spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Prof.dr. Rutger van Santen, hoogleraar Katalyse
Olivijn geen oplossing voor broeikasprobleem
Aan de vooravond van de klimaattop in Kopenhagen besteedde de Volkskrant dit weekend aandacht aan het idee van de Utrechtse hoogleraar Olaf Schuiling om koolstofdioxide onschadelijk te maken met het mineraal olivijn. Dat zou, verspreid over de oceanen, reageren met het broeikasgas tot het onschadelijke bicarbonaat. Hoe veelbelovend is de oplossing van Schuiling?

“Het is geen goed voorstel”, zegt Rutger van Santen, hoogleraar Katalyse aan de TU/e-faculteit Scheikundige Technologie. “Het proces duurt namelijk veel te lang, wel honderden jaren. Die tijd hebben we helemaal niet.

Olivijn, magnesiumsilicaat, is het meest voorkomende mineraal op aarde. Het is stollingsgesteente, gevormd tijdens het ontstaan van de aarde. In water met de juiste zuurgraad corrodeert het olivijn. Daarbij komen magnesiumionen vrij. Die binden zich aan koolstofdioxide, waarbij er magnesiumcarbonaat ontstaat. Dat is een vaste stof die uiteindelijk bezinkt als de concentratie hoog genoeg is. Uiteindelijk blijft het liggen op de bodem van de zee.

Het probleem is dat algen in de zee het koolzuurgas eerst aan zich moeten binden, voordat dit kan reageren met de magnesiumionen. Dat gaat heel langzaam. Het corroderen van het olivijn verloopt zelfs nog langzamer. De snelheid van dat laatste proces is afhankelijk van de deeltjesgrootte van het olivijn. Normaal zijn die deeltjes honderd tot driehonderd micrometer groot. Bij een redelijke zuurgraad en een temperatuur van vijfentwintig graden Celsius zou het tweehonderd tot zevenhonderd jaar duren om al het koolzuurgas op te nemen. Door het olivijn te vergruizen tot deeltjes van ongeveer tien micrometer, kan die tijd worden teruggebracht tot drieëntwintig jaar. Zulke kleine deeltjes zijn echter wel erg gevaarlijk voor de volksgezondheid. Ze vormen namelijk asbest.

Het delven en vergruizen van het olivijn kost energie. Er is tien tot twintig procent extra energie nodig voor een afname van het percentage koolstofdioxide met dertig procent ten opzichte van 1990. Voor een dergelijke CO2-reductie zijn verder honderd miljoen vrachtwagens olivijn nodig. Om die hoeveelheid te transporteren, zijn jaarlijks 3800 grote vrachtschepen nodig, terwijl de wereldvloot een omvang heeft van ongeveer 2000.

Schuiling heeft deze methode herhaaldelijk naar voren gebracht. Wetenschappelijk gezien klopt het allemaal wel, maar de toepassing van deze methode stelt hij iets te mooi voor. Wat ik verder jammer vind, is dat de biologie in deze verhalen zo weinig aandacht krijgt. Bij de absorbtie van koolstofdioxide in de zee spelen algen en allerlei diertjes een grote rol. Wat doet zo veel olivijn met die algen? Willen we zo met onze omgeving omgaan? Er zijn voorstellen om de wieren in de oceaan met ijzer te laten expanderen. Wat doet dat met de vissen in de oceaan? Misschien gebeurt er iets wat we niet hadden voorzien. Dat vind ik doodeng.”


Tekst/Enith Vlooswijk
Foto/Bart van Overbeeke