spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Koffie halen op de campus

1 oktober 2009 - Terwijl afgestudeerden door de crisis lastiger aan een baan komen, is het voor studenten juist makkelijker om een stageplek te vinden. Geef werkgevers ook eens ongelijk: een goede stagiair(e) kost bijna niets en kan veel werk opknappen.
Foto: Bart van Overbeeke

Ook aan de TU/e lopen volgens de gegevens van de Dienst Personeel en Organisatie op elk moment zo’n veertig stagiairs rond, netjes verdeeld over diensten en faculteiten, die gemiddeld een half jaar blijven. Ze komen van het middelbaar- of hoger beroepsonderwijs, of van een andere universiteit voor een wetenschappelijke stage. Ze studeren om de hoek bij Fontys, of iets verder weg op het ROC Eindhoven. Sommigen komen zelfs uit het buitenland om hier ervaring op te doen.
Wat doen ze hier, wat vinden ze van de universiteit als stageplek en worden ze een beetje fatsoenlijk begeleid? En houden ze er nog iets aan over?

 

‘Niet de hele dag achter de computer’

Naam: Aron van Gemert
Leeftijd: 21 jaar
Opleiding: Bouwkunde, ROC Eindhoven
Stageduur: 90 dagen
Vergoeding: 180 euro per maand


Hij is door zijn begeleider Leon van de Vorstenbosch gebombardeerd tot ‘storingscoördinator’ van de afdeling Beheer en Onderhoud Bouwkunde/Terreintechniek, verantwoordelijk voor het onderhoud van alle gebouwen op de TU/e-campus. Het is een functie die prima past bij de opleiding van stagiair Aron van Gemert. Hij heeft namelijk bijna de opleiding Bouwkunde, afstudeerrichting Beheer, afgerond aan het ROC in Eindhoven. “Ik hoef hier alleen nog negentig dagen stage te lopen, tot begin januari, en dan ben ik klaar.”
Aron is pas sinds 8 september aan de TU/e, maar vooralsnog bevalt het hem prima op de campus. Hij vertelt wat de afdeling doet: “Alle storingen of problemen met de huisvesting worden hier gemeld. Dat kan van alles zijn: een deurklink is kapot, of er zit een gat in de muur, er moet een slot worden geplaatst of een randje afgekit. Wij schakelen dan de huisaannemer in en controleren later steekproefsgewijs of alles netjes is afgehandeld.”
De eerste tijd zal Aron vooral op zijn kamer te vinden zijn, waar hij naar eigen zeggen zijn begeleider de oren van het hoofd vraagt: “Ik moet nog echt ingewerkt worden en stel Leon nog aan de lopende band vragen. Dat moet natuurlijk ook, anders kom ik niet verder.” Begeleider Van de Vorstenbosch heeft daar geen problemen mee: “Je weet dat je er in het begin tijd in moet stoppen, maar we hebben er bewust voor gekozen stagiairs uit het laatste jaar van hun studie aan te nemen. Die kun je iets meegeven en dan zelfstandig nuttig en tijdrovend werk laten doen, zoals een sloopvergunning aanvragen, bijvoorbeeld.” Ook is het de bedoeling dat Aron rondes over de campus zal maken om preventief te kunnen ingrijpen, mochten zich ergens bouwkundige problemen openbaren.
Aron vertelt wat hij leuk vindt aan de universiteit als stageplek: “Je komt in contact met veel verschillende mensen: natuurlijk de mensen die de problemen melden, maar ook de aannemers en studenten van mijn leeftijd. Ik ben eigenlijk heel vrij, heb geen vast rooster. Als er een melding binnenkomt, ga je erheen om te kijken wat er mis is. Je zit dus niet de hele dag achter de computer. Zo leer je op een leuke manier heel veel. Ik woon niet in Eindhoven en leer nu pas dat ze hier aan de TU/e allerlei nieuwe, interessante dingen ontwikkelen.”

 

‘Ik denk altijd aan de toekomst’

Naam: Francesca Mancini
Leeftijd: 22 jaar
Opleiding: Natuurkunde, Universiteit van Rome
Stageduur: half jaar
Vergoeding: 300 euro per maand (verblijfskosten via Erasmus-programma)


Francesca Mancini komt van verder dan de meeste andere stagiairs; uit Rome om precies te zijn. Daar studeert ze theoretische natuurkunde. Ze is via het Erasmus-uitwisselingsprogramma een half jaar te gast in de vakgroep Mesoscopic Transport Phenomena, waar ze wordt begeleid door prof.dr. Federico Toschi - niet toevallig een bekende van haar professor in Rome. “Ik ben naar Eindhoven gekomen omdat hier aan toegepaste natuurkunde wordt gedaan en ik wilde weten hoe zo’n onderzoeksgroep werkt. In Italië is de theoretische natuurkunde beter ontwikkeld dan experimenteel onderzoek. De overheid steekt daar weinig geld in.” Hoewel ze dus theoretische natuurkunde studeert, wil ze graag onderzoek doen met toepassingen “in de echte wereld”. Geen gereken aan deeltjesversnellers of snaartheorie dus, wat haar betreft. Zo hield ze zich tijdens haar bachelorstudie al bezig met simulaties van tumoren.
Francesca loopt mee in de vakgroep en zal computerberekeningen doen aan het stromen van bloed in aderen, in samenwerking met onderzoekers van Biomedische Technologie. Ze heeft al wat ervaring met de rekentechnieken die daarvoor worden gebruikt, maar kan verder nog niet zoveel vertellen over de inhoud van haar stage: ze is pas sinds begin september in Eindhoven. “Maar ik heb al veel vriendschappen gesloten. Met studenten uit Turkije, Mexico, Duitsland; ik heb alleen nog bijna geen Nederlanders ontmoet, behalve mijn huisgenoot. Daar blijkt wel uit dat dit echt een internationale omgeving is. Bij een wiskundecollege heb ik ook al kennisgemaakt met Indiase en Afrikaanse studenten. Daar geniet ik erg van. En het helpt ook dat die colleges in het Engels zijn; in Italië is dat een zeldzaamheid. Maar ik wil ook Nederlands leren en de Nederlandse cultuur en gewoontes leren kennen. Ik sluit namelijk zeker niet uit dat ik hier blijf om een promotieonderzoek te doen.“
Vanuit het Erasmus-programma krijgt Francesca driehonderd euro per maand voor levensonderhoud; lang niet genoeg om in het buitenland van te leven. “Ik heb toevallig een heel goedkope woning gevonden, maar meestal ben je alleen aan de huur al meer geld kwijt.” Bovendien krijgt ze het geld in twee termijnen, zodat ze veel geld moet voorschieten. “Ik hoop dat mijn vader het geld heeft”, klinkt het een beetje bezorgd. Maar goed, ze is hier niet gekomen om te feesten, zoals veel andere uitwisselingsstudenten: “Ik ben heel serieus en denk altijd aan de toekomst. Daarom ben ik hier nu ook - net als veel andere Italiaanse studenten die naar het buitenland vertrekken omdat in ons land weinig werk is in de wetenschap.”

 

‘Niet zomaar met een klusje in een hoekje gezet’

Naam: Sten Otter
Leeftijd: 21 jaar
Opleiding: Communicatie, Fontys Hogescholen
Stageduur: 19 weken
Vergoeding: 250 euro per maand


Sten Otter volgt de opleiding Communicatie van de Fontys Hogeschool, op een steenworp afstand van de TU/e. Hiervoor loopt hij een half jaar stage bij het Communicatie Expertise Centrum (CEC). “Ze noemen het een beroepsopleidende stage, of een meeloopstage. Die laatste benaming dekt de lading het beste. Het is toch vooral een kwestie van kijken hoe het er op zo’n afdeling aan toe gaat.” Hij loopt vier dagen per week mee, momenteel met de redacteuren van het CEC. Eindredacteur Astrid Bons (duwend op de foto) is Stens praktijkbegeleider. “Maar ik hoop voordat dat ik wegga ook de afdelingen marketing- en interne communicatie meegemaakt te hebben. En de persvoorlichting, dat vind ik erg interessant. Het is voor een bedrijf heel belangrijk hoe je naar buiten treedt en ik wil graag zien hoe ze dat hier aan de TU/e aanpakken. “
Sten houdt zich bezig met het redigeren van teksten, het natrekken van de links op TU/e-sites en het beoordelen van het gebruiksgemak van de websites. En hij wordt regelmatig geconsulteerd door de dames van de afdeling. Hij sluit met zijn 21 jaar namelijk vrij dicht aan bij één van de belangrijkste doelgroepen van het CEC: potentiële nieuwe studenten. “En ze hebben me gevraagd aan de slag te gaan met een smoelenboek van de afdeling. Ik heb al een eerste voorstel op papier. Het moet natuurlijk wel iets moois worden, dat mag je wel van een communicatieafdeling verwachten. Maar gelukkig kunnen ze me als stagiair nergens de eindverantwoordelijkheid voor geven!”
“Ik moet zeggen dat ik niet zoveel van de universiteit zie. Het valt me wel op dat je hier vooral mannelijke studenten hebt, terwijl op mijn opleiding iets van zeventig procent vrouw is. En het werk hier op de afdeling is erg versnipperd: iedereen houdt zich bezig met zijn eigen specialisme. Dat zal de kwaliteit ongetwijfeld ten goede komen, maar ik merk wel dat de communicatie tussen de specialisten veel tijd kost: er wordt onderling veel gebeld en gemaild. En vaak is die ander dan net ziek of vrij. Maar ik word hier wel heel goed opgevangen. Ik word niet zomaar met een klusje in een hoekje gezet.”
De Fontys-student ziet zichzelf nog niet als specialist aan het werk gaan: “Ik doe de afstudeerrichting Communicatiemanagement, zoals de meesten trouwens. Maar het is wel goed om te leren over specialismen. Daarom volg ik ook een minor Communicatie en Multimedia Design. Daar leer ik veel over de ict- en ontwerpkant van communicatie. Want je moet als manager natuurlijk wel weten wat er op dat gebied mogelijk is. “

 

‘Er gebeurt hier veel meer dan ik had verwacht’

Naam: Jordy de Vries
Leeftijd: 18 jaar
Opleiding: Beveiliger, ROC Eindhoven
Stageduur: 500 uur
Vergoeding: 166 euro per maand


Jordy de Vries (18) volgt de tweejarige mbo-opleiding tot Beveiliger. Samen met een jaargenote is hij de eerste stagiair die vanuit het ROC bij de TU/e-beveiliging te gast is. Hij loopt vier dagen per week mee met zijn begeleider Jan van Schijndel (links op de foto) of diens collega Frans Goossens - in zijn eigen schooluniform, om hem te onderscheiden van de TU/e-beveiligers die al wel een diploma op zak hebben. Alleen op vrijdag gaat hij nog naar school. Het bevalt hem wel, zo aan een universiteit. Vooral de afwisseling spreekt hem aan. “Er gebeurt hier veel meer dan ik had verwacht. Er worden op het terrein allerlei evenementen georganiseerd en er wordt ook best vaak ingebroken of iets gestolen.”
Jordy vertelt dat hij zijn stageplek zelf heeft gevonden. Toen hij erachter kwam dat er plek was aan de TU/e, regelde hij een sollicitatiegesprek. En nadat hij een halve dag op proef had meegelopen, kreeg hij te horen dat hij welkom was op het universiteitsterrein, tegen een stagevergoeding van 166 euro per maand. Niet echt riant, maar Jordy kan er wel mee leven. Er zijn ook particuliere beveiligingsbedrijven die stagiairs een gewoon salaris uitbetalen, maar daar heeft zijn broer, ook beveiliger, slechte ervaringen mee: “Dan zetten ze je gewoon in je eentje ergens neer en mag je het zelf uitzoeken. Hier word ik goed begeleid en leer ik ook echt iets.”
Tijdens de festiviteiten na afloop van de opening van het academisch jaar beleefde Jordy zijn eerste ‘heterdaadje’: een beschonken student ging er met een bankje van cateringbedrijf Albron onder zijn arm vandoor. Toen Jordy hem aanhield en naar zijn naam vroeg, ging de student er van tussen en viel bij de fietsenkelder van ruim twee meter hoog naar beneden. Hij kwam ongelukkig neer en moest met een ambulance worden afgevoerd. Een echte vuurdoop voor Jordy. Van Schijndel vertelt dat hij zelf een fietsendiefstal simuleerde om Jordy de kans te geven om die situatie te oefenen. Dat is namelijk ook onderdeel van het examen.

Overigens is begeleider Jan van Schijndel ook een soort stagiair, zo blijkt. Hij heeft al wel het diploma Beveiliging, maar gaat nu door voor Coördinator Beveiliging. En daarvoor moet hij weer 640 uur stage lopen. “Maar gelukkig zijn we een erkend leerbedrijf, dus ik kan mijn stage gewoon hier voldoen. Dat is wel zo handig.”

 

Stages/Tom Jeltes
Foto’s/Bart van Overbeeke