spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
“Stiekem zouden we best een muzikale klapper willen maken”
22 november 2007 - Als veertienjarige puber ruilde hij een legeruniform en wat andere oorlogsmemorabilia tegen een gitaar, en stortte de beginnend muzikant zich op het bekende gitaarrifje van Deep Purple’s ‘Smoke on the water’. Pas twee decennia van eenzaam zolderhobbyisme later stond Bouwkunde-medewerker dr.ir. Jos van Schijndel voor het eerst met een band op de planken. Gedroomd van wereldtournees en drommen fans heeft hij nooit, “maar ik heb nog altijd spijt dat ik niet eerder werk heb gemaakt van de muziek.”

Stevige gitaarpoprock van de jaren zeventig tot in het nieuwe millennium, met een eigen vleugje Banana-rock: zo omschrijft Banana Republic zijn stijl. De regionale rockband start begin jaren negentig in de Eindhovense studentenscene, wanneer twee studenten (Marcel Heilijgers en Guido Handels) op zoek gaan naar muzikale broeders. Speelt de band aanvankelijk alleen covers, na een paar jaar ontstaat een eigen repertoire en worden de eerste zelfgeschreven nummers opgenomen en via het eigen circuit aan de man gebracht. Op één of twee wisselingen na kent de band jarenlang een behoorlijk vaste bezetting, waaraan eind jaren negentig Van Schijndel, inmiddels halverwege de dertig, wordt toegevoegd als gitarist.
Zo’n tien jaar geleden was de oud-TU/e-student namelijk wel klaar met het eenzame gehobby op zolder. Hij kreeg gitaarlessen van een vriend die in de band Private Circle zat, “totdat ik een keer mee het podium op werd gesleept. Heel zenuwachtig was ik; thuis in je eentje wat naspelen is heel anders dan met anderen spelen. Daar leer je pas écht van.” Ondanks de zenuwen smaakte het prille podiumdebuut in de kroeg naar meer en via via belandde Van Schijndel bij Banana Republic, dat op zoek was naar een tweede gitarist. De band speelt een mix van covers, van Led Zeppelin tot Live, van Deep Purple tot de Red Hot Chilli Peppers, en eigen nummers.
Hoewel De Bunker nog altijd de thuisbasis voor hun tweewekelijkse repetities is, zijn de heren het studentenbestaan inmiddels ruimschoots ontgroeid. De dictaten, tentamenstress en nachtjes doorhalen in de AOR of op Stratumseind hebben plaatsgemaakt voor het vaderschap, vaste lasten en andere verplichtingen. Opgetreden wordt er nog steeds - zij het maar een keer of vijf per jaar. “We worden ouder, er zijn steeds meer factoren, privé en zakelijk, om rekening mee te houden. Stiekem zouden we best een muzikale klapper willen maken: een hit, een voorprogramma van een bekende band of optreden op een groot podium. Maar dat zal dan met enig toeval moeten ontstaan.”
Ondanks die stille hoop is het plezier tijdens optredens er niet minder om, benadrukt Van Schijndel. Optredens terugluisteren op zoek naar verbeterpunten, zoals sommige bands doen, daar begint Banana Republic niet aan. “Je hoort ongetwijfeld van alles wat is misgegaan, maar dat doet niets af aan de leuke avond die wij en het publiek hebben gehad.”
Eén van zijn persoonlijke hoogtepunten tijdens optredens is ‘Zombie’ van The Cranberries. “Wij spelen een eigen, wat zwaardere versie; die hakt er bij ons én bij het publiek altijd goed in.” Tot spijt van Van Schijndel behoort ‘Stairway to heaven’ van Led Zeppelin niet tot de setlist: “We hebben het wel gespeeld, maar soms ‘klikt’ een nummer gewoon niet met ons als band en verdwijnt het weer uit beeld.”
De band schrijft en speelt ook nog altijd eigen nummers en een tweede cd staat daarom hoog op het wensenlijstje; een handvol nieuwe songs ligt klaar om te worden vastgelegd voor publiek en nageslacht. Maar de daadwerkelijke gang naar de studio bleef tot nu toe uit. “We hebben een paar keer een aanzet gemaakt, maar er kwam steeds iets tussen; een bandlid ziek, omstandigheden in de familie… Maar ooit komt die cd er.”
Met het ‘sex, drugs and rock-’n-roll’-gehalte van Banana Republic valt het, op wat biertjes en een jointje na, nogal mee, “hoewel het voor het image van de band vast goed zou zijn”, zegt Van Schijndel grijnzend. “Maar ik moet natuurlijk aan mijn imago aan de TU/e denken.” Geheim is zijn bandlidmaatschap binnen Bouwkunde trouwens zeker niet: afgelopen mei speelde Banana Republic nog tijdens het feestje ter ere van Van Schijndels promotie aan de faculteit. “Leuk om collega’s te laten zien dat ik ook wel eens een andere pet op heb.”/.

Interview/Jos van Schijndel door Monique van de Ven
Foto/Bart van Overbeeke