spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB



Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

“Niet wegsturen, die StuKaFestbezoekers”

11 februari 2010 - “Veel onbekende mensen in huis,  maar dat is de bedoeling, dus niet wegsturen svp”,  staat er op een briefje in een van de 15 studentenhuizen waar de optredens van StuKaFest plaatsvonden.  Het werkte, want er zijn geen klachten binnengekomen bij de organisatie. Zij bestempelt de derde editie van StuKaFest in Eindhoven op woensdag 10 februari als ‘rustig verlopen’.  De versgevallen sneeuw kon muzikanten, dichters, dansers en studenten niet thuishouden, slechts een enkele muziekband was wat later dan gepland. 
Tussen de openingsact in het Gaslab van Knobsticker en het eindfeest in de Effenaar met Trip to Dover en Beesmunt konden studenten drie verschillende optredens meemaken. Cursor nam een kijkje bij een dansvoorstelling, een  bewegingstheater en twee muzikale feestjes. 
n20_s.jpg

Koek, zopie, prei en Jess bij Matthijs
Binnen klinkt een enthousiaste kreet als Cursor tegen half negen als eerste aanbelt bij Matthijs in de Pastoor Dijkmansstraat. In de keuken is volgens een bordje “koek en zopie en prei” verkrijgbaar: broodjes koude knakworst, bier, fris, en inderdaad een prei. Omdat er, behalve een paar huisgenoten, nog niemand is, praten we even met Janneke Steffens (Jess). “Normaal zijn we met z’n zevenen, maar dat wordt hier een beetje krap. Dus nu ben ik alleen met Joop.” Joop speelt gitaar, Janneke zingt en speelt keyboard. Ze schrijft haar liedjes zelf. “Het is pop, met vooral veel bluesy, groovy dingen. Wat ik schrijf hangt helemaal af van mijn mood: soms wordt het relaxed, soms ben ik Prince.” Okay, we kunnen vanalles verwachten dus.

Als om vijf over half negen ineens nog acht mensen binnenkomen zit de kamer stampvol. Moeiteloos krijgt Jess iedereen in beweging met het catchy “Good old fashioned love affair” en even later met het enige nummer dat ze niet zelf geschreven heeft: een superzwoele versie van Diggity van Blackstreet. Wat ze overigens subtiel aankondigt met “Oe, oe, ik wil even iets uitproberen – als je het kut vindt moet je het zeggen.”

Met haar sympathieke uitstraling kan ze alles maken. Ze moet even een boer laten, er ontsnapt snot als ze hoest (“O relaxed, dat had ik wel even binnen kunnen houden”), ze vergeet heel even haar tekst en ze valt bijna van haar kruk. Ze kan het hebben, sterker nog, we gaan steeds een beetje meer van haar houden. Als een kwartier te laat de laatste noot klinkt, roept iemand: “Wij blijven!” Cursor gaat met tegenzin weer de kou in. 

Stand up muzikanten
In Ficus Cratera, een Vestidehuis in de Prins Hendrikstraat waar tien studenten wonen, treedt Heug op. “Stand up comedian, maar dan van muziek,” vat bewoner en Bouwkundestudent  Lester van Ree de voorstelling samen. Voor de gelegenheid is de keuken omgebouwd tot een cafetaria. De kroketten kraken.

Heug bestaat uit Danibal, een virtuoos op de mondharp, en Jan Schellink. Die voelt zich vooral op zijn gemak met een bas in zijn handen, maar ook met andere attributen swingt hij. “Wij improviseren aldoor en reageren op elkaar. Iedere voorstelling is totaal anders”, zegt hij. Danibal verklaart het plezier van het publiek: “Eerst zijn de luisteraars wat zoekende, weten nog niet wat ze kunnen verwachten. Dan komt er een soort van opluchting wanneer ze beseffen dat het niets voorstelt. Dat is onze kracht.”

Ze vinden het niet erg dat we in de nummers horen dat ze op bromvliegjacht zijn, ternauwernood aan een ongeluk ontsnappen (maar vrouw en dochter niet) en dat ze ruzie maken per trompet. “Het is voor iedereen persoonlijk in te vullen wat ze hoort”, zegt Schellink glimlachend. Dat doet de net afgestudeerde Industrial Designer  Daan Pothoven vanzelf: “Het zou goede filmmuziek zijn, zo spannend als dit klinkt.” Hij zit met tien anderen onderuitgezakt op een van de twee groene lederen banken. Wanneer een enthousiasteling opstaat om te dansen, volgt onmiddellijk de rest. Het kleine stukje woonkamer dat niet bezaaid ligt met snoeren, apparaten, stekkerdozen  en instrumenten staat nu bomvol studenten. Het lied heeft een Russisch toontje, maar de studenten horen alleen maar; ‘tietuh,tietuh’ en dat scanderen ze tot het nummer naadloos overgaat in iets compleet anders. “De vonk is overgeslagen,”constateert Schellink tevreden.   

Stiekem leedvermaak
De voorstelling heet ‘Eikel zoekt kutkamer’, maar dat is omdat bewegingstheatergroep La Boum niet te veel tijd kwijt wilde zijn met het vinden van een titel. Het gaat in de kamer van Josje aan de Tuinstraat over uitstelgedrag bij studeren. En het is  “o, zo, herkenbaar”, vindt het publiek.

De spelers Judith van Schoffelen en Marcel Wortel studeerden ruim tien jaar geleden af. Maar het verschijnsel is van alle tijden; het niet kunnen starten met het bestuderen van de boeken. Dus laten zij uitstelgedrag zien in alle soorten en maten. Ze roken een shagje, poetsen hun boek, scheren hun kin, epileren de schenen, werken de bikinilijn bij. “Moet jij nog veel?”, vraagt de een. “Alles”, zegt de ander. Het publiek gniffelt. Wanneer Wortel en Van Schoffelen eindelijk het boek open durven doen, proberen ze de stof als een soort mantra tot zich te nemen. “Heart, stomach, kidney, brains. Heart stomach, kidney, brains.” Dit eindigt in een bizar religieus ritueel waarin hij haar probeert te zegenen met bier uit een blikje.

TU/e-studenten Marc van Grinsven (Technische Bedrijfskunde) en Rudy van Beurden (Bouwkunde) moeten hard lachen. Ze herkennen vooral  het focussen op een klein stukje van de leerstof. “Hij moest alles nog leren en beperkt zich tot het stampen van een rijtje van enkele organen. Hij denkt nu vast, net als wij, was ik maar eerder begonnen. Want als je eenmaal bezig bent lukt het vaak wel. Het begin is het moeilijkst.” 

Wazige ‘bed trip’ United-C
Een halfdonkere kamer met een tweepersoonsmatras, een vieze, natte asbak met een peuk erin en een draagbare radio. Een meisje in het wit en een meisje in het zwart verkeren duidelijk onder invloed. Ze rollen over elkaar heen, dansen op het bed, duwen elkaar weg, seksen en huilen. Het witte meisje regelt en passant de muziek en rookt een sigaret. Dat gaat maar net goed als het zwarte meisje om haar heen gedrapeerd hangt, met haar achterwerk in het gezicht van het witte meisje. Na een half uur is het vrij abrupt afgelopen, en het publiek blijft enigszins in verwarring achter.

Danseressen Marleen Kleinstapel (zwart meisje) en Marjolein Vogels (wit meisje) van United-C hebben deze voorstelling speciaal voor StuKaFest gemaakt. Ze leggen uit wat we hebben gezien. “Het is een afterparty bij iemand thuis, ‘Bed trip’ heet het. Je ziet hallucinaties en gedachtes. Niet per se die van ons, misschien zijn het wel jullie gedachtes. Deze binnenkant zie je meestal niet bij een mens, maar in deze voorstelling dus wel.” Het spelen in zo’n kleine ruimte vonden ze wel moeilijk. “Maar het is natuurlijk wel intiem.” (SK/NS)