Aannemer, bouwvakker en milieu gediend met oud principe

door Désiree Meijers

Het principe is niet nieuw. De kratten bij de groenteveiling, het grootwinkelbedrijf, maar ook de statiegeldkratten in supermarkten zijn voorbeelden van verpakkingen die vaker te gebruiken zijn. In de bouw is dit principe echter nooit toegepast. Ir. Frans van Gassel, onderzoeker bij het Universitair Centrum voor Bouwproduktie (UCB) van de faculteit Bouwkunde, bedacht een productongebonden retoursysteem voor verpakkingen van bouwmaterialen. Hiermee worden twee doelen gediend. Er is minder verpakkingsmateriaal nodig en de rommel op de bouwplaats vermindert. Maar ook de logistiek vindt veel baat bij zijn systeem, omdat een verdeelcentrum op de bouwplaats zelf niet meer nodig is.

In eerste instantie bedacht Van Gassel het verpakkingssysteem met het oog op het milieu. De Novem (Nederlandse Onderneming voor Energie & Milieu) honoreerde zijn idee met een subsidie voor een haalbaarheidsonderzoek. De bouwwereld heeft inmiddels enthousiast gereageerd op de multi-inzetbare krat van Van Gassel. Want tot nu toe waren alleen de bokken voor grote glasplaten en de mortelsilo’s op de bouwplaats te vinden. De retourkrat van Van Gassel is bedoeld voor de afbouwfase, waarin tegels, sanitair en dergelijke worden aangevoerd.

Logistiek
‘Op dit moment is het vaak zo dat er een doos met kranen wordt geleverd, die vervolgens op de bouwplaats verdeeld moeten worden over de verschillende woningen. Nu kan er bij de bouwmaterialenhandel een complete krat worden samengesteld voor één woning. Dit vereenvoudigt de logistiek aanzienlijk’, aldus Van Gassel. De kunststof kratten met deksel hebben een afmeting van 60x40x40 centimeter en zijn gemaakt van gerecycled kunststof. Gevuld met tegels worden ze te zwaar om te hanteren. Bij wet is geregeld dat bouwvakkers niet zwaarder mogen tillen dan 25 kilo. Van Gassel is behalve onderzoeker bij het UCB, ook docent bij de sectie Uitvoeringstechniek van de vakgroep Produktie en Uitvoering voor het vak ‘Mechanisatie van productieprocessen op de bouwplaats’. Dit vak is bedoeld om onder andere het werk voor de bouwvakker lichter te maken door het te mechaniseren. Van Gassel, van huis uit werktuigbouwkundige, kreeg het bouwvak onder de knie tijdens zijn werk bij De Meeuw in Oirschot. Hier werkte hij als product- en procesontwikkelaar. Met deze achtergrond was het voor Van Gassel dan ook geen probleem om een bijpassend kruiwagentje voor de kratten te ontwerpen.

Pilotproject
Nu uit het onderzoek gebleken is dat bij verpakkingsintensieve producten de retourverpakking economisch en ecologisch aantrekkelijk is, moet een robuust product ontwikkeld worden. De afmetingen en het materiaal staan vast. ‘Wij gaan ervan uit dat de kratten zo’n zestig gulden gaan kosten en ongeveer honderd keer meegaan’, zegt van Gassel. ‘De bouwbranche wil er in eerste instantie een pilotproject mee opstarten. Uiteindelijk is het de bedoeling dat er een pool-organisatie gevormd wordt van inpakkers, die kratten kopen en deze verhuren. Deze organisatie moet ook zorgen voor de reparatie en het uit de roulatie halen van de kratten. De bezitter van de retourkrat betaalt statiegeld. Transportbedrijven halen de lege retourverpakkingen tegen vergoeding weer bij de bouwplaats op. Deze beloning zorgt ervoor dat, anders dan bij de ‘wegwerp’pallet, de kratten ook daadwerkelijk worden opgehaald.’
De overheid speelt het retourkrat-project in de kaart. Zij vindt dat de bouwmaterialenhandel een oplossing moet vinden voor het probleem van éénmalige verpakkingen op de bouwplaats. Het retourkrat draagt hier aan bij. Van Gassel dient met zijn vinding dus niet alleen de bouwvakker, de aannemer en de logistiek bij de bouwmaterialenhandel, maar zeker ook het milieu.