spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
    Ellen Duijvestijn | “Een honk stelen is nu een makkie”
    31 maart 2011 - Ze is een van de snelste studentes van de TU/e. Niet zozeer met haar studie, maar door haar explosieve loopvermogen. Ellen Duijvestijn is voorzitter van studentenatletiekvereniging Asterix, maar vooral een betoverende bliksemflits op de honderd meter.

    Rennen tot je erbij neervalt? Neuh, dat zal Ellen Duijvestijn niet snel overkomen. Driehonderd meter max. En daarna weer herstellen. “Volgens de duurlopers van Asterix zijn we luilakken.” Maar dan wel een snelle luilak. Met 13.01 op de honderd meter behoort ze tot de drie snelste studentes op de TU/e. Weliswaar geen toptijd, erkent ze. Maar toch ook niet slecht voor iemand die de sprint pas ontdekt heeft. En snel genoeg om vorig jaar de tweede plek te veroveren op het Nederlands Studentenkampioenschap (NSK).

    De blonde paardenstaart danst op haar rug. Ze relativeert voortdurend met pretoogjes haar eigen snelheid, het kwikzilveren voetenwerk en het lummelen op de baan. Een vuurpijl van amper 1.70 meter. Beweeglijk, licht en bijzonder goedlachs. Voor haar geen stress. Hoewel. Telkens opladen en ontladen op de atletiekbaan. Een opgewonden veer die telkens op het juiste moment moet losschieten. “Op een gegeven moment wordt sprinten mentaal best zwaar.”

    De masterstudente Bouwkunde uit Zeewolde ontdekte het koningsnummer van de atletiek in 2008. Als verwoed softbalspeelster mepte ze ballen in het oneindige. Maar één, twee, drie naar de honken vliegen? Dat kon rapper. “Ik ging bij Asterix om mijn snelheid op te voeren. Bleek dat ik heel slordig rende. Niet landen op mijn voorvoet, geen kniehef, bungelende handen terwijl je die hoort op te trekken tot aan je neus”, bekent ze. Weer die gulle lach.

    Met hulp van haar trainer Niek de Groot veranderde ze haar loophouding. “Dat was een ontdekking. Ik ging echt letterlijk stappen vooruit. Honken stelen met softbal is nu een makkie. Bij Asterix wordt op hoog niveau getraind en je krijgt goede begeleiding. Dat wil ik nu als voorzitter van de vereniging ook graag uitdragen. We zijn niet zomaar een studentenvereniging die maar wat doet. We hebben bijna zestig leden onder wie enkele nationale toppers. Maar dat aantal is betrekkelijk weinig als je ziet hoeveel studenten door de week een recreatief rondje lopen. We willen ze graag over de streep trekken om ook eens in clubverband te trainen. En studenten die andere sporten doen, laten zien dat lopen een goede aanvulling is voor hun conditie. Het is bovendien nog gezellig ook. Je loopt bij Asterix nooit alleen.”

    De vereniging bouwt momenteel aan een nieuwe website, de nieuwe outfit voor de training is binnen en het nieuwe wedstrijdtenue in de maak. Verder is er een beginnerscursus onder leiding van Ton van Hoesel. “Er hebben zich dit jaar vijfentwintig deelnemers ingeschreven, dus dat gaat de goede kant op.”

    Voor ledenwerving houdt Asterix jaarlijks activiteiten zoals de ludieke trappenloop. Maar het gaat ook serieuzer. Zoals de Dommelloop deze week. Goed zichtbaar, met start en aankomst pal voor het Auditorium, liepen tientallen studenten mee om een selectie af te dwingen voor de landelijke Batavierenrace later dit jaar. De marathonestafette van Nijmegen naar Enschede wordt beschouwd als de ultieme krachtmeting tussen de universitaire hardlopers.

    Tijdens de Dommelloop helpt Duijvestijn als vrijwilliger. Aan de start verschijnen is uitgesloten. “Het lijkt me heel bijzonder om een tien kilometer of een halve marathon te lopen, maar dat kan altijd nog als ik ouder ben. Ik richt me nu op de zestig meter indoor en de honderd meter op de buitenbaan. En voor de Zweedse estafette (400, 300, 200 en 100 meter) loop ik de driehonderd meter. Met onze ploeg hebben we het clubrecord. Verder doe ik aan verspringen, speerwerpen, kogelstoten en andere technische nummers.”

    Met haar 24 jaar moet de sterkste periode nog komen. Het grote doel? Dat is natuurlijk die honderd meter slechten onder de dertien seconden. Alle energie samenballen en laten ontvlammen op dat ene korte rechte stuk. “Explosiviteit. Dat is noodzakelijk voor een goede sprint. Met lengte heeft dat niet altijd te maken. Als je van die lange passen kan maken, is dat natuurlijk een voordeel. Maar het draait vooral om explosiviteit.”

    Is ze ook buiten de baan een vaatje buskruit? “Ik doe graag alles efficiënt en snel. Dat zit nu eenmaal in me. Maar dat maakt me niet vanzelf impulsief. Als ik in een rij moet wachten, dan wacht ik. Ik word daar niet ongeduldig of nerveus van.”

    In mei 2012 gaat Duijvestijn afstuderen. Of ze in Eindhoven blijft wonen, weet ze niet. Een ding staat vast: ze blijft hardlopen. Efficiënt en snel.

    Foto | Bart van Overbeeke
    Interview | Frits van Otterdijk