spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
    Thijs Haenen | “Bijna geen draaiorgel is hetzelfde”
    21 april 2011 - “Er zijn zo ontzettend veel verschillende soorten draaiorgels dat ik niet één favoriet kan kiezen. Je kunt geen eerlijke vergelijking maken tussen een honderd jaar oud dansorgel van negen meter breed en een dertig jaar oud straatorgel van zo’n drie meter. Ze hebben elk hun eigen sterke punten, zijn op hun eigen manier mooi met hun eigen unieke klank en soort muziek, met hun eigen publiek.” Werktuigbouwkundestudent Thijs Haenen is een van de weinige jonge draaiorgelenthousiastelingen in Nederland.

    De liefde voor draaiorgels begon al op jonge leeftijd. Haenen: “Als kind vond ik het al leuk door al die lichtjes, de klanken en alles wat beweegt. Op de basisschool zat ik bij iemand in de klas wiens vader orgelverhuurder was en die op dansfeesten speelde. Ook in mijn woonplaats Son en Breugel stond er een. Ik heb nog net het staartje meegemaakt dat het dansorgel in het café vervangen werd door een jukebox.”

    Ook nu, als eerstejaars, is het nog steeds zijn grote hobby. Voor zijn profielwerkstuk op het vwo ontwierp en bouwde hij een computergestuurd orgel. Hier deed Haenen (1992) ongeveer een jaar over. Het kan makkelijk uitgebreid worden met allerlei registers, bijvoorbeeld om moderne klanken toe te voegen. Met zijn profielwerkstuk won hij ook nog eens de eerste prijs op de International Conference for Young Scientists 2010, uitgereikt op Bali.

    Haenen is op diverse vlakken bezig met zijn hobby. Hij bewerkt hedendaagse muziek voor orgels en helpt onder meer bij het bouwen en restaureren van orgels bij draaiorgelmuseum ‘Dansant’ in Hilvarenbeek, waar zes grote orgels staan. Het is twee keer per maand open en dan komen er, veelal oudere, mensen dansen. Op zo’n middag spelen de orgels om beurten, Haenen legt de boeken op de orgels en zorgt dat ze blijven spelen.

    Haenen: “Ze zijn altijd blij me te zien. Ik ben niet alleen daar veruit de jongste deelnemer, ook in Nederland, want het is echt een uitstervend vak. In Nederland wonen trouwens nog de meeste orgelbouwers, vijf. Tegenover wereldwijd zes of zeven.”

    Maar is er nog wel een publiek voor? Haenen: “Dat is altijd te vinden. Als je in de stad met een draaiorgel staat, vinden kinderen het alleen al geweldig om te kijken wat er beweegt. Er is onlangs nog een nieuw dansorgel gebouwd in Nederland, vijftien meter breed, drie meter hoog. Dat staat nu in Las Vegas; daar moet alles natuurlijk echt groot zijn, anders valt het niet op.”

    Om het draaiorgel onder de aandacht te houden, besteedt Haenen veel tijd aan promotie. Bijvoorbeeld door op te treden in de stad of door filmpjes op YouTube te zetten. Haenen: “Dat heeft al artikelen opgeleverd in het Eindhovens Dagblad en items op Omroep Brabant en Hart van Nederland. Ik zorg er ook voor dat hedendaagse muziek op het draaiorgel gespeeld kan worden, waarvan ik dan weer filmpjes op YouTube zet. Dan krijg ik reacties als: ‘Dat zoiets met een draaiorgel kan’.”

    Het is overigens niet gemakkelijk om de hedendaagse muziek om te zetten voor orgel. Maar bij Haenen komen oude techniek en hedendaagse werktuigbouwkunde bij elkaar: “Componeren doe ik -nog- niet. Ik probeer wel eens wat, maar ik heb geen echte opleiding. Ik kan ook geen muziek lezen of een instrument bespelen. Het omzetten doe ik met de computer, dan kun je het afluisteren voor je de gaatjes laat stansen. Dat kan tegenwoordig via een CAD-systeem, waarmee je het orgelboek maakt. Dat is een vorm van Rapid Prototyping. Vroeger werd dat gedaan door de vrouwen van de orgelbouwers, met een soort omgekeerde naaimachine. Het is allemaal maatwerk, want er is geen orgel hetzelfde. De techniek van het orgel is overigens nog niet helemaal uitgeput, je kunt er nog veel mee doen. Er worden nog steeds nieuwe klanken bedacht en ook de computer biedt nog veel nieuwe mogelijkheden.”

    Haenen wist al vroeg dat hij Werktuigbouwkunde wilde doen en koos voor Eindhoven na diverse open dagen te hebben gevolgd: “Hier had ik het het meeste naar mijn zin, ze hadden hun zaakjes goed voor elkaar. In Delft was het of ze niet wisten wat ze zouden gaan doen. Er was ook geen leuke sfeer.”

    Hij woont nog steeds thuis in Son en Breugel: “Dat is lekker dichtbij, 20 minuutjes fietsen. Ik zit nu ook bij Squadra Veloce, dus binnenkort zal het nog wel sneller gaan.”

    www.museumdansant.nl
    www.youtube.com/thijsie92

    Foto | Bart van Overbeeke
    Interview | Gerard Verhoogt