Ingenieurs verslagen door scholieren

door René ter Riet

Wellicht heeft architect Ben van Berkel - inderdaad, die van de Erasmusbrug - te veel verwijten over zich heen gekregen. Het bouwen van een brug is geen sinecure. Het toeval en het natte vingertje spelen een hoofdrol, terwijl grote rekenwonders het hoofd moeten buigen. Afgelopen zaterdag bonden in het hele land, ook op de TUE, scholieren de strijd aan met elkaar in de wedstrijd ‘Bouw een klassebrug!’. Hoeveel gewicht kan een brug, die een afstand van twee meter overspant en een eigen gewicht heeft van maximaal tweeëneenhalve kilo, dragen? Het antwoord van een team van het Lorentz-Casimir-lyceum uit Eindhoven op deze vraag, was respectabel: 153,8 kilo. Daarmee pakte ze de hoofdprijs. Ook een paar ingenieursbureaus waren bereid gevonden hun licht over dit probleem te laten schijnen. Voor hen echter kwam de klap, letterlijk en figuurlijk, hard aan.

Even leek de blauwe zaal in het auditorium veranderd te zijn in een Hilversumse televisiestudio. In de strijd om eeuwige roem, zowel voor zichzelf als voor hun middelbare school, waren afgelopen zaterdag zo’n honderd scholieren bereid de strijd aan te binden met de zwaartekracht. Tijdens het spannendste onderdeel, het testen van de bruggen, schroomden de in een blauw T-shirt gehulde supporters annex constructeurs niet om duidelijk te maken wie hun voorkeur genoot. Diezelfde scholieren echter veranderden in schoolvoorbeelden van bescheidenheid op het moment dat ze vooraan in de zaal, in de spotlights, stonden. Een team uit Eindhoven zou uiteindelijk met grote overmacht de wedstrijd winnen.
De Stichting Wetenschap & Techniek had een wedstrijd uitgeschreven waaraan scholierenteams uit het hele land mee konden doen. Doel was binnen één uur een brug te construeren waarop een zo groot mogelijk gewicht kan rusten. Dit uit zelf meegebracht materiaal dat ten hoogste vijfentwintig gulden mag kosten, minder weegt dan tweeëneenhalve kilo en past in een doos van 45 bij 45 bij 45 centimeter.

Bluffen
Snel werd duidelijk dat veel teams het uiteindelijke ontwerp al lang en breed thuis hadden uitgedacht, en vaak ook al getest. De verwachtingen waren echter zeer bescheiden. Een team uit Bergen op Zoom dacht toch wel tot een kilootje of twintig te komen. Een team uit Venlo meende zeker wel voor tien kilo degelijker werk te hebben geleverd. De tegenstanders het graf in bluffen is een techniek die duidelijk op latere leeftijd wordt geleerd. Een goed voorbeeld daarvan is het ingenieursbureau Haskoning uit Nijmegen. Dirk-Jan Peters, werkzaam bij dit bedrijf: ‘Wij hebben niet, zoals veel scholieren, gekozen voor een boogconstructie, omdat de brug op twee plaatsen wordt belast en op twee plaatsen ondersteund. Een dikke PVC-buis, die het gewicht moet gaan opvangen, hebben we op veel plaatsen geperforeerd om het gewicht te drukken. Die buis rust, met hoeken van negentig graden, op twee houten ondersteuningen. De buis dient om de drukkrachten op te vangen en een extra touw dient voor de trekkrachten.’ Vorig jaar gooide Haskoning hoge ogen met een licht ontwerp dat zo’n 350 maal het eigen gewicht kon houden. Peters: ‘Uitgaande van onze prestaties van vorig jaar moeten we nu dus wel ruim zevenhonderd kilo aankunnen.’

Bamboe
Na een pauze kwamen de teams een voor een naar voren om hun brug op de pijnbank te leggen. Met behulp van een barco-projector kon de zaal de resultaten op een scherm volgen. Een grafiek gaf aan hoe groot de belasting op de brug als functie van de tijd was. Het viel niet mee om het hele publiek duidelijk te maken dat, na doorbuiging van de brug, bij verder aandraaien van de slinger een brug toch opeens minder kracht kan opnemen. Een mooie bamboebrug, vervaardigd door een meisjesteam van het Lorentz-Casimir-lyceum uit Eindhoven, beet de spits af met een respectabele notering van 33 kilo. Slechts één ander team van hetzelfde lyceum wist deze score te verbeteren. Het gros van de teams had gekozen voor een boogconstructie van de welbekende gele PVC-buisjes, met als direct gevolg dat het gros van de teams een resultaat van om en nabij de twintig kilo achter hun naam kon noteren. De oppermachtige winnaars - Jurgen, Alain, Gijs, Wouter en Maarten - behaalden met een dikke brede buis die er bedrieglijk eenvoudig uitzag een verdiende eerste plaats: hun score was ongeveer vijf maal zo hoog als hun klasgenoten met de bamboebrug.

Hoon
Wie kan er nu beter weten hoe je een brug bouwt dan een ingenieur? En als je team dan ook nog uit louter civiel-technici bestaat, kan de concurrentie wel helemaal inpakken. Het team van IV-consult uit Papendrecht bewees eens te meer dat de wonderen de wereld nog niet uit zijn. Nadat de wijzer op 22,3 kilo stond, klapte het zaakje in elkaar en de hoon uit de zaal zal hen nog vele slapeloze nachten bezorgen. De Bouwdienst Rijkswaterstaat uit Tilburg bracht het er weliswaar beter vanaf met 95 kilo, maar de aanwezigen in de zaal gaan in de toekomst waarschijnlijk toch met een onrustiger gevoel over de Nederlandse bruggen. Haskoning bleek in de spotlights ineens een stuk bescheidener te zijn. Een voorzichtige schatting van ruim tweehonderd kilo was inderdaad realistischer. De ingenieurs-eer was in ieder geval gered en met 260 kilo ging de prijs naar Nijmegen. Katja van Dien van de Stichting Wetenschap & Techniek plaatste toch wel haar vraagtekens bij de inhoud van de ingenieursstudie: ‘Het is natuurlijk een geweldige prestatie van de scholieren. Ik denk dat ze ook in het landelijk eindklassement flink zullen scoren. Toch vind ik zeker de uitslagen van de ingenieursbureaus bevreemdend. Blijkbaar is een studie helemaal niet zo belangrijk!’