Adriaansens maakte anderhalf jaar geleden op de TU/e zijn ontwerp ‘Amsterdam Alphabet’  als afstudeerproject. In zijn ontwerp wilde hij de straat aanpakken die door Amsterdammers wel ‘de lelijkste straat van Amsterdam’ genoemd wordt.

Adriaansens: “De Wibautstraat was vroeger geen straat, maar een spoorlijn. Toen de spoorlijn werd vervangen door een weg, stonden de negentiende-eeuwse woningen hier als het ware met hun rug naar toe. In de jaren zeventig zijn er een aantal - voor Amsterdamse begrippen – gigantische en moderne kantoorpanden gebouwd die botsen met de fijnmazige negentiende-eeuwse structuur. Bovendien is de straat te breed voor de lage woningen die er van oorsprong staan.

Mijn ontwerp voegt een nieuw type gebouw toe dat zowel aansluit bij de oude als de nieuwe structuur en geeft toch de hoogte waar de straat om vraagt. De torens steken achter de oudere woningen uit en sluiten aan bij de moderne kantoorpanden uit de jaren ’70. Zo geef je de straat hoogte zonder de oudere bebouwing te verdringen”, legt Adriaansens uit. Hij is tegen het gemak waarmee oude gebouwen die als lelijk worden gezien gesloopt worden. “Een stad is op zijn best als gelaagde weerslag  van de geschiedenis, daar horen contrasten bij.”

Adriaansens was zelf verrast door zijn nominatie. “Het is geweldig dat ik er heen mag, ik heb de concurrentie bekeken en daar zitten mooie ontwerpen tussen.” Nu Adriaansens genomineerd is wil hij eigenlijk meer, hoewel hij de ervaring zelf al prachtig vindt. Tijdens de uitreiking krijgt hij bijvoorbeeld een workshop waarbij hij samen met 150 studenten samenwerkt aan architectonische ‘problemen’  in New York. Zo krijgen ze een casus waarin ze een gebouw moeten verzinnen voor de hypothetische situatie dat de auto uit Manhattan wordt verbannen.  

De Archiprix begon ooit als een Nederlandse prijs voor het beste afstudeerwerk op het gebied van architectuur,stedenbouw en landschaparchitectuur. Sinds 2001 wordt de prijs ook internationaal uitgereikt en ondertussen zijn er edities geweest in, onder andere, Glasgow, Shanghai en Istanbul. Op dit moment werkt de organisatie samen met 1457 universiteiten. (GvdN)