Studiebegeleiding universiteiten loopt achter

door Hanne Obbink HOP
De studiebegeleiding is in het hoger beroepsonderwijs beter geregeld dan aan de universiteiten. Er zijn meer begeleiders per student, die daarom ook meer studenten vaker te spreken krijgen. Aan de universiteiten is de begeleiding zo weinig intensief dat goede studieadviezen niet mogelijk zijn.
In het hbo is een verhouding van één studiebegeleider per vijftig studenten heel gewoon: zeventig procent van de studiebegeleiders heeft met vijftig studenten of minder te maken. Aan de universiteiten kent slechts dertig procent van de begeleiders deze luxe. Eenderde van hen moet zelfs voor meer dan tweehonderd studenten zorgen. Deze cijfers komen uit een onderzoek in opdracht van het Landelijk Dienstverlenend Centrum voor Studie- en Beroepskeu-zevoorlichting, het LDC. Wellicht geven deze cijfers een wat vertekend beeld. Aan hogescholen zijn het vooral mentoren die met de studiebegeleiding belast zijn. Dat zijn docenten die voor een deel van hun tijd zijn vrijgesteld, en daar zijn er uiteraard meer van dan van de studie-adviseurs die aan de universiteiten zorgen voor studiebegeleiding. Het gevolg van deze andere opzet is wel dat in het hbo tweederde van de begeleiders tijd zegt te vinden om alle eerstejaars te spreken, tegen krap dertig procent aan de universiteiten. Meer dan de helft van de begeleiders in het hbo voert drie of vier gesprekken per eerstejaars student, terwijl het aan de universiteiten doorgaans bij één of twee gesprekken blijft.
Het LDC-onderzoek is bedoeld als bijdrage aan de discussie over het studieadvies. Universiteiten en hogescholen zijn verplicht elke student aan het eind van zijn eerste jaar een advies te geven. Aan de hogescholen is dat advies meestal bindend, aan de universiteiten meestal niet. Het LDC gaat ervan uit dat een studieadvies - bindend of niet - alleen gegeven kan worden als de de studiebegeleiding deugt. Aan de universiteiten is het zo ver nog lang niet. ‘Daar is de intensiteit van de begeleiding zo laag’, zegt onderzoeker J. Oolders, ‘dat een goed gefundeerd studieadvies mij onmogelijk lijkt.’ De onderzoekers halen hun gegevens uit een enquête onder 77 studiebegeleiders en 1280 studenten, verspreid over vijftig opleidingen. Het verslag werd vorige week aan minister Ritzen aangeboden tijdens een symposium in Den Haag over het bindend studieadvies. Ook hij legde er de nadruk op dat studieadviezen ingebed moeten zijn in goede studiebegeleiding.