Op het zonovergoten terras voor het grand café verpozen maandagmiddag meer mensen dan binnen, waar een vijftienkoppig gehoor -intussen genietend van een sandwich- voor een klein geïmproviseerd podium zit. Achter de microfoons zitten collegevoorzitter Arno Peels, beleidsmedewerker Corinne Jongeneelen en Bouwkundestudent Rudy van Beurden, die samen met talkshowhost Asselbergs en het publiek in sneltreinvaart de actualiteit doornemen.
Asselbergs vindt de magere opkomst vooral voor zijn drie gasten “een beetje sneu”, maar verder is hij verre van ontevreden. “De randvoorwaarden waren niet optimaal; ook technisch kan er bijvoorbeeld nog wel het een en ander worden verbeterd. Maar de formule kwam goed uit de verf en ik vond het erg leuk om bijvoorbeeld het engagement van onze collegevoorzitter over Israël te zien.”
Andere onderwerpen die maandagmiddag ter sprake komen, zijn de financiële situatie in Griekenland, de demonstratie van de extreemrechtse Nederlandse Volks-Unie in Helmond afgelopen weekend en Gouden-Kalfwinnaar Peter Paul Muller - die zijn prijs niet ophaalde, maar aan een kinderboerderij doneert.
Jongeneelen stelt ook de start van het academisch jaar in Libië aan de orde. “Studenten daar hebben voor het eerst de mogelijkheid om openlijk hun mening te geven. Wij beseffen vaak niet eens meer dat we die vrijheid hebben”, aldus de beleidsmedewerkster. De talkshow in De Zwarte Doos noemt ze in dat verband typerend: “Er komen niet veel mensen op af om met ons mee te discussiëren. Erg jammer”.
Een ander nieuwtje dat Jongeneelen in het oog sprong, is dat Fontys-docenten van studenten minstens een zeven als beoordeling moeten krijgen. “Ik vind het een interessante manier om het commitment tussen studenten en docenten te vergroten. Dat zouden we hier ook voor elkaar moeten proberen te krijgen. We hebben hier bovendien zoveel docenten die goed presteren, maar daar is nauwelijks aandacht voor.”
Goede prestaties worden ook besproken in het kader van de Ig Nobelprijzen, “een parodie op de echte Nobelprijzen”, aldus Peels, die zegt te genieten van onderzoeksuitkomsten als dat vrouwelijke malariamuggen op zweetvoeten afkomen. Maar een échte Nobelprijswinnaar uit eigen huis zou natuurlijk nog veel mooier zijn: “We hebben hier heel veel hoogleraren met een wereldwijde reputatie, maar voor een Nobelprijs is nog net iets meer nodig. Het zou een geweldige uitstraling voor de universiteit hebben als we dat met z’n allen voor elkaar kunnen krijgen”.
Actueel aan de Dommel vindt vooralsnog eens in de maand plaats, “maar eens in de twee weken zou leuker zijn”, aldus Asselbergs. Hij gaat de tweede editie, op 14 november, in elk geval opgewekt tegemoet. Lachend: “Dan is het vást koud”. (MvdV) |