spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

De atomen laten dansen

5 maart 2009 - Eigenlijk voelt ze zich meer wetenschapper dan kunstenaar; op haar best in een lab, meer nog dan in het theater. Halina Witek, als prille twintiger vanuit Polen voor haar liefde naar Eindhoven gekomen, waar ze een blauwe maandag Bouwkunde studeerde, maar vooral bekendheid verwierf met haar theater. Tegenwoordig brengt de multimediakunstenares bijna dag en nacht door op het TU/e-terrein, waar ze zich laat omringen en inspireren door de wetenschap.

Met naar eigen zeggen nauwelijks meer dan een paar schoenen kwam Witek midden jaren zeventig naar Nederland. Net afgestudeerd in de architectuur én aan de kunstacademie verliet ze haar geboorteland Polen voor haar Nederlandse liefde, met wie ze een nieuw leven begon in de Brabantse lichtstad. Omdat haar (onder communistisch regime behaalde) architectuurdiploma hier niet werd erkend, maakte ze als student een nieuwe start aan de TU/e-faculteit Bouwkunde, waar ze instroomde in het derde jaar.

Lang duurde haar studentenbestaan in Eindhoven niet. Buiten collegetijd gaf Witek pantomimelessen en dat deed ze dusdanig verdienstelijk dat het Nederlands Mime Centrum in Amsterdam haar ervan overtuigde een eigen theater te beginnen. In de woonkamer van haar huis aan de Prins Hendrikstraat opende de toenmalig cultuurwethouder het kleine kunstenpodium. Witek: “Ik weet nog dat ik dacht: wat een prachtig land is dit, dat dit hier kan! Ik was begin twintig, maar voelde me enorm volwassen.”



Het huiskamertheater werd al snel een succes - en daarmee te klein. Na een tussenstop in een voormalig schoolgebouw aan de Jan Smitzlaan én een verblijf in Tokio, waar ze zich verdiepte in butoh-dans, verhuisde Witek haar artistieke ambities uiteindelijk naar de Paradijslaan. In een oude garage achter het pand van het Eindhovens Dagblad begonnen de kunstenares en haar man het later befaamde Theater Het Klein voor beeldende kunst en bewegingskunst. Daar stonden ze volgens Witek altijd ‘maximaal ten dienste’ van de kunstenaars: “Vrijwel alles kon en mocht, daarin heb ik altijd risico’s genomen. Als iemand iets wilde laten zien en daarbij de boel niet in brand zou zetten, was ik per definitie geïnteresseerd.” Onderzoeken, uitproberen, grenzen opzoeken en experimenteren hebben bij Witek altijd voorop gestaan. Ze spreekt dan ook niet graag van een theater, maar eerder van een presentatiepodium of, liever nog, een lab. “Ik voel me een onderzoeker. Het simpelweg maken van producties heeft me eigenlijk nooit zo geboeid.”

Vervlakking
Een paar jaar terug vond Witek het mooi geweest met Het Klein. Het publiek kwam nog altijd graag en veelvuldig, maar zelf was ze ermee klaar. “Vooral met het elke vier jaar opnieuw moeten bevechten van je bestaansrecht, in de hoop op subsidie.” Bovendien, zo zegt ze stellig: “Als kunstenaar moet je je af en toe kunnen terugtrekken in de kelder om je gedachten te reconstrueren. Anders treedt vervlakking op.” De opkomst van de computer en andere nieuwe media boeide haar en bleek voor Witek een gebied met volop mogelijkheden voor ontdekkingen en experimenten.

Vijf jaar terug, op een bijeenkomst waar ze samen met andere Eindhovenaren een Koninklijke onderscheiding kreeg, ontmoette ze Rob van Welzenis; destijds onderzoeker aan de TU/e-faculteit Technische Natuurkunde. Hij vond het interessant dat Witek allerlei wetenschappelijke informatie gebruikte in haar werk en zocht haar op in Het Klein, vlak voordat het doek voor het theater viel. “Hij vond dat ik informatie tekort kwam, gaf me bepaalde ideeën, informatie en boeken. Hij werd een soort klankbord.”

Samen met collega’s Bert Koopmans en Gertjan van Heijst van zijn faculteit bezocht Welzenis de afsluiting in Het Klein. Witeks werk bleek ook de beide hoogleraren te boeien en vooral Van Heijst zag mogelijkheden tot samenwerking. Hij bood Witek een gastvrijheidsaanstelling aan binnen zijn groep Transportfysica, inclusief een eigen kamer voor de kunstenares in Cascade. Daar verkent ze, te midden van wetenschappers, manieren om kunst en wetenschap met elkaar te verbinden. Die combinatie is trouwens niets nieuws, benadrukt ze: “Het één heeft het ander altijd al geïnspireerd. Kijk naar mensen als Leonardo da Vinci.”



Nieuwe context
Vooral door de beelden, meestal verkregen uit onderzoeksactiviteiten, die de gebouwbewoners aandragen, zijn voor Witek een onuitputtelijke bron van inspiratie. Beelden van vortices, fractals, atomen en dipolen: de Eindhovense gaat er op artistieke wijze mee aan de haal om de platte plaatjes om te bouwen tot bewegende schilderijen en installaties. “Ik geef er als het ware een nieuwe context aan.”

Met programma’s als Photoshop, iMovie, Flash en GoFigure bewerkt ze de beelden tot animaties, films en montages. Deze projecteert ze met een beamer op enkele lagen zorgvuldig gedrapeerde tulen doeken, zodat een driedimensionaal schouwspel ontstaat. Om het gewenste 3D-effect te krijgen, moest Witek lang uitproberen en experimenteren. De juiste tule, van exact de gewenste dikte, vond ze na lang zoeken in Turkije.

Eén van Witeks producties is geïnspireerd op haar fascinatie voor de kosmos, waarvoor ze beeldmateriaal van NASA combineert met dat van TU/e-onderzoekers. Het verhaal wordt verteld vanuit een mier, verbeeld door een danseres die als het ware ‘speelt’ met de animaties van Witek die haar omringen. Met hoogleraar Gertjan van Heijst bezocht de kunstenares eerder een wetenschappelijk festival in Polen, waar ze zijn presentatie artistiek omlijstte. Ook gaf ze een performance na zijn toplezing bij Studium Generale. “Het was als het ware een bewegend schilderij naar aanleiding van wat hij daarvoor had verteld. Het publiek krijgt zo iets te zien van wat hier gebeurt, zij het in een andere vorm.”



Eén van haar eerste projecten aan de TU/e was de multimediashow die ze, samen met dj Lady Aïda en buikdanseres Laetana, verzorgde tijdens de SuperTUesday over nanotechnologie in 2006. “Ik was hier nog maar net en had zó’n overvloed aan informatie. Kees Flipse en Bert Koopmans hadden me wat plaatjes gegeven en gezegd: doe er maar wat mee. Ik heb de informatie en beelden puur grafisch benaderd en er een show van gemaakt waarbij ik atomen ruimtelijk heb gemaakt en heb laten dansen. Het was puur ter versiering van de dag; mooi, maar niet erg informatief.”

Dat laatste is ook geen doel op zich, benadrukt Witek: “Toeschouwers worden geen halve wetenschappers door het zien van mijn werk. Het is niet mijn streven om ze ‘even’ uit te leggen hoe nanotechnologie in elkaar zit. Dat kán ik ook niet, hoewel ik inmiddels wel het nodige heb opgepikt en vaak wel weet waarvoor iets dient. Ik wil vooral laten zien dat het bestáát, mensen iets meegeven van de wetenschap en van wat hier aan de TU/e gebeurt.”

Daar zou ook de universiteit meer naar moeten streven, vindt ze. Bijvoorbeeld door meer kunstenaars, letterlijk en figuurlijk, de ruimte te geven op de campus en samen met hen de denkbeeldige muren te doorbreken die de universiteit in Witeks ogen heeft opgebouwd. “Vergelijk het met een tuin: om deze te laten groeien en bloeien, moet je eens in de zoveel tijd de confrontatie aangaan, alles eruit gooien en de boel eens flink omspitten, om daarna nieuwe combinaties te maken en verbanden te leggen.” Kunstenaars kunnen daarbij helpen, vindt Witek, omdat ze op een andere manier naar de wetenschap en de wereld kijken. “In plaats van op Strijp-S zouden híer de ateliers voor kunstenaars moeten zitten.”



Zelf noemt ze haar stek in Cascade, waar ze haast dag en nacht te vinden is, een enorm cadeau. “Sommige mensen zien me misschien als een vreemde eend in de bijt, maar ik voel me hier fantastisch.” Ze is naar eigen zeggen een sociaal mens en altijd in beweging. Mede daardoor is de kunstenares inmiddels een bekend gezicht in Cascade, bij wie gebouwgenoten regelmatig uit eigen beweging op de stoep staan met boeiende plaatjes of interessante informatie. “Voor onderzoekers is het een rijkdom om hun wetenschappelijke verhaal op straat te kunnen leggen, zij het in een andere vorm of context”, vindt Witek.

De kunstenares is vaak te vinden in het Atrium: de hoge ruimte middenin het gebouw, waar ze, soms samen met muzikanten of dansers, repeteert en experimenteert. Dit is ook de plek waar bewoners van Cascade doorgaans de eersten zijn aan wie Witek haar werk presenteert. Als het daar überhaupt al van komt, want hoe graag ze haar fascinaties ook deelt: het presenteren van haar werk vindt ze eigenlijk het minst interessante stuk van haar artistieke proces: “Ik sta er niet altijd bij stil dat anderen het misschien willen zien. Ik ben gewoon geen goede verkoper van mijn eigen werk.” Om eraan toe te voegen: “In de waarheid, als die al bestaat, ben ik niet geïnteresseerd. Het gaat me niet om de bestemming, maar om de reis ernaartoe. Of eigenlijk nog meer in de voorpret voorafgaand aan die reis.”/.

 

“Kunst als brug tussen wetenschap en het grote publiek”

Dat hij zo’n twee jaar terug een kunstenares in huis haalde, ging eigenlijk ‘een beetje bij toeval’, zegt prof.dr.ir. Gert-Jan van Heijst van de groep Transportysica. “Oud-medewerker Rob van Welzenis kende haar. Hij wist dat Theater Het Klein werd opgeheven, dat Halina geïnteresseerd was in allerlei vormen en beelden die je ook in de wetenschap ziet en dat ze een ruimte zocht om te werken en inspiratie op te doen. En wij hadden nog een kamertje over.”

Hij vervolgt: “Ik vind het boeiend om te zien hoe ‘onze’ wetenschap een inspiratiebron is voor iemand die er vervolgens heel andere dingen mee doet. Ik merk dat onderzoekers hier het ook erg leuk vinden om elementen uit hun eigen onderzoek in een heel andere dimensie terug te zien. Daarbij is kunst een prima mogelijkheid om een brug te slaan tussen wetenschap en het grote publiek. Ik denk dat het voor de hele universiteit leuke kansen biedt als er meer kunstenaars in verschillende onderzoeksgroepen zouden werken. Al is het maar omdat je bezoekers van bijvoorbeeld open dagen eens iets anders kunt voorschotelen dan alleen maar zakelijke presentaties.”

Hij benadrukt: “Voor ons als groep is het werk van Halina een zijlijn en geen primair ding. Wij helpen haar, maar verder mag ze haar eigen weg vinden.” Dat neemt niet weg dat Van Heijst het erg leuk vindt om Witek in huis te hebben en dat hij bewondering heeft voor haar werk. “Misschien kan het uitgroeien naar iets groters, zodat ze ook meer bekendheid krijgt op de rest van de campus, maar dat is aan haar zelf. Ik weet dat ze heel bescheiden is over wat ze maakt en doet.”

Interview/Monique van de Ven
Foto’s/Bart van Overbeeke