spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

Ook de Cursor-redactie geniet van een welverdiende zomervakantie. Dit betekent niet dat er niets gebeurt aan de TU/e en dat daar niet over wordt geschreven. Op deze plek vindt u daarom geregeld nieuws deze zomer.

Op donderdag 9 september verschijnt de eerste papieren Cursor van de nieuwe jaargang.

De IntroCursors zijn te vinden in het archief

Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

‘Eerstejaars alerter door bindend studieadvies’

27 juli 2010 - Het bindend studieadvies (BSA) heeft studenten nadrukkelijker met de neus op de feiten gedrukt en “meer gevoel van urgentie” bij hun studievoortgang gegeven. Die eerste conclusie trekt prof.dr. Ton van Leeuwen, voorzitter van de Centrale Commissie Kwaliteitszorg Onderwijs (CCKO), op basis van de voorlopige cijfers na het eerste jaar bindend studieadvies aan de TU/e. x6_s.jpg
Illustratie: Jeannette Bos

Voor definitieve conclusies is het nog wachten op de herkansingen in de interim-periode (in augustus) die veel studenten tegemoet gaan. Ook benadrukt Van Leeuwen dat de eerste cijfers geen rekening houden met eventuele ‘mandjes’: zogezegd de extra voorwaarden, vastgelegd in de onderwijs- en examenregeling (OER), die sommige faculteiten aan studenten en hun progressie stellen. Verder stelt hij dat de voorlopige cijfers alleen iets zeggen over eerstejaars die rechtstreeks van het vwo de TU/e zijn binnengerold en niet over bijvoorbeeld zij-instromers: “Die zitten in een andere situatie”.

Studiestakers
Toch durft Van Leeuwen best wat eerste oordelen te vellen na een jaar BSA aan de TU/e. Zo haken studenten die de verkeerde opleiding blijken te hebben gekozen, volgens hem zichtbaar sneller af dan voorheen. Afgelopen collegejaar was na het tweede kwartiel 11 procent gestopt, na het derde kwartiel 18 procent en na het vierde kwartiel 23 procent. “In de oude situatie waren sommige studiestakers te laat met hun besluit om nog aan een andere, beter passende opleiding te beginnen; nu konden ze in veel gevallen nog elders terecht.”

Het percentage nog ingeschreven studenten dat minder dan de vereiste dertig studiepunten behaalde, nam in de loop van de kwartielen af van 25 via 19 naar 14 procent: volgens Van Leeuwen voor de TU/e geen uitzonderlijk percentage. Een deel hiervan kan nog boven de gestelde grens uitkomen door de herkansingen in de interim-periode goed te benutten.

Hoeveel studenten al een definitief negatief advies hebben gehad, kan Van Leeuwen niet zeggen: “Die cijfers zijn er pas na 2 augustus, dan is de deadline voor het verstrekken van de studieadviezen door de faculteiten”. Voor deze studenten is het in principe direct einde oefening, tenzij ze bezwaar aantekenen tegen bijvoorbeeld eventuele fouten die in hun ogen gemaakt zijn. Van Leeuwen zegt geen aanwijzingen te hebben dat de universiteit dergelijke procedures te wachten staan.

In elk geval lijkt TU/e-breed 63 procent van de eerstejaars verzekerd van toegang tot het volgende studiejaar: zij haalden meer dan de helft van de vereiste studiepunten. De faculteit Bouwkunde is een uitschieter met 70 procent. De opleiding Technische Wiskunde scoort met 71 procent zelfs nog iets hoger, maar Van Leeuwen tekent hierbij aan dat het in dit geval maar om 21 studenten gaat. Electrical Engineering scoort met 52 procent vooralsnog het laagst.

Hard/zacht
Volgens Van Leeuwen hebben studenten aan de ‘hardere’ opleidingen het traditioneel wat zwaarder dan aan de ‘zachtere’ richtingen, zo laten ook de voorlopige BSA-cijfers zien. De percentages studiestakers wijken volgens hem nauwelijks af; wél is er verschil in de aandelen studenten die naar verwachting een (voorlopig) negatief advies krijgen: gemiddeld 18 procent bij de hardere opleidingen tegenover 10 procent bij de zachtere studies. Aan de zachte opleidingen zit gemiddeld 67 procent van de eerstejaars boven de streep, tegenover zo’n 58 procent van de volgers van een hardere studie. Die uitkomsten wijken volgens Van Leeuwen nauwelijks af van “de rendementen die we al langer gewend zijn”.

Van Leeuwen zegt “over het algemeen niet negatief” te zijn over het eerste jaar BSA. “De studievoortgang van studenten lijkt er het afgelopen jaar in elk geval niet op achteruit te zijn gegaan, in tegenstelling tot de jaren ervoor. Studenten zijn alerter geworden, zo horen we ook uit gesprekken met de opleidingsdirecteuren.”

Volgens de CCKO-voorzitter waren alle faculteiten vlot gewend aan de nieuwe maatregel en hebben zich nergens grote problemen met de TU/e-brede introductie van het BSA voorgedaan. (MvdV)