Het imago van de chemie is natuurlijk onterecht zo slecht en dat wil ik graag illustreren door u mee te nemen naar een chemieloze samenleving.
In het jaar 2000 is het einde der wereld nabij. Onder invloed van religieuze leiders is de wereldbevolking de pan uitgerezen en is er gebrek aan alles; voedsel, kleding, schoon water, huisvesting, et cetera. In Engeland wordt een wet aangenomen waarin het aantal kinderen per gezin strikt beperkt is tot één, conform het Chinese model. Echter, het bleek dat de premier, Mr. Minor, in het geniep een aantal nazaten had verwekt en toen plofte het systeem volledig. De voorspelling is dat de bevolkingsdichtheid in de UK zo sterk zal toenemen dat het eiland niet meer zal blijven drijven.
Een ander probleem dat heel West-Europa betreft, is de concentratie schapen. Om voldoende kleding te verkrijgen moet men wol produceren. Men heeft uitgerekend dat heel West-Europa met drie lagen schapen bedekt moet worden om in de volgende eeuw de mensheid te kunnen kleden. Het mestprobleem is al dermate groot dat de Noordzee groen van kleur is met een ondragelijke stankoverlast. De voedselproductie is ook in de war geraakt. Er is voldoende schapenvlees maar de gewassen zijn aangetast door ziekten. Het Vaticaan heeft een plan bedacht om de wereld weer te corrigeren. Het voorstel is om voor een periode van tien jaar alle mannen beneden de evenaar te huisvesten en de vrouwen daarboven, waarbij men met toenemende hitsigheid dichter bij de poolcirkel komt te wonen.
Toen bracht CNN in december 1996 het grote nieuws. Bij de TUE was een duister figuur ontdekt die op het politiebureau bekende een polymeerchemicus te zijn. De man in kwestie toonde op de buis een materiaal wat hij plastic noemde en daar kon hij draden mee spinnen die kunstvezels werden genoemd. Tevens werd een slap stukje stof getoond dat je kon opblazen tot een ballon. De vreemde man noemde dit een condoom en beweerde dat daar ongewenste zwangerschappen mee konden worden voorkomen. Bij een inval in zijn laboratorium ontdekte men nog veel meer vreemde dingen. Een soort vloeistof die je op staal en hout kon smeren, wat verf werd genoemd, een soort synthetisch rubber met betere eigenschappen dan natuurrubber, doorzichtige flesjes die onbreekbaar bleken te zijn, kortom een heel rariteitenkabinet.
Het bestuur van NWO vergaderde en overwoog of men het onderzoek van die vreemde man steun moest verlenen. Dit plan ketste af omdat men het te toegepast en te vreemd vond. Maar elders in de wereld bleek dat geen probleem en er was een nieuw vak ontstaan: (Polymeer)Chemie! Het enthousiasme was ongelooflijk groot. In Amerika ontstonden voor de jeugd zogenaamde ‘discovery centres’, weldra afgekort tot disco’s, en de jeugd experimenteerde tot in de vroege ochtenduren met Chemie. In 1997 ontdekte men kunstmest, in 1998 de pil, in 1999 een poeder waarmee hoofdpijn kon worden verdreven en in 2000 hormoonpreparaten. Bij het begin van de 21e eeuw stond alles in het teken van de Chemie. De chemicus had de status van een popster en topvoetballer tegelijkertijd. De wereldbevolking kwam weer in balans, de gewassen groeiden hemelhoog, schapen waren niet meer nodig want een acrylonitril-reactor van vijf kubieke meter produceerde evenveel kunstvezels als alle schapen in Europa bij elkaar.
Toen kwamen de politici en de maffia in actie. Men dwong de boeren om massaal kunstmest te gebruiken, de koeien werden volgespoten met hormonen, men bouwde kolossaal grote kunstzijde-fabrieken en de vrouw ging aan de pil. De disco’s gingen en masse over op de nieuwe Chemie, XTC, en de maatschappij klapte weer in elkaar.
Men ging op zoek naar een zondebok en probeerde de oude polymeerchemicus te vinden die inmiddels in een bejaardenhuis woonde. Hij was moeilijk te pakken te krijgen. ‘s Morgens voor negen uur verdween hij en hij kwam ‘s avonds pas om vijf uur weer binnen omdat hij geen zin had met andere bejaarden te leuteren. Hij werd gepakt en op een brandstapel gebraden met steun van CNN.
Chemie is overal!
Piet Lemstra
In de rubriek ‘Dienst Overige Zaken’ schrijven prof.dr.ir. J.D. Janssen, prof.dr. P.J. Lemstra, prof.dr.ir. H.E.H. Meijer, dr. J.W. Nienhuys, drs. M. Pieterson, prof.dr. F.W. Sluijter, drs. A.J. Vervoorn en dr.ir. E.G.F. van Winkel.