De interne kick-off van de campagne kan de TU/e-gemeenschap niet ontgaan zijn. Fuchsiaroze matten op parkeerplaatsen, zadelhoesjes op fietsen, flyers onder ruitenwissers en stickers op toegangsdeuren met daarop prikkelende vragen die de nieuwsgierigheid moeten wekken. ‘Your fingerprint as a key?’, ‘To Mars by elevator?’, ‘A bicycle that can’t be stolen?’. Begin deze week ging ook de bijpassende site de lucht in: www.theinnovator.nl.
Drs. Brigitte Rijshouwer, directeur van het Communicatie Expertise Centrum (CEC), legt uit welke doelen men nastreeft met de campagne. “De TU/e moet haar zichtbaarheid vergroten en zich meer gaan onderscheiden van andere universiteiten. We hebben een verkenning laten uitvoeren, waaruit bleek dat het gewenste imago van de TU/e samen te vatten is met de termen ‘excellent’, ‘toonaangevend’ en ‘internationaal’. Toen dat getoetst werd bij doelgroepen, kwam naar voren dat ‘internationaal vooraanstaand’ niet werd herkend. Niet door bedrijven en ook niet door de eigen studenten.”
Redenen voor de onzichtbaarheid van de TU/e zijn bescheidenheid en introversie. Externe analisten constateerden in het verleden al dat de Eindhovense universiteit zich maar zelden op de voorgrond plaats. Bovendien gaat ze uit van het eigen aanbod en minder van de vraag van de diverse doelgroepen.
Dat laatste gegeven werkte onder meer belemmerend bij eerdere pogingen om de TU/e meer uitstraling te verlenen. De vier jaar oude slogan ‘Where innovation starts’ is inmiddels intern wel bekend, maar bij het grote publiek is die niet tot leven gekomen. “De TU/e bracht kennis en kunde alleen onder de aandacht van vakbroeders”, zegt Rijshouwer. “Onze ambitie om erkend te worden als een internationaal vooraanstaande, technologiegedreven universiteit die inspeelt op maatschappelijke ontwikkelingen, kunnen we alleen waarmaken wanneer we onze zichtbaarheid vergroten en de TU/e een sterk merk wordt.”
Wil je je imago goed inzetten bij het werven van studenten en nieuw onderzoek, dan moet het ook aansluiten bij de eigen kracht van de instelling, zegt Marc Rosmalen, specialist marketingcommunicatie bij het CEC. “De persoonlijke benadering, het toegankelijke van de TU/e en het feit dat mensen echt geïnspireerd worden door de TU/e zijn onze sterke punten.”
Op de menselijke benadering wordt stevig ingezet tijdens de nieuwe campagne. Rijshouwer: “Innovatie start niet in gebouwen, maar in onderzoekers en studenten.” Dat moet volgens haar extern én intern duidelijk worden. “Aan scholieren laten we filmpjes en posters zien waarin bijvoorbeeld een promovenda haar maatschappelijke betrokkenheid toont. Daarnaast leggen we hen prikkelende vragen voor met als kern: zou jij het niet ontzettend leuk vinden om ook ‘innovator’ te worden?”
Intern worden medewerkers van de TU/e ook betrokken bij de cultuuromslag. Iedere faculteit heeft het verzoek gekregen haar eigen ‘innovators’ op te sporen. “Het zou fantastisch zijn wanneer er in elke faculteitsgebouw een ‘wall of fame’ komt te hangen”, vult Rosmalen aan.
Rijshouwer en Rosmalen denken het effect van de campagne pas over langere tijd te kunnen zien. “We verwachten in eerste instantie meer bezoekers op de open dagen. Dat zul je waarschijnlijk niet al direct bij de eerste dagen in oktober kunnen meten, dat kost meer tijd”, zegt Rosmalen. “Een hoger bezoekersaantal leidt uiteindelijk tot meer studenten. Belangrijk is dat we eerlijk laten zien wie we zijn. We moeten de studenten geen worst voorhouden.”/.
|