Bekijk 't maar

door Jannigje Gerritzen & Willem van Rossum

Ouderwetse Cosmo

Internet heeft de naam modern te zijn, maar soms vinden ook ouderwetse denkbeelden er alsnog toegang. Zo ook een brief van maar liefst meer dan een eeuw oud, geschreven in 1894. Hij is opgesteld door Ruth Smythers, de geliefde èn deugdzame vrouw van de eerwaarde L.D. Smythers, hoge piet in een of andere wazige Amerikaanse kerk toentertijd. De brief bevat een uitgebreide instructie voor de jonge bruid over hoe zij tijdens het nachtelijk samenzijn met haar kersverse echtgenoot moet omgaan. Net zoiets als de hedendaagse Cosmopolitan dus, waar ook elke maand instaat hoe je het in bed moet doen.
De instructies van mevrouw Smythers zijn echter iets anders van karakter. Want voor de bruid is de trouwdag behalve de gelukkigste dag van haar leven ook de afschuwelijkste. Na alle aandacht, ceremonie en cadeaus volgt namelijk de gevreesde huwelijksnacht, waarin zij de tol voor het huwelijk moet betalen en voor het eerst de afschrikwekkende ervaring van seks moet ondergaan. Helaas voor de jonge bruid moet ze deze monsterlijke aanval op haar lichaam wel dulden, want ze wordt ervoor beloond met financiële zekerheid en schattige kinderen. Maar om de pijn wat te verzachten en de hoeveelheid seks te minimaliseren heeft mevrouw Smythers wel wat adviezen achter de hand. Mannen willen namelijk wel elke dag erop, als ze niet afgeremd worden. Allereerst kun je ziektes voorwenden, en oeverloos zeuren over nutteloze zaken net voordat je naar bed gaat wil ook goed helpen. Als het dan eenmaal toch tot de slaapkamer komt is het belangrijk om alle lichten uit te doen en zo stil mogelijk te blijven liggen. Het kan namelijk nog gebeuren dat de enthousiast graaiende echtgenoot ergens over struikelt en zich verwondt. Dat is dan een prachtig excuus om het seksfeest voor die avond te cancellen. Mocht het er toch van komen dan moet de vrouw muisstil blijven liggen onder de dekens en vooral niet bewegen. Elke activiteit van haar kant kan als opwinding worden opgevat. Zeuren over triviale huishoudelijke zaken tijdens de daad is natuurlijk wel toegestaan, om ‘s mans daadkracht te ontregelen. Als de bruid het goed speelt, heeft ze de frequentie binnen een jaar tot eenmaal per week teruggebracht. Na een jaartje of tien heb je als vrouw genoeg kinderen op de wereld gezet om met dit enge gedoe helemaal te stoppen. De man is tegen die tijd zo aan zijn kids gehecht dat hij er niet meer over denkt je te verlaten.

Bij de Besurf ‘t maar-special van vorige week was er wegens problemen bij de drukkerij een groot deel van het artikel Ouderwetse Cosmo weggevallen. Daarom wordt dat artikel hierbij nogmaals geplaatst. Voor de illustratie verwijzen we naar Cursor 15 van vorige week.


Onbekend maakt ongebruikt

Als universiteit hebben we in Eindhoven geen slechte plaats gekregen: vlak bij het centrum en lekker dicht bij het station. Veel andere universiteiten zouden er jaloers op zijn. Als je echter weinig tijd hebt en je moet op een bepaalde tijd een trein halen, kunnen er nog steeds problemen ontstaan. Moet je om zeven over vijf de intercity naar Amsterdam halen en ben je netjes om vijf over vijf op het station, staat er net iemand voor de kaartjesautomaat al z’n kleingeld bij elkaar te sprokkelen. Of er gaat bij het loket een Franstalige voor, die natuurlijk geen Engels spreekt, en blijkt Frans net niet de sterkste kant van de dame aan de andere zijde van de glazen wand te zijn. En opeens heb je geen twee minuten maar nog een half uur de tijd. Bij de faculteiten Scheikunde en Bouwkunde hebben ze daar iets op gevonden. Sinds mei al loopt bij deze faculteiten een proef met de uitgifte van treinkaartjes, bedoeld voor dienstreizen. Tot nu toe is dit echter geen daverend succes geworden, omdat het nog niet bekend genoeg is. ‘We hebben in het begin alleen een brief gestuurd naar werknemers bij Scheikunde’, vertelt ir. Huub Cox, milieucoördinator bij T. ‘We wilden namelijk niet te veel toestroom van andere faculteiten.’ Gevolg is wel dat er nu veel te weinig kaartjes worden verhandeld. De Nederlandse Spoorwegen hebben zelfs al gevraagd of ze één van de twee kaartjesautomaten konden weghalen. ‘We gaan er nu meer bekendheid aan geven en we hopen dat het in het tweede halfjaar dan ook beter gaat lopen. We hebben nog een contract met NS tot mei. Er moeten ook genoeg mensen met de trein reizen, aangezien het verplicht is om met het openbaar vervoer te reizen naar plaatsen waar dat enigszins mogelijk is’, zo redeneert Cox. Of de meeste TUE’ers zich ook aan deze regels houden blijft echter toch de grote vraag. Deze regels blijken namelijk al meer dan tien jaar te bestaan.

De NS doet er alles aan om het de TUE-klandizie naar de zin te maken. Foto: Michael Broekmeulen


Facultyclub discrimineert positief

In Cursor 12 werd er voor het eerst melding van gemaakt. Een aantal hoge heren op onze universiteit is bezig met het oprichten van een zogeheten ‘facultyclub’. Een soort elitevereniging waarvan alleen de leden van de wetenschappelijke staf, de emeriti en het personeel in staffuncties op bestuurlijk vlak lid mogen worden. Er wordt dan ook meteen voor gewaarschuwd deze club niet te vergelijken met de welbekende Rotary-clubs, aangezien van de laatste iedere ‘non ferro-handelaar’ lid kan worden. De toekomstige leden van deze club willen zich hier echter ver afzonderen van het plebs. Om het animo bij potentiële toekomstige leden te peilen heeft het oprichtingsbestuur inmiddels een folder met een kleine enquête rondgestuurd.
In de folder wordt het idee dat het hier om een elitevereniging gaat nog eens versterkt. De bobo’s nemen met een goed glas bier geen genoegen meer. Daarentegen doen ze zich tegoed aan ‘Hoegaarden Grand Cru’ of ‘een glas voortreffelijke rode wijn’, zo valt te lezen. De hoge heren krijgen daarnaast de beschikking over een ‘High Tech Communication Corner’ en kunnen dineren aan ‘weelderig gedekte tafels’. We hebben het hier overigens wel over ‘hoge heren’ - dat allitereert zo lekker - , maar dames zijn natuurlijk ook welkom. Meer dan welkom zelfs.
Drs. Joost van den Brekel, werkzaam bij de Dienst Personeel en Organisatie en secretaris van de op te richten club, legt uit: ‘Naast staffunctionarissen, emeritus-hoogleraren en wetenschappelijk personeel wordt er ook ander personeel toegelaten. Deze moeten dan echter wel hoger dan salarisschaal 11 ingeschaald zijn. Daarnaast hebben ook dames die lager ingeschaald zijn en van wie de kerntaken tot de primaire taken van deze universiteit horen, de folder en enquête toegestuurd gekregen. Doel is om zo meer vrouwelijk personeel binnen te halen, aangezien die hier dun gezaaid zijn.’ We begrijpen Van den Brekel helemaal. Je kunt dan nog zo hooggeschoold zijn, maar wat is een man zonder vrouw aan zijn zij. Dat zong Hans de Booy jaren geleden al.