Per 1 september worden twee nieuwe zwaartepunten leidend binnen de faculteit. Het eerste zwaartepunt 'Molecular Systems and Materials' richt zich op supramoleculaire chemie, polymeren en functionele materialen. Bij het andere zwaartepunt, 'Chemical and Process Technology', ligt de focus op reactor- en scheidingstechnologie, procesintensificatie en heterogene katalyse. Gevolg is wel dat de capaciteitsgroepen 'Catalysis and Organometallic Chemistry' en 'Catalysis and Energy' worden opgeheven. Daarnaast verdwijnen onder meer de subgroepen 'Functional Polymer Colloids', 'Solid-State NMR' en een deel van de subgroep 'Hybride Materialen'.
Volgens het faculteitsbestuur sluiten beide zwaartepunten goed aan bij de onderzoeksprogramma's van de landelijke topsectoren Chemie, Energie en High Tech Systemen en Materialen, en bij het intersectorale thema Biobased Economy. Ook zou de hernieuwde focus zijn afgestemd op de afspraken van het nationale Sectorplan Natuur- en Scheikunde en op belangrijke maatschappelijke thema's zoals duurzaamheid, energie en gezondheid.
Door de reorganisatie sneuvelen zestien arbeidsplaatsen, waaronder die van vier hoogleraren. Bij de groep 'Catalysis and Energy' betreft het prof.dr. Hans Niemantsverdriet en prof.dr. Peter Notten. Notten laat weten dat hij formeel op dit moment nog geen idee heeft wat er met zijn functie staat te gebeuren: "Er is weinig transparantie, om het maar eens voorzichtig te zeggen. De aard van mijn onderzoek, materiaalgeoriënteerd onderzoek naar de opslag van energie, hoort echt thuis bij Scheikundige Technologie". Over de mogelijkheid van een overstap naar bijvoorbeeld de faculteit Electrical Engineering wil Notten zich op dit moment niet uitlaten. Niemantsverdriet zit deze week in Zuid-Afrika.
Bij de groep 'Functional Polymer Colloids' betreft het de leerstoel van prof.dr. Alex van Herk en bij 'Catalysis and Organometallic Chemistry' gaat het om prof.dr. Dieter Vogt. Vogt zegt dat voor donderdag een gesprek gepland staat met het bestuur, waarbij hij meer zicht hoopt te krijgen op de toekomst van zijn groep en zijn eigen functie. "Op 9 januari had ik een gesprek van tien minuten met het bestuur, waarin me slechts werd meegedeeld dat mijn groep zou worden opgeheven. Het was bijna een juridisch verhaal, zonder enig persoonlijk accent. Het heeft de afgelopen weken tot grote onrust geleid bij mijn medewerkers en mijn negen promovendi. De sfeer op de hele faculteit zit op het vriespunt." Over de stappen die nu genomen zijn, is volgens Vogt intern binnen de wetenschappelijke staf nooit overleg gevoerd. "Twee jaar geleden heeft mijn groep bij de onderzoeksvisitatie van een maximale score van twintig punten er negentien gehaald. Kwaliteit is dus blijkbaar geen criterium meer bij Scheikundige Technologie. Wat voor een signaal geeft de faculteit hier nationaal en internationaal mee af aan talentvolle onderzoekers en potentiële studenten?" Naar de hoge kosten die twee jaar geleden gemaakt zijn om een groep Twentse procestechnologen naar Eindhoven te halen, wordt volgens Vogt binnen de faculteit nu ook kritisch gekeken: "Veel mensen stellen zich de vraag of we daar nu niet de rekening voor betalen".
Vier Europese verenigingen op het gebied van katalyse en organometaalchemie hebben gezamenlijk een bezorgde reactie gestuurd naar rector Hans van Duijn en een ingezonden brief aan het NRC Handelsblad. Hierin stelt men dat het 'naar believen ontslaan en vervangen van professoren de reputatie van de TU/e als een instelling die de principes van academische vrijheid handhaaft, en haar geloofwaardigheid als een eerlijke werkgever ernstig te gronde zou richten'. Ook vinden de ondertekenaars het onbegrijpelijk dat Vogt en Niemantsverdriet in het reorganisatiedocument van ST zo laag zijn gewaardeerd. 'In dat opzicht lijkt het proces haaks te staan op de werkelijkheid', zo staat verder te lezen.
Het faculteitsbestuur laat in een persbericht weten dat het de opheffing van onderzoeksgroepen en arbeidsplaatsen zeer betreurt, maar onder de omstandigheden -de terugloop van eerste geldstroommiddelen en het wegvallen van de FES-gelden- onontkoombaar vindt. Afgelopen week stemde het College van Bestuur in met de plannen. De nieuwe organisatie moet vanaf 1 september een feit zijn. De faculteit wil vanaf 2014 financieel weer gezond zijn. (HK) |