‘Não é picante, doce, bom porto’

door Maurice Schaeken

De langste nacht van het jaar en het langstdurende diner liggen niet zover uit elkaar. Eind december is bij uitstek de tijd van het uitgebreid tafelen. En zo’n culinair samenzijn sluit je niet af met een kwak vanillevla of chocolade-pudding. Daar hoort wat verfijnders bij. Een kaasplankje, misschien een after-diner-sigaar, en er bestaat een drank die uitstekend past bij zo’n ambiance. Sterker nog, het is er speciaal voor uitgevonden. Het gaat hier om ‘the Englishman’s wine’, of de Vinho do Oporto, oftewel de port. Het Testlab besloot haar laatste editie aan deze Portugese lekkernij te wijden.

Het lijkt een misplaatste grap: wijnbouw aan de ruige oevers van de Portugese rivier de Douro. De steile hellingen van leisteen en graniet laten zich immers slechts met de grootst mogelijke inspanning rijp voor beplanting maken. En ook het klimaat werkt niet mee: snijdende winterkou en hel-se zomers. Toch gaat de geschiede-nis van de wijn in dit ruige gebied terug tot de Romeinse tijd. Als excuus geldt dat de wijnstok misschien wel de enige cultuurplant is die zich niet door deze omstandigheden laat afschrikken. De wortels boren zich vanaf de gebla-kerde terrassen soms vele tientallen meters het graniet in op zoek naar water. En de druif beschermd zichzelf tegen uitdroging door het ontwikkelen van een dikke schil. Natuurlijk hangt er aan deze werkwijze wel een prijskaartje: het gezwoeg van de wijnboeren en het gezucht van de consument. De wijn laat zich namelijk erg slecht drinken. Het lelijke eendje onder de wijnen groeide echter uit tot een prachtige zwaan: de port. Er komt echter wel het nodige kunst- en vliegwerk aan te pas. ‘Normale’ wijn is niets anders dan gefermenteerd druivensap. Gist zet de suikers, afkomstig uit de druiven, om in alcohol. Dit proces stopt als alle suikers op zijn. Of, bij hele zoete druiven, als het alcohol-percentage zo hoog oploopt dat de gistcellen sneuvelen. Dit gebeurt bij ongeveer vijftien procent. Port maak je door tijdens het fermentatieproces een flinke scheut wijnalcohol (aguardente) toe te voegen. De gistcellen sneuvelen en het fermentatieproces stopt. Er blijft daardoor veel natuurlijk druivensuiker over. Resultaat: een zoete, stevige wijn met ongeveer twintig procent alcohol. Componeren De wijnboeren, quintas, vervoeren de nog jonge wijn naar het plaatsje Vila Nova de Gaia. Dit ligt onder de rook van de grote stad Oporto, de naamgever van deze wijnsoort. Daar bevinden zich al eeuwenlang de porthuizen, de lodges. Hier wordt de port ‘gecomponeerd’. De blenders mixen net zo lang totdat de karakteristieke smaak van dat huis ontstaat. Zij gebruiken daarvoor de productie van verschillende wijnboeren en van verschillende jaargangen. Dit vereist heel wat kennis, maar ook het nodige geluk. Want op mysterieuze wijze laten de druivensappen van sommige wijnboeren zich niet mengen. Er ontstaat dan een vieze drab in plaats van een helderrode, zoete wijn. Port rijpt na op fust. Afhankelijk van de duur verkleurt de wijn van helderrood naar roodbruin. Een ruby wordt gebotteld na drie jaar, een tawny brengt minimaal zes jaar in een vat door. Goede en slechte oogstjaren hebben door het blenden nauwelijks invloed op de smaak. Jaargangen staan daarom ook niet op het etiquette vermeld. Als uitzondering geldt de vintage; een port samengesteld uit de oogst van één uitzonderlijk goed jaar. De aanduiding quinta port slaat op een vintage van één wijngaard. Port herbergt dus een mengsel van vele soorten druiven, afkomstig van verscheidene wijngaarden en uit verschillende jaargangen. De blenders van een lodge zijn hoofd-verantwoordelijk voor de smaak, zij proberen de variatie van de natuur zoveel mogelijk buiten spel te zetten. Deze wijn doet het erg goed in de landen rond de Noordzee. Groot-Brittannië en de Benelux slaan ongeveer de helft van de productie achterover. Het testteam trok zich terug in het laboratorium, samen met zes flessen rode Ruby. Bovendien nodigden we Jorge, een Portugese expert, uit. De inkopers vergaarden hun selectie bij drie erkende wijnsupermarkten: Albert Heijn, Hema en Aldi. Bovendien stonden enkele erkende wijnhuizen op de wijnkaart. Wijnhuis Kopke profileert zich als ‘oldest port shipper’. Dit huis vestigde zich al in 1638 in Portugal. Toch slaagden ze er niet in om in die tijd een lekkere Ruby te mengen. Het testteam zette deze port onderaan de ranglijst. ‘Wrang’, ‘Zure nasmaak’. Ook de Portugese expert sluit zich hierbij aan, getuige zijn ‘pouco gosto’. Voor Delaforce geldt hetzelfde: ook een lange geschiedenis (gevestigd 1868) en ook niet in de smaak vallend: ‘Mijn tong prikkelt onprettig’, ‘Ruikt naar medicijn’. Porthuis blijkt dus niet synoniem met lekkere port, echter wel met hoge prijs. Deze hekkesluiters uit het smaakklassement voeren het kostenklassement met kop en schouders aan (fl. 15,95). De Aldi levert de goedkoopste port; fl. 6,69 voor driekwart liter. De smaak laat ook hier te wensen over. ‘Te bitter’, ‘Goor’. De Barros-Almeida heeft het testteam van de schappen van de Hema geplukt. Deze doet het iets beter, en eindigt uiteindelijk op de derde plek. De smaak slaat echter iets te veel door naar de zoete kant. ‘Niet uitgesproken’, ‘Goedkope zoete smaak’. Of treffender: ‘Um bom porto, não muito doce.’ Je hebt per slot van rekening niet voor niets een expert in huis gehaald. Op de tweede plek eindigt Sandeman. Dit blijkt er eentje voor de liefhebber: tweederde van het testteam prijst hem de hemel in: ‘Prettig tintelend’, ‘Heerlijk, rond’, ‘Klasse’. Eenderde van de portnippers vindt het nog te vies om er saus mee te maken. Jorge, de Portugese proever, bevindt zich overduidelijk in dit kamp getuige zijn ‘uma grande merda’. Bovenaan eindigt de Conqueror, het huismerk van de Albert Heijn. Het doet zijn naam eer aan, het veroverde de harten en smaak-papillen van de meeste testers. Zij zetten hem bijna allemaal op de bovenste plek: ‘Não é picante, doce, bom porto’, en ‘Fijne geur’, ‘Ik proef fruit’. Concluderend stelt het testteam dat merk noch prijs garanties bie-den voor een goede port. De gevestigde porthuizen moeten qua smaak hun meerdere erkennen in het huismerk van Appie, hoewel ze qua prijs de rest ver achter zich laten. Sandeman kan in de waardering nog het beste meekomen met deze grootgrutter.

MerkPrijsWaardering (schaal: 1-6)
Conqueror, Albert Heijnfl 9,954,7
Sandemanfl. 14,954,0
Barros-Almeida, Hemafl. 9,503,4
Porto Baron’s Ruby, Aldifl. 6,693,2
Delaforcefl. 15,952,9
Kopkefl. 15,952,8