spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Collegelid mr. Jo van Ham over toekomst van de TU/e:
“Universiteiten gaan zich steeds meer van elkaar onderscheiden”

17 juni 2010 - Welke richting moet de TU/e inslaan op het gebied van onderzoek, onderwijs en kennisvalorisatie? Hierover heeft de Regiegroep Strategie TU/e 2020 een zogeheten houtskoolschets gepresenteerd. Nu is het de beurt aan de TU/e-gemeenschap om haar zegje te doen over de TU/e in 2020 tijdens dialoogbijeenkomsten met de Regiegroep. De meningen van studenten, medewerkers, hoogleraren, diensthoofden en faculteitsbesturen worden bekeken en gewogen en eventueel nog meegenomen in de definitieve nota, die er begin september moet liggen.

Als voorzitter van de Regiegroep Strategie TU/e 2020 heeft collegelid mr. Jo van Ham de afgelopen acht maanden leiding gegeven aan een reeks van bijeenkomsten en brainstormsessies over de toekomst van de TU/e. Eind mei werd de vrucht van al die inspanningen gepresenteerd: een zogeheten houtskoolschets, die aangeeft welke richtingen de TU/e op het gebied van onderwijs, onderzoek en kennisvalorisatie zou kunnen inslaan. Van Ham is tevreden over het resultaat en is benieuwd hoe het stuk gaat vallen binnen de universitaire gemeenschap. Daar zijn de dialoogbijeenkomsten voor gepland.

Wat is precies het nut om in 2010 een plan te maken dat voor de komende tien jaar wil aangeven welke koers de TU/e moet varen? Van Ham: “De urgentie daarvoor ligt in het feit dat we als universiteit een aantal maatschappelijke opdrachten hebben. Dat begint met het opleiden van voldoende, goed gekwalificeerde ingenieurs. Qua aantallen doen we dat nu eigenlijk al te weinig en om voor de toekomst dit ecosysteem in stand te kunnen houden, blijven goed opgeleide ingenieurs hard nodig. In de schets die nu voorligt, spreken we op dat vlak een duidelijke groeiambitie uit: we willen in tien jaar tijd qua studenteninstroom met vijftig procent groeien. En dat is echt een zeer ambitieus percentage als je de demografische ontwikkelingen in Limburg en Brabant daarbij in acht neemt. In deze provincies zal het aantal jongeren de komende jaren sterk afnemen.”

Verder kijkend naar het onderwijs ziet Van Ham in de toekomst steeds meer differentie ontstaan. “Dat is nu al een duidelijk herkenbare trend en die zal zich alleen nog maar sterker voortzetten. Vandaar ook ons dringende pleidooi in de houtskoolschets voor de oprichting van een Engineering College en de start van een brede Engelstalige bachelor Engineering Science. Universiteiten gaan zich steeds meer van elkaar onderscheiden en dit is één van de mogelijkheden om je instelling een duidelijk eigen profiel te geven. Met zo’n opleiding, die ook aantrekkelijk is voor buitenlandse bachelorstudenten, zouden we over twee jaar willen starten.”

Van Ham verwacht dat de financiën aan de universiteiten de komende jaren nog meer onder druk komen te staan. “Er zal straks een nieuw kabinet geformeerd worden en het is maar afwachten waar dat kabinet in gaat investeren en waar men op gaat bezuinigingen. De algemene verwachting is toch wel dat er vanuit de eerste geldstroom steeds minder middelen beschikbaar zullen komen. Het gemiddelde bedrag dat we voor een student ontvangen, vertoont de laatste jaren al een dalende tendens. Bovendien verwacht ik bezuinigingen op subsidies voor onderzoek en valorisatie. De inkomsten uit de tweede- en derde geldstroom zullen daardoor alleen maar in belang toenemen.”

Door te gaan werken met vier faculteitsdoorsnijdende thema’s wordt verwacht dat er samen met externe partijen R&D-consortia en -programma’s te vormen zijn die extra middelen gaan binnenbrengen, zo staat te lezen in de schets. Van Ham: “Het zijn thema’s die goed aansluiten bij de core business van onze universiteit: sustainable energy, industrial innovation en health. Een vierde thema moet nog gekozen worden. We houden daarbij de faculteiten intact, want we gaan niet gaan reorganiseren om het reorganiseren. Binnen de capaciteitsgroepen blijft het fundamentele en ongebonden onderzoek gewoon overeind, want ook een sterke eerste geldstroom moet blijven bestaan.” Als lichtend voorbeeld kijkt de TU/e op dit moment onder meer naar de KTH Stockholm, waar men volgens Van Ham al een heel eind gevorderd is met deze manier van werken: “Van de KTH kunnen we nog veel leren”.

Van de overheid verwacht Van Ham meer regie. “Ik zou willen dat de overheid hierbij krachtdadiger optreedt, bijvoorbeeld door het geven van prioriteit aan de sleutelgebieden die het Innovatieplatform heeft aangewezen. Je ziet dat in andere landen forse keuzes worden gemaakt, die ook gekoppeld zijn aan substantiële investeringen.”

Het hebben van een duidelijk herkenbaar profiel wordt ook op Europees vlak steeds belangrijker, stelt Van Ham. “Kijk maar naar het succes dat we dit jaar behaald hebben bij de KIC’s (Knowledge and Innovation Community, red.) op het gebied van energie en ict. Strategische allianties met instellingen in het buitenland worden steeds belangrijker voor ons. Dat zullen we nog verder gaan uitbreiden. Die allianties zijn enerzijds van belang voor het verhogen van de instroom en anderzijds voor het binnenhalen van gekwalificeerde onderzoekers.Dat op dit moment al een aanzienlijk deel van de studenten en onderzoekers van buitenlandse komaf is, realiseert iedereen zich niet altijd, zo meent Van Ham.

Naast alle plannen die geformuleerd zijn in de houtskoolschets, gaat er de komende tien jaar ook stevig gebouwd worden en moet de campus worden getransformeerd tot het TU/e Science Park. Er moet permanente huisvesting voor studenten komen, de technische opleidingen van Fontys zouden hier een plek moeten krijgen en het terrein gaat open voor researchbedrijven. Ambitieuze projecten met elk hun eigen tijdspad. Zijn ze ook goed te combineren? Van Ham: “De tijdslijn en de precieze organisatie moet natuurlijk nog nader worden uitgewerkt. Maar er zijn ook al een aantal lijnen ingezet. Zo start binnenkort de bouw en renovatie van de W-hal en zo’n jaar geleden is al gekeken naar het bouwen van een Engineering College.”

Voor de financiering van alle plannen denkt men een bedrag van zeshonderd à zevenhonderd miljoen euro kwijt te zijn. Deels brengt de TU/e dat zelf op, maar voor een substantieel deel rekent de universiteit op bijdragen van het Rijk, de provincie, de gemeente en het bedrijfsleven. Is dat laatste realistisch gezien met het oog op de huidige economische situatie? Van Ham: “Met een goede strategie moeten dat soort bedragen binnen te halen zijn. Alle voorstellen die straks in september in de definitieve strategienota staan, zullen eerst moeten worden omgezet in businessplannen. Maar we zijn al in onderhandeling met de provincie voor extra ondersteuning. Zo hebben de provincie en de gemeente al een bedrag van vijf miljoen toegezegd voor de komst van het FOM-instituut voor Plasmafysica. En zo’n initiatief als het Engineering College moet zich op een gegeven moment zelfstandig financieren. In het begin heb je daarbij wel geld nodig om gebouwen neer te zetten. Maar de studenten die aan deze opleiding beginnen, kun je een hoger collegegeld vragen. Het ministerie nodigt ons ook heel nadrukkelijk uit om op dit gebied met goede plannen te komen. Ook met hen zijn we hierover in gesprek.”/.


CvB-lid mr. Jo van Ham.
Foto: Bart van Overbeeke

 

Belangrijkste punten uit de houtskoolschets

• Engels is in 2020 de voertaal.
• Op onderzoeksgebied komen er vier faculteitsdoorsnijdende thema’s, met elk een eigen wetenschappelijk directeur. Genoemd worden al sustainable energy, industrial innovation en health. Nog mogelijke keuze uit onder meer smart mobility, human experience & well-being en intelligent lighting.
• Start van een brede, Engelstalige bachelor Engineering Science met op de campus een bijbehorend pand: Engineering College.
• Invoering van disciplinegebonden, c.q. thematische graduate programma’s, waarin de masteropleidingen, de ontwerpersopleidingen en het onderwijsaanbod aan promovendi gebundeld zijn.
• Start van de TU/e Academy for Advanced Engineering Studies voor life long learning, gericht op hightech ondernemingen die hun beste ingenieurs de mogelijkheid willen bieden zich qua kennis en opleiding te verbreden.
• Maatschappelijke thema’s en onderdelen uit mens- en geesteswetenschappen worden in alle opleidingen geïntegreerd.
• In 2020 moet één op de vijf hoogleraren en UHD’s een vrouw zijn.
• In 2020 moet bijna één op de drie hoogleraren en UHD’s van buitenlandse komaf zijn.
• In 2020 moeten er jaarlijks minimaal 950 bachelorstudenten afstuderen, waarvan 300 vrouw en 125 buitenlands.
• In 2020 moeten er jaarlijks minimaal 1.400 masterstudenten afstuderen, waarvan 400 vrouw en 350 buitenlands.
• Het aandeel excellente studenten dat deelneemt aan een honors-variant, moet in 2020 gegroeid zijn tot tien procent.
• Geschatte kosten Strategie TU/e 2020, inclusief huisvestingsplan Campus 2020 (250 miljoen) en ontwikkeling TU/e Science Park (200 miljoen): 600 à 700 miljoen euro.

Strategieschets/Han Konings
Illustratie/
Jeannette Bos