spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

“Virus leeft nog steeds”

Positieve geluiden uit Afrika

Bollywood in het Gaslab
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Cultuursnuiven op slaapkamers

13 februari 2009 - Het StuKaFest beleefde gisteravond haar tweede editie in Eindhoven. Een vijftiental Eindhovense studentenkamers deed weer voor een avond dienst als cultuurpodium. Cursor ging bij een aantal van die kamers op bezoek, en maakte een uitgebreide reportage. Conclusie: het publiek vermaakte zich uitstekend.

x2_s.jpg
The Mekanik. Foto: Bart van Overbeeke.

The Mekanik brengt duivenzolder in extase
Het is even zoeken naar de ingang, die niet op de Demer zelf, maar aan de achterkant van de winkelstraat blijkt te zijn. Vandaar waarschijnlijk, dat er vijf minuten voor aanvang van de Tilburgse band The Mekanik behalve wat huisgenoten en een vrijwilliger van de organisatie, nog geen publiek is gearriveerd.

De locatie is een tochtige, ruime zolder waar, aan de uitwerpselen op de dwarsbalken te zien, doorgaans meer duiven dan studenten verblijven. De bewoners van het pand zijn er niet zo blij mee. Ze hadden een feestkamer op de eerste verdieping tot hun beschikking, maar twee weken geleden heeft de huisbaas die verhuurd aan de winkel eronder. Een teleurgestelde bewoonster legt uit: “We hebben geprobeerd of we ‘m toch mochten hebben voor vanavond, maar ze denken dat wij een soort ratten zijn die de boel vervuilen en afbreken. Ze hebben de deur op slot gedaan.”

Mekanik-drummer Marjolein Dokter vind het niet erg. “Het is een mooie, hoge ruimte. Fijn juist om in te spelen.” En dat blijkt, want op het moment dat ze beginnen te spelen gaat het dak eraf. Net alsof ze gewoon in een zaal staan. Beetje hard, dat wel en even wennen aan de akoestiek. Een man of tien publiek heeft inmiddels ook de zolder gevonden en wordt door de bewoners van drank voorzien.

Het duurt even voordat de sfeer er helemaal in zit, maar vanaf het nummer ‘Run Run Run’ is iedereen los. De zwoele stem van Bram de Gruijter in combinatie met de Rhodes van Remco is haast hypnotiserend. Elk nummer wordt mooier en het lijkt wel of ook het geluid steeds beter wordt. De nummers zijn origineel, dansbaar en prettig om naar te luisteren en dat gebeurt niet vaak meer tegenwoordig in een muziekwereld waar continu van elkaar gejat wordt. The Mekanik is duidelijk klaar voor het grote publiek, maar voelt zich net zo goed thuis in een klein hok voor een select publiek.

Op het moment dat dat publiek ook echt helemaal uit z’n dak gaat, zijn ze net klaar. Dat smaakt naar meer. Dat komt er ook, verzekert Bassist Kai Liebrand. We moeten maar op de website kijken voor de tourdata. Of ze het leuk vonden? Kai: “Heel erg. Het is leuk om aan zoiets mee te doen. En het was gezellig met de bewoners hier in huis. We hebben nasi gegeten.”

 

Roel kan best zonder Anna
Hoe ze met zijn tweeën klinken, is niet duidelijk geworden, maar vast staat dat Roel Dullaart van het cabareteske muziekduo Roel&Anna ook in zijn eentje het publiek kan betoveren. In een keurige eengezinswoning in de Scheidingsstraat, waar Tim Righart met drie andere studenten woont, zingt Roel uit volle borst zes kleinkunstliedjes.

Roel zonder Anna. Foto: Rien Meulman

Tim hoefde in de huiskamer slechts de banken opzij te schuiven, de zuurstokkleurige grand foulards recht te trekken en een krat bier en fris op tafel te zetten. De piano stond er al en de gitaar heeft Roel zelf meegebracht.

Anna is haar stem kwijt en is daarom thuisgebleven. Roel vindt het jammer: “Anna zorgt voor de humor, nu moeten jullie het doen met zwaar dramatische liedjes”, houdt hij het muisstille tiental studenten van de eerste ronde voor. Zoals ‘Red mij niet’ van Maarten van Roozendaal, een ballade van Leonard Cohen en ‘Dans met mij’ van Bram Vermeulen. Ze klinken prachtig.

Het zelfgeschreven openingsnummer knalt er meteen in. ‘Mijn rijkdom’, heet het lied en het gaat over de wonderen van de natuur. “Ik vul mijn zakken met de stralen van de zon”. Roel kijkt iedereen diep in de ogen. Als het niet zo’n vrolijk nummer was, zou je je nog verlegen gaan voelen. “Het allermooiste wonder dat ben jij.”

Ook het laatste lied is zelfgeschreven en vrolijk; een echte meezinger. Met Amsterdams accent brult Roel over heimwee naar de vakantie. Over het gevoel dat je hebt wanneer je thuiskomt van de camping en met een biertje op de bank zit.

"Met een biertje in de hand,
bekijk je de vakantievideoband
en je denkt: wanneer
begint de vakantie weer

niet naar huis
niet naar huis
niet naar huis”

Maar wel snel naar het volgende Stukafest-adres!

 

Half uurtje babbelen met Murth Mossel
In de kamer van Manon Bodenstaff, op de zolder in het Guido Gezellehuis, is de stemming al vrolijk voor Murth Mossel zijn show begint. Er zitten zeker dertig studenten op haar witte bed, de bank, het bureau en de vloer. Achter de kast en in de deuropening staan er ook nog wat. De stand-up comedian die Howard Komproe vervangt, legt nog even uit dat hij ‘een andere neger’ is en begint te babbelen met het publiek.

Murth Mossel. Foto: Rien Meulman.

Die interactie wordt erg gewaardeerd. Mossel vraagt wie er wel eens op vakantie gaat en of ze dat net zo belangrijk vinden als hij. “Iemand zei me ooit: Een ticket maakt je arm, maar een reis maakt je rijk. Dus je moet het gewoon doen, zoveel je kan.” Wanneer een student vertelt dat zijn laatste reis naar Zuid Afrika was, verzucht Mossel dat hij daar ook nog graag naartoe wil. Hoewel hij niet zo van het reizen zelf houdt. In een vliegtuig naar New York moest hij laatst een groen formulier invullen. “Dan moet je met yes of no aangeven of je lid bent van een terroristische organisatie, zo absurd.”

De studenten lachen om iedere opmerking. Wanneer hij hoort dat de jongen voor hem op de grond economie studeert, is hij pijlsnel: “Ah, dan kunnen we binnenkort zeggen dat het jouw schuld is.” Wanneer hij probeert te begrijpen wat Innovatieve Wetenschappen zijn, geeft hij direct op: “Dat is zo vaaaag. Ik bedoel: wat kun je dan eigenlijk worden?” Maar het lijkt geen enkele student te deren. De sfeer is en blijft opperbest. Zelfs wanneer Mossel met brede armgebaren een grote glazen lampenkap aan diggelen slaat - per ongeluk - moet iedereen lachen. Zelfs Manon, die meteen zegt dat het niet erg is. “Oh”, zegt Mossel en hij doet of hij nog wel meer van de wand wil trekken.

Het improviseren van een slottekst gaat de stand upper makkelijk af: “Sorry. Ik wou afsluiten door te zeggen dat het zo goed gegaan was. Nou ja. Ik applaudisseer dan maar voor jullie.”