Het ontbreken van een overgangsregeling en de gevolgen voor deeltijdstudenten waren onderwerp van de rechtszaak. Studenten konden de langstudeerboete niet aan zien komen, zeggen de advocaten van de studenten. Dat konden ze best, zegt landsadvocaat Eric Daalder, want dat kon al vanaf het regeerakkoord en eigenlijk al vanaf eerdere wetsvoorstellen in die richting, zoals de wet voor de leerrechten.
Schendt de wet het eigendomsrecht omdat studenten een laag collegegeld mochten incalculeren? De studenten zeggen van wel, de staat zegt van niet. En is er overgangsrecht vereist? Ja, zeggen de studenten. De staat meent dat zulk overgangsrecht helemaal niet nodig is en bovendien is er wel degelijk overgangsrecht: de maatregel is een jaar uitgesteld.
En ook de lening die studenten kunnen afsluiten om de boete te betalen is geen tegemoetkoming, menen de studenten, want betalen moet je toch. Maar de staat vindt dat het onderwijs toegankelijk blijft en dat dit het belangrijkst is.
De studenten in het publiek denken dat de rechter minstens een deel van de wet ongeldig zal verklaren. Op meer durven ze niet te hopen. De meesten van hen doen zelf een bestuursjaar bij een vereniging of een studentenfractie. Ze lopen veelal uit. Ook is er iemand die voor de Socialistische Partij heeft geholpen met onderwijsprotesten. Een ander deed eerst een propedeuse in het hbo en stroomde daarna door naar de universiteit. Die was haar uitloopjaar al kwijt, moet nog twee vakken halen en moet daar dus het hoge tarief voor betalen.
De rechtbank doet op 25 juli uitspraak, of zoveel eerder als mogelijk is. (HOP/NS) |