In de universiteitsraadvergadering van maandag liet collegevoorzitter Amandus Lundqvist weten tevreden te zijn met de bevindingen van het Innovatieplatform. Het komende kabinet zou één miljard extra voor onderwijs moeten uittrekken, menen de leden van het platform. Ook wil men meer aandacht voor de ‘sleutelgebieden’: dit zijn onderzoeksterreinen waarop Nederland graag tot de top wil behoren of nu al in uitblinkt, zoals onder meer ‘flowers & food’ en ‘water’. “Maar ook de sleutelgebieden ‘hightech’ en ‘chemie’ worden genoemd en dat is voor deze regio en voor onze universiteit van groot belang”, zegt CvB-woordvoerder Peter van Dam. “In het rapport staat ook te lezen dat er een verschuiving moet plaatsvinden van generieke overheidsmaatregelen naar meer specifieke maatregelen. Dus niet pondsgewijs de middelen over heel Nederland verdelen, maar meer geconcentreerd op die plekken waar door de private sector al veel geïnvesteerd wordt in R&D. En dat is in deze regio. Om bedrijven dan aan die regio te binden, moeten ook de overheidsbijdragen in R&D omhoog.”
De opvatting van Alexander Rinnooy Kan, SER-voorzitter en lid van de werkgroep die het rapport heeft opgesteld, ligt daarmee in lijn: "Bezuinig niet op de motor van je economie. Bezuinig niet op onderwijs, kennis, onderzoek en innovatie. Investeer juist daarin, oplopend tot zes miljard euro aan publieke middelen extra per jaar in 2020. Dat werpt vruchten af en heeft als resultaat dat toekomstige kabinetten niet bezuinigingsronde op bezuinigingsronde hoeven te stapelen."
Overigens vinden de leden dat de stekker er bij het platform wel uitkan na zeven jaar. De denktank heeft uiteindelijk weinig invloed en zou beter vervangen kunnen worden door een innovatieraad, zoals Finland heeft. Die kan dan orde scheppen in de wirwar van innovatieregelingen en subsidiestroompjes. Daarin zouden de grote belanghebbenden een plaats moeten krijgen. (HK)/. |