Dienst Overige Zaken

Deadline: donderdag 7 november, 21.15 uur

Als schrijver van deze column had ik een deadline: maandagochtend 4 november, 10.00 uur. U, als lezer, maakt zichzelf wijs geen last te hebben van Cursor-deadlines. U denkt dat u kunt lezen wanneer u wilt. Ik kan het u niet verbieden dit te denken, maar de werkelijkheid is anders. Cursor is een krant, en iedereen weet wat het lot van oude kranten is. Men pakt er de vis in, heette het vroeger. Ze worden gerecycled tot nieuwe kranten, zegt men nu. Het aantal lezers van Cursor volgt elke week een bekende statistische curve. Na een snelle stijging op de donderdag volgt een (bescheiden) piek in de namiddag en dan zet de daling in. Vrijdag valt de grafiek al bijna samen met de as. Wie leest er nog een oude krant? Volgende week is er een nieuwe Cursor.
Welkom lezer. Ik durf met een gerust hart te voorspellen dat uw datum-horloge op dit moment donderdag 7 november aangeeft. Met een beetje geluk zit u nog vóór de deadline die mijn artikel u stelt. Ik doe zo dadelijk nog een tweede voorspelling, maar eerst wil ik u iets vertellen.
Zaterdagavond (voor mij eergisteren, voor u enkele dagen geleden) racete ik in een kleine stoet auto’s door Eindhoven. Van de Staringstraat naar de St. Philomenastraat, van de Philomenastraat naar de Van der Veldestraat. Van daar naar de Strijpsestraat en tenslotte weer terug naar de Staringstraat. Als u Eindhoven een beetje kent weet u dat dit niet de meest efficiënte route is. Maar wij waren niet uit op efficiëntie. Evenmin hadden de vijftien reizigers oog voor de langzaam stiller wordende stad die zij doorkruisten. De vijftien wilden maar een ding: steeds weer op tijd bij de volgende pleisterplaats zijn.
Onze route voerde langs vier studentenhuizen. Telkens waren wij net op tijd. In de Staringstraat was op bezoek gerekend. Ontvangst met koffie en koek. Stipt half acht startte iemand de geluidsband. Een danseres sprong tevoorschijn. Ritmische patronen op de vloer, een dialoog met een tv-toestel, en plotseling duikt ze onder een tafel, waar even tevoren nog een student de laatste hand legde aan zijn afstudeerwerk. Dans in een studentenhuis.
Na het applaus moeten we ons haasten. In de Philomenastraat dezelfde muziek, maar een andere danseres. In de Staringstraat is het decor een kleine opkamer met hallucinerende beschildering. De resten van honderd avonden doorzakken zijn speciaal voor deze avond verwijderd. Er is ruim-te voor zeven toeschouwers. In de Van der Veldestraat komt de gastheer een kwartier na het publiek binnenzeilen. Sorry mensen, helemaal de tijd vergeten. Geen ontvangst, maar de voorstelling is er niet minder om. Halverwege rent het hele publiek achter de danseres aan, zes trappen af naar de kelder, waar de dans eindigt onder het stromende water van vier kranen. Vier studentenhuizen, vier belevenissen. In de Staringstraat wordt nog even nagepraat. We zijn het er over eens dat we iets bijzonders meegemaakt hebben. Het achtste lustrum van onze universiteit is op deze zaterdag gevierd met slechts een handjevol toeschouwers. U was daar niet bij, lezer, gelukkig niet. Het was zo al vol genoeg.
Vanavond (uw vanavond) worden alle voorstellingen herhaald in het auditorium, ingepast in een veel groter spektakel. Of u die gebeurtenis wél bijwoont is een kwestie van kiezen, denkt u. Uw deadline voor de tweede voorstelling is 21.15 uur, maar ik voorspel u dat er tegen die tijd geen kaart meer te krijgen is.

Maarten Pieterson

In de rubriek ‘Dienst Overige Zaken’ schrijven prof.dr.ir. J.D. Janssen, prof.dr. P.J. Lemstra, prof.dr.ir. H.E.H. Meijer, dr. J.W. Nienhuys, drs. M. Pieterson, prof.dr. F.W. Sluijter, drs. A.J. Vervoorn en dr.ir. E.G.F. van Winkel.