Gerenommeerde musea uit Europa en de Verenigde Staten verlenen hun medewerking aan het onderzoek, aldus projectleider Henk Schellen van de vakgroep Building Physics and Monuments. Hij deed enkele maanden geleden bij NWO een aanvraag voor twee promotieplaatsen en een postdoc om het internationale onderzoek te verrichten.

Zijn verzoek werd, samen met vijf andere projecten, gehonoreerd in het kader van Science4Arts. Dat is een programma waarbij NWO wetenschappers, musea en conservatoren bijeenbrengt om onderzoek te doen naar conservatie en restauratie van kunstwerken.

De groep van Schellen gaat samenwerken met het Rijksmuseum in Amsterdam, dat bijdraagt in de kosten. Een promovendus van Schellen zal in hoofdstad onderzoek gaan doen. Een andere promovendus buigt zich in het lab van Bouwkunde over modellen en simulaties, op zoek naar betere richtlijnen voor klimaatbeheersing.

Materialen als textiel, papier en hout kunnen flink te lijden hebben onder vochtige omstandigheden. Ze kunnen krimpen, afbladderen of kromtrekken. Het controleren van het binnenklimaat van tentoonstellingsruimtes is daarom erg belangrijk. “Maar het kost veel energie en geld om de vochtigheid in een ruimte tot in detail te beheersen”, licht Schellen toe.

Behalve de TU/e en het Rijksmuseum zitten ook de TU Delft en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed in Amersfoort in de projectgroep. Het onderzoek zal vijf jaar vergen. De volgende instellingen verlenen hun medewerking: Kasteel Amerongen, Vienna University of Technology, Technical University Denmark, National Gallery Copenhagen, Polish Academy of Sciences, KTH Royal Institute of Technology (Zweden), UCL Centre for Sustainable Heritage (London), Metropolitan Museum NYC, Museum Conservation Institute (Smithsonian Institution Washington).
(FvO)