Rabobank Business Challenge 1997

door Miguel Alvares
Dit jaar wordt voor de derde keer de Rabobank Business Challenge georganiseerd. Deze Business Challenge is een wedstrijd waarbij door studenten een onder-nemingsplan wordt geschreven voor een startende onderneming. Na een lokale voorronde bij de plaatselijke universiteiten volgt in Utrecht de landelijke finale. Het winnende ondernemingsplan kan rekenen op een hoofdprijs van 10.000 gulden. ‘If anything can go wrong, it will.’ Murphy’s law. Veel mensen hebben er wel eens van gehoord en iedereen heeft het wel eens meegemaakt. Je organiseert iets dat niet mis kan gaan op één onderdeel na. En dat gaat natuurlijk prompt mis. Soms gaat het om iets simpels en kun je erom lachen, soms betreft het iets van vitaal belang.
Ondernemers kunnen zich over het algemeen niet te veel aanvaringen met Murphy’s law veroorloven, zeker niet als het hen geld kost. Dit geldt nog sterker voor startende ondernemers. Dezen hebben meestal nog geen kapitaal om op terug te vallen. Dit maakt hen extra kwetsbaar. Een van de manieren om jezelf als startende ondernemer te beveiligen tegen nare ervaringen met Murphy’s law is om te zorgen voor een goed ondernemingsplan. In de Rabobank Business Challenge gaat het om het schrijven van zo’n ondernemingsplan.
De Business Challenge is het initiatief van de Stichting Studenten BedrijfsContacten (SBC). Dit is een overlegorgaan waarin verschillende economische en bedrijfskundige faculteitsverenigingen zijn vertegenwoordigd. De bedoeling van de Challenge is om studenten kennis te laten maken met het schrijven van een ondernemingsplan. Het gaat met name om een onderne-mingsplan voor een startend bedrijf. Alle onderdelen waar je bij het draaien van een bedrijf rekening mee moet houden komen hierbij aan orde.

Lezingen
De Business Challenge bestaat uit twee rondes. De eerste ronde is een lokale voorronde, georganiseerd door de faculteitsvereniging van de plaatselijke economische of bedrijfskundige opleiding. In Eindhoven is dit de studievereniging Industria. Wim Rölkens zit bij de commissie die belast is met de organisatie van deze voorronde. Deze commissie zorgt voor het contact met de landelijke commissies en voor de organisatie van lezingen voor de deelnemers aan de challenge. Rölkens: ‘Tussen 13 en 29 januari zal er een aantal lezingen gehouden worden over verschillende onderwerpen die met het schrijven van zo’n ondernemingsplan te maken hebben. Daarnaast worden er tijdens het schrijftraject (van 26 januari tot 4 maart) ook vragenuurtjes georganiseerd. Deze zijn niet alleen om de studenten te helpen maar ook om de vorderingen een beetje bij te houden. Vorig jaar schijnt het dat er hier en daar wat trieste plannen zijn ingeleverd.’ De Business Challenge is voor groepen van maximaal drie personen. Je mag ook in je eentje meedoen. Alhoewel eigenlijk iedereen mag meedoen, eist men dat er minimaal één bedrijfskundige in de groep zit. Rölkens: ‘Er komt heel veel kijken bij het schrijven van zo’n ondernemingsplan. Veel meer dan je eerst zou denken. Voor de verschillende economische en bedrijfskundige aspecten heb je toch wel een bedrijfskundige nodig.’ Om de verschillende groepen wat op weg te helpen, krijgt iedere deelnemende groep een dictaat en handleiding over het schrijven van een businessplan. In de handleiding, uitgegeven door de Kamer van Koophandel, staat een volledig schema van alle vragen die je moet beantwoorden voor het maken van een ondernemingsplan. Wanneer die eenmaal geschreven zijn, doen de beste mee aan de lokale finale. Deze wordt op 10 april gehouden bij de Rabobank in Eindhoven. Het staat reeds vast dat ook aan deze voorronde prijzengeld is verbonden, alhoewel de hoogte daarvan nog niet vaststaat. Zowel bij de lokale als de landelijke finale op 7 mei in Utrecht moeten de finalisten hun ondernemingsplan persoonlijk presenteren voor een deskundige jury. Uiteindelijk wordt er in de praktijk ook veel waarde gehecht aan de persoonlijkheid van de ondernemer. Hoewel het prijzengeld bij de Challenge zeker niet mis is (fl. 10.000,- en stageplaatsen, fl. 5.000,-, fl. 2.500,- voor respectievelijk eerste t/m derde plaats en fl. 1.000,- voor het origineelste plan) gaat het voornamelijk om de leerzame ervaring. Daarom probeert de commissie ervoor te zorgen dat er een studiepunt aan wordt verbonden, zoals bij andere universiteiten reeds het geval is. Dit staat aan de TUE echter nog niet vast.

Belangstellenden kunnen terecht bij Industria (paviljoen A.20) voor meer informatie. Inschrijven kan tot 17 januari, de eerste lezing start op 13 januari.