spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Drie keer bijna dezelfde opleiding: is dat wel handig?
22 november 2007 - Met gemeenschappelijke masteropleidingen hopen de drie TU’s de instroom van studenten te verhogen. Ook geven de 3TU-masters studenten de mogelijkheid een specialisatie aan één van de twee andere TU’s te doen. Inmiddels zijn bijna al deze gezamenlijke masters goedgekeurd.

Een paar jaar geleden spraken de drie technische universiteiten af dat er vijf gemeenschappelijke masteropleidingen moesten komen. Vier van die 3TU-masters -want zo heten ze inmiddels- zijn al als master erkend door de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie). Deze organisatie bewaakt de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen. Van de vier zijn Embedded Systems (52 studenten) en Sustainable Energy Technology (34 studenten) op 1 oktober 2006 gestart. Een maand eerder startte de 3TU-masteropleiding Computer Science Education (lerarenopleiding Informatica; 5 studenten). Deze vormt de eerste aanzet tot de overkoepelende master Science Education & Communication. Hierin worden alle lerarenopleidingen van de drie TU’s ondergebracht. Een aanvraag tot goedkeuring hiervoor loopt bij de NVAO. Dit collegejaar begonnen de masters Construction Management & Engineering (57 studenten) en Systems & Control (formeel nog geen studenten).
Studenten moeten deze masters aan elke TU kunnen volgen. Bijkomend voordeel is dat zij binnen die opleiding een specialisatie aan een andere TU kunnen doen. Dat kan in de vorm van keuzevakken, maar ook het hele afstudeerproject kan elders plaatsvinden. Over het algemeen is Engels in de masters de voertaal, omdat een deel van de instroom uit het buitenland komt.

Instroom omhoog
De plannen van de drie TU’s met de masteropleidingen staan beschreven in het belangrijke document ‘Slagkracht in innovatie!; sectorplan Wetenschap en Innovatie’ van begin 2004. Een belangrijk punt daarbij is de bundeling in de 3TU.Graduate School. Deze is inmiddels een feit. Hiermee hopen de universiteiten hun doelmatigheid van het onderwijsaanbod te vergroten. Achterliggend doel hiervan is dat de instroom van studenten in alle masteropleidingen omhoog moet. Ook moet de 3TU.Graduate School ervoor zorgen dat de brij aan opleidingen overzichtelijker wordt voor studenten. Een uitgewerkt voorbeeld daarvan is de doorstroommatrix die op de website van de drie TU’s (en op www.3tudoorstroommatrix.nl) is te vinden. Daarmee kunnen studenten eenvoudig bepalen in welke masters ze na hun bachelor kunnen doorstromen. En, niet onbelangrijk, of ze dan vakken moeten doen ter overbrugging. En zo ja, hoeveel.
Het bestuur van de 3TU.Graduate School wordt gevormd door de rectoren magnifici van Twente en Eindhoven, en het gewone collegelid uit Delft. Vanuit de TU/e ondersteunt beleidsmedewerker drs. Dirk-Jan Mulders deze bestuurscommissie. Hij relativeert de mate van gemeenschappelijkheid van de vijf 3TU-masters. “Nederland kent volgens de wet geen echt gezamenlijke opleidingen die verschillende universiteiten samen aanbieden. Het wetsvoorstel daarvoor is op de plank blijven liggen toen het vorige kabinet viel, in 2006. We omzeilen dit probleem nu door onder meer de hoofdinschrijving te doen aan een TU, met een neveninschrijving aan de beide andere TU’s. Maar ook op andere gebieden zijn juridische kunstgrepen nodig. Bijvoorbeeld bij de toelating en bij de examencommssie.”
De 3TU-masters zijn opleidingen van twee jaar. Ze bestaan uit een basisgedeelte en een deel waarin een specialisatie wordt gekozen. Bij Construction Management & Engineering (CME) bijvoorbeeld beslaan de vijf basisvakken ongeveer veertig studiepunten. Met zo’n tachtig studiepunten aan keuzevakken en het afstudeerproject maakt de student vervolgens de twee jaar vol. Het bijzondere aan de 3TU-masters is dat er afspraken zijn gemaakt over het afstemmen van de studie-inhoud. Qua tijdsplanning, maar de drie TU’s doen ook de toelating voor de opleidingen samen. Mulders: “Anders zouden studenten kunnen gaan shoppen voor de gemakkelijkste plek om binnen te komen.”

Terughoudendheid
De bedoelingen van de drie samenwerkende TU’s zullen ongetwijfeld goed zijn. Feit is echter dat nauwelijks studenten tijdens hun master één van de andere TU’s opzoeken om vakken of afstuderen daar te doen. Mulders: “Studenten blijken na een paar jaar geografisch gebonden te zijn. Ook zijn ze vaak tevreden over waar ze zitten.” Volgens prof.dr.ir. Wim Schaefer, opleidingsdirecteur van CME, is die terughoudendheid om te verhuizen typisch Nederlands. “In de Verenigde Staten is het veel meer de cultuur om te gaan voor een zo goed mogelijke opleiding. En daar hoort meestal een verhuizing bij.”
Iemand die wél voor zijn studie verhuisde, is de inmiddels afgestudeerde ir. Daan Vermeer. Hij studeerde CME nog als ‘track’ binnen de master Architecture, Building and Planning. Vier maanden werkte hij aan de gerenommeerde University of Reading in Engeland. “In mijn interessegebied waren ze daar veel verder dan aan de TU/e”, vertelt Vermeer, die nu in Londen werkt bij een internationaal projectmanagementbureau. “Later ben ik nog vier maanden naar Glasgow geweest. Van mijn studiegenoten deden relatief veel mensen een deel van hun afstuderen in het buitenland. Of je je kennis elders gaat halen, heeft volgens mij het ook met het type persoon te maken. En puur praktisch: binnen Nederland zal het wellicht meespelen of je een ov-jaarkaart hebt.” Vermeer kan zich geen latere studiegenoten herinneren die vakken in Delft of Twente volgden. “Zelf ben ik wel een paar keer naar de bieb van de TU Delft geweest. Daar hadden ze veel meer literatuur op mijn vakgebied.”
Een tweede reden voor de zeer lage ‘verhuisdrang’ van studenten is het feit dat de gemeenschappelijke 3TU-masters soms nog te weinig onderling onderscheid laten zien. Embedded Systems lijkt bijvoorbeeld nogal op elkaar aan de drie TU’s. “In Eindhoven zijn we sterk in formele wiskundige technieken. Delft legt meer de nadruk op computertechniek en Twente op ‘control theory’. Maar slechts een klein deel van de curricula is echt onderscheidend”, vertelt prof.dr.ir. Jan Friso Groote, TU/e-opleidingsdirecteur van Embedded Systems. “Je kunt je dan ook afvragen of het wel handig is dat drie TU’s op verschillende locaties bijna dezelfde opleiding aanbieden. Het is sowieso duurder dan het op één plek centraal te doen. Zou je het toch centraal doen, dan hebben veel masters een meest voor de hand liggende vestigingslocatie. Gaat het bijvoorbeeld over weg- en waterbouwkunde, dan ga je naar Delft. Voor Embedded Systems naar Eindhoven. Omdat de regio hier nu eenmaal vol zit met bedrijven met kennis op dat gebied.” Maar de samenwerking tussen de drie TU’s is volgens Groote nog niet ver genoeg om dit goed te regelen. “Nu is het nog van ‘Heb jij dit, dan willen wij dat ook’. Maar als we nog beter zouden samenwerken, kunnen we gaan kijken wáár we wát precies doen.” Efficiënter en logischer. En met moderne middelen als videocolleges wordt het voor studenten eenvoudiger om een vak van een andere TU te volgen. Verschillende masteropleidingen experimenteren inmiddels met het gebruik van live-videoverbindingen voor het onderwijs. Schaefer: “Onderwijs moet gewoon worden gegeven door de universiteit die het beste is op een bepaald onderwerp.”/.


3TU-masters/Jim Heirbaut
Illustraties/Jeannette Bos