesloten door de betonnen mastodonten. Vanaf de zuidpunt van het eiland kan ik het veer nemen naar Staten Island en Liberty Island. Vier zwarte acrobaten met gespierde lijven vermaken de rij wachtenden met halsbrekende toeren. Het publiek vulde grif de rondgaande pet, terwijl de boys ondertussen in koor riepen: Don’t do drugs, it’ll destroy your mind. Het klapstuk van de dag vormde het doorzoeven van één van de Twin Towers naar de 110e verdieping. Voor slechts acht dollar genoot je van een spectaculair uitzicht op Manhattan en de omliggende boroughs.
Na een prettige training in Central Park, waar ik me al snel een topatleet voelde tussen alle trage joggers, nam ik bezweet de subway.
Uitgaan kan in de Big Apple op veel manieren. De topclubs kostten zo’n twintig dollar om binnen te komen. Bovendien moet je gekleed zijn volgens de normen van de club. Dragqueens, gay en straight, alles loopt en swingt door elkaar. Het heeft wel iets van de Danssalon. ‘s Nachts naar huis lopen is ook een avontuur. Het advies is om zwervers te negeren en oogcontact te vermijden. Alert liep ik terug over de redelijk verlichte avenues. Toch verraste mij een stem, die achter me mompelde: ‘Hé man, wanna smoke, dope, weed, crack, heroin or pussy?’ Shit!, negeren en niet omkijken. Hij verdween weer net zo snel als hij was gekomen.
Zondag leek een geschikte dag om naar Harlem te gaan en misschien zelfs een worship bij te wonen, zo’n vrolijke dienst met veel zang en dans. Met de subway naar het noorden. Op het station Washington Heights sloeg me een verschaalde pislucht in het gezicht. Afval lag in grote hopen op straat en graffiti waar je ook keek. De blikken van de bewoners waren vijandig en alles was er even smerig. Na een kilometer nam ik de bus en ik geef toe dat ik opgelucht was dat ik vanachter de veilige busraampjes de rest van Harlem kon bekijken.