Buitjes in alle staten

Love in an elevator

Thanksgiving, donderdag 28 november; de Amerikanen nemen alvast een voorproefje op de kerstvakantie. Het weekend begon voor de meeste studenten op woensdagmiddag en die trokken er massaal een lang weekend op uit. Goed voorbeeld doet goed volgen.
Woensdagavond de uitgestorven campus verlaten richting Canada. Samen met mijn Nederlandse vriend en nog 28 anderen gingen we Quebec City en Montreal onveilig maken. Net ten noorden van New York lag de eerste sneeuw al, alsof we op wintersport gingen. De snelheidslimiet van slechts 88 kilometer per uur negerend trapte de buschauffeur het gaspedaal in tot ruim 110. We passeerden vele typische Amerikaanse vrachtwagens en natuur- lijk keken we video, waarbij touroperator Mike ons voorzag van chips, popcorn, koekjes en frisdrank. Allemaal bij de prijs inbegrepen.
‘s Ochtends half zeven kwamen we aan bij de Canadese grens. Iedereen de bus uit en langs de douane. Lekker even een frisse neus halen. Dat ging verdomd snel bij -14 °C. In ons zeer internationale gezelschap bevonden zich mensen uit Zuid-Afrika, Duitsland, Korea, Engeland, Madagascar, Australië, Polen en zelfs iemand uit de VS. De Poolse dame was vergeten een visum aan te vragen, waardoor ze de VS niet meer in zou mogen op de terugreis. Met Mike trok ze er op uit om de benodigde papieren te regelen. In dat uur kletsten wij wat met een van de douaniers, en jawel, hij had een Nederlandse vader. Waar je ook gaat, Nederlanders vind je overal.
Enkele uren later reden we Quebec in door brede statige lanen met oude bomen en prachtige villa’s die heel Europees aandeden. Midden in het oude centrum van de stad bevond zich het hotel. De bagage naar de hotelkamer gebracht en direct erop uitgetrokken om deze charmante stad, die ongeveer evenveel inwoners heeft als Eindhoven, te bekijken. Een dagtemperatuur van -8 °C in combinatie met een ijzige wind maakte het niet overbodig om wat extra’s aan te trekken. Drie lagen bovenkleding, jas, sjaal, twee broeken, handschoenen en een muts om de kou te weren.
Slechts tweehonderd meter van ons hotel stond het beroemde Chateau Frontenac waar Churchill en Roosevelt in WO II tweemaal samenkwamen. Binnen de ves-tingswallen - die nog geheel intact zijn - ligt ook de Citadelle. Dit nog immer volledig bemande fort ligt hoog op de rotsen en bewaakt de St. Laurent rivier. Barretjes, restaurants en winkels in historische panden vind je volop in de oudste stad van Noord-Amerika (1620). Straatnamen, borden en spraak; alles in het Frans. Je moest in ieder geval beginnen met vragen of ze Engels wilden praten, soms konden ze dat nauwelijks. Lekker handig als je wilt bestellen in een restaurant en slechts de helft begrijpt van hetgeen op de kaart staat. Maar goed, we kregen toch iets lekkers voorgeschoteld. ‘s Avonds gingen we wat drinken in een bijzondere bar met overeenkomstige prijzen. Die bevond zich op de 26ste verdieping van een ronde toren, waarvan de vloer draaide. Eén omwenteling per uur. Zo kon je dus de hele stad overzien, terwijl je genoot van je cocktail. Op de terugweg in de lift drukte ik ‘per ongeluk’ de alarmknop in. De lift stopte abrupt en daar hingen we tussen twee verdiepingen. Ik dacht het alarm te kunnen deactiveren, maar helaas dat ging niet en dus zaten we vast. De slachtoffers - zes dames en mijn Nederlandse vriend - keken mij niet meer zo vriendelijk aan. Het alarmnummer gebeld met de lifttelefoon. ‘Don’t worry, we’ll send someone over’, verzekerde de stem aan de andere kant van de lijn me. Gelukkig raakte niemand in paniek en sloeg de stemming om naar de positieve kant. Verhalen over neerstorten-de liften kwamen los, foto’s werden genomen en een van de Engelse dames moest denken aan dat nummer van Aerosmith Love in an elevator. Hmm, niet verkeerd. Een half uurtje later stapten we beneden uit en werden opgevangen door de rest van de groep. Tijd om te gaan feesten.
We gingen naar de hottest place in town ‘Chez Dagobert’. Op de benedenvloer trad een band op die het gehele repertoire van Oasis afwerkte en goed ook. Een verhoogd podium met daaromheen verhoogde zitplaatsen en meer dan één bar. Zeer professioneel. De bovenste twee vloeren waren om te dansen. Het werd niet echt druk op donder-dagavond, maar net vol genoeg om leuk te zijn en fatsoenlijk te kunnen bewegen. Net als in de VS werd ook hier een fooi verwacht, hetgeen wij Nederlanders niet graag doen. Mijn vriend kocht twee shooters (pure Jack Daniels, die zich zo prettig een weg naar beneden brandt) en liet niets van het wisselgeld lig-gen. De barkeeper begon te zeuren ‘the tip is not included’. Bekijk het maar, ‘wie bint zeunig’, dachten wij en gingen de dansvloer op.
Terug in het hotel - rond vier uur - kon ik kiezen uit drie nationaliteiten om mee te slapen; Duits, Engels of mijn eigen. De kamer deelde ik namelijk met drie andere personen van het mannelijke geslacht en er stonden slechts twee lits-jumeaux. Dus maar besloten om bij die knappe Nederlander in bed te duiken. ‘I’m not sleepy at all’, vertrouwde de Engelsman ons nog toe, net voordat hij luidruchtig begon te snurken. Mijn bedgenoot probeerde hem in het Nederlands tot stilte te manen, hetgeen nog werkte ook ...
voor circa één minuut.

John Buitjes, studentmedewerker van Cursor, verblijft voor ongeveer een jaar aan de Rutgers Universiteit in de staat New Jersey en brengt regelmatig verslag uit van zijn belevenissen aldaar.