Kaskorting
Ritzen heeft nu wel toegegeven dat de uitspraak van de Raad van State ook gevolgen heeft voor het jaar 1997. Vijf universiteiten hadden hem gedreigd met nieuwe juridische stappen als hij dat niet zou doen. Het bedrag dat de acht universiteiten terugbetaald moeten krijgen, komt door dit extra jaar op 116 miljoen gulden.
De universiteiten en Ritzen hebben de afgelopen weken stevig geruzied over dit geld. Aanvankelijk wilde Ritzen het bedrag opbrengen door op alle twaalf universiteiten gezamenlijk te bezuinigen. Later beloofde hij ook elders op zijn begroting geld te zoeken. Dat is hem nu gelukt: van de negentig miljoen waarvan hij vorige week al beloofde ze te betalen, mogen de acht universiteiten er dertig houden. De rest (zestig miljoen plus de 26 miljoen gulden van 1997) wil de minister nog steeds verhalen op de gezamenlijke universiteiten. Dat doet hij door vanaf 1998 vier jaar lang een zogeheten ‘kaskorting’ toe te passen van 21,5 miljoen. Dat houdt in dat de universiteiten op papier nog geld van het ministerie tegoed houden. In werkelijkheid krijgen zij dat geld echter niet. Ritzen wil de dertig miljoen pas betalen als de universiteiten bereid zijn tegelijk afspraken te maken over de verdeling van onderzoeksgeld in de jaren na 1998. Hij is nog steeds van plan vier jonge universiteiten (Tilburg, Rotterdam, Maastricht en Twente) meer geld voor onderzoek wilde geven. De vereniging van universiteiten VSNU voelt er echter niets voor daar nu al afspraken over te maken.
De wens om de vier jongeren ruimer te bedelen was in 1992 ook de aanleiding tot het conflict. Ritzen haalde toen geld bij de acht andere universiteiten om die vier meer te kunnen geven. De Raad van State vond die ingreep echter onrechtmatig.