/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 0 nummer 8

Jaargang 44, 1 november 2001


Achtergrond

Untitled Document

Noodlijdend Natuurkunde heft vier leerstoelen op

Geldtekort Natuurkunde/Brigit Span
Foto/Bart van Overbeeke

Vier leerstoelen bij Technische Natuurkunde verdwijnen binnen een termijn van vier jaar. Ook neemt de faculteit de komende vier jaar geen AIO's meer aan die worden
gefinancierd uit de eerste geldstroom. Met deze maatregelen wil het faculteitsbestuur de negatieve financiële situatie -een tekort van twee miljoen gulden over het jaar 2001- beëindigen.


Prof.dr.ir. Wim de Jonge, decaan van Technische Natuurkunde (TN), benadrukt dat de situatie waarin zijn faculteit terecht is gekomen, geen gevolg is van rare manoeuvres in de uitgavensfeer. "Er komt de laatste jaren structureel minder geld vanuit het ministerie. Dit is een situatie waar alle faculteiten Natuurkunde in Nederland mee zitten. Er is veel geld nodig voor de zware technische infrastructuur van dit soort faculteiten. We hebben wel voorzien dat er tekorten zouden opduiken, maar hebben het niet kunnen voorkomen. Zo is er meer geld binnengehaald uit de tweede en derde geldstroom, maar dit lost niets op. Het is goed voor je gevoel van eigenwaarde, maar de tweede geldstroom kost ons nog steeds geld, omdat we gefinancierde projecten moeten matchen."
Deze maatregelen konden dus niet voorkomen dat Technische Natuurkunde met een flink tekort op de begroting zit: twee miljoen gulden. Om dit probleem op te lossen, is het faculteitsbestuur aan de slag gegaan met het formuleren van een nieuwe toekomstvisie. De faculteit wordt geherstructureerd. In de toekomst gaat TN zich richten op drie belangrijke gebieden. Dit zijn functionele materialen, plasma en straling en warmte en stroming. "Dit is een strategische keuze die met zich meebrengt dat we andere activiteiten langzaam af zullen bouwen. Dit gebeurt niet in een keer, maar wordt gekoppeld aan het vrijkomen van vier leerstoelen bij het emeritaat van de betreffende hoogleraar. Die plaatsen worden dan niet meer herbezet." Het gaat hierbij om de leerstoel Theoretische Natuurkunde van prof.dr. Frans Sluijter, die vorige week met emeritaat ging. "Dit betekent overigens niet dat we stoppen met theoretische natuurkunde", zegt De Jonge.
De twee bundeltechniekgroepen worden vooralsnog aangescherpt tot één groep tot het moment dat prof.dr. Martien de Voigt met emeritaat gaat. De ontwikkeling van apparatuur binnen deze vakgroep wordt in ieder geval niet gecontinueerd. Ook de leerstoel Fysische Informatica en Klinische Fysica van prof.dr.ir. Klaas Kopinga houdt op te bestaan binnen TN. "Deze groep is nu al gedeeltelijk gelieerd aan de faculteit Biomedische Technologie. Het lijkt een haalbare zaak om dit soort activiteiten volledig onder te brengen bij BMT en Bouwkunde."
De groep Lage Temperaturen van prof.dr. Fons de Waele wordt ook afgebouwd. "Dergelijke manoeuvres zijn strategische keuzes", zegt De Jonge. "Vaak ontstaat het misverstand dat de groepen worden opgeheven vanwege de mindere kwaliteit ervan. Dat is absoluut niet juist. Maar we willen ons concentreren op drie gebieden, dat geeft minder ruimte voor 'dienstverlenend' onderzoek in andere groepen. De mensen binnen de voorgenoemde groepen zijn zich nu aan het heroriënteren om een bijdrage te kunnen leveren aan de gebieden die overblijven."
De technische infrastructuur die TN heeft, zoals het cyclotron, blijft intact als er voldoende belangstelling voor het gebruik ervan is bij derden. "Deze zaken blijven in de lucht. Niet als onderzoeksgroep, maar als faciliteit voor meerdere partijen", zegt De Jonge.
De decaan geeft aan niet gelukkig te zijn dat deze keuzes gemaakt moesten worden. "Ik hoop niet dat het gevolg van deze maatregelen is dat er geen ruimte meer is voor nieuwe initiatieven binnen Technische Natuurkunde. De dynamiek en innovatieve research moeten er wel in blijven zitten. Focusseren is goed als je de juiste balans tussen breedte en diepte weet te vinden."

AIO's
Een grote kostenpost voor TN is het grote aantal Assistenten in Opleiding (AIO's) dat wordt betaald vanuit de eerste geldstroom. "Daar stoppen we mee", klinkt het resoluut uit de mond van De Jonge. Dit betekent niet dat deze AIO's worden ontslagen. De 25 die nu op deze basis werkzaam zijn bij TN, kunnen hun promotie gewoon afmaken. Er worden echter geen nieuwe AIO's meer aangenomen binnen de eerste geldstroom. "Over vier jaar zijn al deze AIO's gepromoveerd; dat levert dan een besparing van 2,5 miljoen gulden op. Dit is de grootste bijdrage aan de oplossing voor de financiële problemen." De Jonge realiseert zich dat AIO's wel een belangrijke bijdrage leveren aan de faculteit. "We moeten deze 25 aanstellingen verplaatsen van de eerste naar de tweede of derde geldstroom. Dit is niet onhaalbaar, maar wel moeilijk, want ook de andere natuurkundige faculteiten hebben problemen en kunnen deze oplossingen bedenken. Ik reken er echter op dat we voldoende kwaliteit in huis hebben om AIO's terug te krijgen via andere geld-stromen dan de eerste."
Dat het moeten schrappen van de eerste-geldstroompromovendi een pijnlijk punt is, blijkt wel uit het feit dat de faculteit als eerste nieuw beleid rond 2004 het invoeren van een kleine poule AIO's uit de eerste geldstroom heeft staan. Het gaat hierbij om ongeveer vijf promovendi. "Je moet nieuwe dingen beginnen, maar partijen die voor geld kunnen zorgen, geloven niet altijd in deze voorstellen. Daar heb je beleidsruimte voor nodig uit de eerste geldstroom."

Een andere maatregel is dat Natuurkunde gaat werken met een nieuw budgetteringssysteem. "Dit systeem is vergelijkbaar met dat waar Scheikundige Technologie mee werkt. Het houdt in dat alle kosten en opbrengsten van elke capaciteitsgroep bij elkaar worden gezet. Nu is het nog zo dat bijvoorbeeld het personeel bij de faculteit in het systeem staat. In het nieuwe systeem wordt het voor een groep heel duidelijk wat ze kost én opbrengt en hoe ze het doet. Als je dat duidelijk kunt laten zien, is het veel inspirerender voor de mensen. Als binnen een groep een contract wordt binnengehaald, is dat geld ook voor de groep." Het is de bedoeling dat dit zogeheten Budgetteringssysteem Natuurkunde (Bun) op 1 januari 2002 wordt ingevoerd.

Happy
De maatregelen binnen TN, die in een periode van vier jaar hun beslag moeten krijgen, zijn niet bedacht door het faculteitsbestuur alleen, zegt De Jonge. "Dat is besproken binnen alle gremia van de faculteit. Er is draagvlak voor. Natuurlijk is het sneu voor degenen die andere toekomstverwachtingen hadden. Maar de overgrote meerderheid ziet de noodzaak en onderschrijft de strategische keuzes. Er vallen op deze manier tenminste geen ontslagen. Via een natuurlijk verloop wordt nu geld vrijgemaakt. Van onze mensen wordt nu verwacht dat ze zich flexibel opstellen. Jaren geleden hebben we hier een vitalisatie-impuls doorgevoerd om de grijze golf op te vangen. De jonge honden die we toen hebben binnengehaald, willen we absoluut niet kwijt. Daarom hebben we de gekozen oplossing zo snel mogelijk naar alle personeelsleden van TN gecommuniceerd. "We zijn nu bezig met gesprekken met alle betrokkenen. Ook met de groepen die het werk moeten overnemen. Bij onrust is niemand gebaat. Wij zijn een creatief bedrijf dat pas goed werkt als de mensen happy zijn. Het is niet zoals bij kunstenaars die eerst moeten lijden voordat ze tot iets goeds komen."/.

Onderzoek naar ruimteweer als alternatief
De reorganisatieplannen van de faculteit Technische Natuurkunde betekenen onder meer het opheffen van de capaciteitsgroep Theoretische Natuurkunde. Vorige week vrijdag hield prof.dr. Frans Sluijter, het hoofd van deze groep, zijn afscheidscollege. Sluijter zei onder meer dat hij het stopzetten van bepaalde vakgebieden zeer betreurde. Volgens hem begaf de faculteit zich met deze handelswijze op een sterk vernauwd terrein, hetgeen gevolgen zou hebben voor het onderwijs. Volgens Sluijter vraagt de opleiding van natuurkundige ingenieurs om een breed spectrum van aandachtsgebieden.
Voor zijn eigen vakgebied, dat van de klassieke theoretische natuurkunde, zag hij een nieuw en uitdagend onderwerp: de bestudering en beoordeling van het ruimteweer. Hiermee doelt Sluijter op de geïntegreerde studie van het gehele zon-aarde-systeem. Volgens hem een vakgebied dat ook maatschappelijk gezien steeds belangrijker zal worden, omdat processen op of in de zon invloed kunnen hebben op instrumenten en op mensen die zich op of in de nabijheid van de aarde bevinden. Hierbij moet volgens de vertrekkend hoogleraar gedacht worden aan het uitvallen van elektriciteit of het welzijn van deelnemers aan bemande ruimtevluchten. Ook voor de financiering van dit in Nederland praktisch braakliggende onderzoeksterrein ziet hij mogelijkheden. Met de Europese ruimtevaartorganisatie ESA zouden langjarige contracten zijn af te sluiten.

Untitled Document

Onderzoeksschool moet 'verweesde' AIO's een huis bieden
Uso-Built/Brigit Span
Foto's/Bart van Overbeeke
De nood was hoog en de tijd rijp. Een aantal Assistenten in Opleiding aan de TU/e-faculteit Bouwkunde dreigde te 'verwezen' omdat ze geen gelijkgestemd klankbord had. De onlangs opgerichte internationale onderzoeksschool Uso-Built moet een huis bieden aan honderdtwintig AIO's in heel Europa op het gebied van het ontwerp van de gebouwde omgeving en het gebruik ervan. "AIO's hebben een school, een familie nodig om een goede doctor te worden", zo vindt prof.dr. Annelies
van Bronswijk.

Zo is er niets, zo schieten in een keer drie initiatieven voor onderzoeksscholen bij de faculteit Bouwkunde uit de grond. Uso-Built (User-oriented technology for design of the built environment) was de eerste, twee andere staan nog in de kinderschoenen. Een initiatief komt van Bouwkunde-decaan prof.dr.ir. Harry Timmermans, maar hij wil daar nog geen ruchtbaarheid aan geven. Het gaat om Design Decision Support System (DDSS). Het andere initiatief komt van prof.dr.ir. Martin de Wit. Hij is bezig met het oprichten van een onderzoeksschool op het gebied van bouwfysica samen met universiteiten in Delft, Gent en Leuven. "Wij vielen hierbuiten", zegt dr.ir. Kees Doevendans, samen met Van Bronswijk initiatiefnemer voor Uso-Built. "Het ontwerpen van de gebouwde omgeving en het gebruik ervan is niet terug te vinden in een onderzoeksschool in Europa." Van Bronswijk noemt het 'moedig' om een blik te werpen op deze kant van de zaak. "De gebruiker is de toetssteen voor technologie. We willen vanuit drie aspecten naar problemen kijken: de functionele invalshoek waarbij je kijkt of iets werkt. Dan heb je de structurele kant die kijkt of iets past en dan is er nog de intentionele dimensie die bekijkt wat men eigenlijk wil. Principieel willen we elk probleem vanuit die drie hoeken bekijken binnen Uso-Built. Dat is nieuw, heel moeilijk, maar ook heel uitdagend."

Seksuele activiteit
Een belangrijke reden voor de oprichting van Uso-Built punt is dat Assistenten in Opleiding zich bewust worden van het feit dat iedereen werkt met een bepaalde vooronderstelling. "Ieder land werkt met andere cultureel ingegeven aannames. Dat zie je pas als je er mee wordt geconfronteerd." Het mooiste voorbeeld van uitgaan van vooronderstellingen vindt Van Bronswijk het onderzoek dat in de jaren vijftig is gedaan naar het seksuele gedrag van de huismuis. "Die dieren geven seintjes af en de onderzoekers kwamen tot de conclusie dat de mannetjes hierin een uitgebreid repertoire hadden en dat de vrouwtjes slechts weinig initiatief namen. Ten tijde van het feminisme werd het onderzoek opnieuw gedaan. Toen kwam eruit dat het vrouwtje het actiefste was op seksueel gebied. Hoe kan dit zo verschillen? Het blijkt dat de onderzoekers één muis in het kooitje vast hebben gebonden, omdat ze te snel op en neer renden en ze dan niet goed uit elkaar konden worden gehouden. Bij het eerste onderzoek werd het vrouwtje vastgebonden vanuit de gedachte dat vrouwen seksueel minder actief zijn dan mannen. Zo was het mannetje makkelijk bij te houden. Het latere onderzoek deed precies hetzelfde maar dan met het mannetje. Je kunt een onderzoek alleen doen door culturele variabiliteit in te voeren. Dat moeten onze AIO's leren door uitwisselingen met andere Europese onderzoekers. Ik heb vier AIO's tot doctor gemaakt en weet hoe het is als ze geen huis, dus onderzoeksschool, hebben. Ze moeten worden opgeleid tot zelfstandige onderzoekers, maar hebben geen groep waarmee ze kunnen discussiëren over hun onderzoek en de praktische problemen waar ze tegenaan lopen. Op die manier verwezen ze. Dat wordt nu voorkomen dankzij deze onderzoeksschool", vindt Van Bronswijk.

Strikt schema
Van Bronswijk: "Binnen het netwerk van Cluster was al eens een experiment geweest met een graduate-school, vandaar dat wij dachten dat er binnen Cluster wel een mogelijkheid was om een onderzoeksschool op te richten." In mei van dit jaar werd het voorstel gedaan tijdens de algemene ledenvergadering van Cluster en werd het aangenomen. Er werd gekeken welke projecten de deelnemers al hebben lopen die binnen Uso-Built zouden passen. "We willen een internationaal samengestelde onderzoeksgroep maken om zo een onderlinge uitwisseling van AIO's te krijgen. Ze volgen elkaars onderzoekstraject door middel van rapportages en presentaties en conferenties. De verschillende hoogleraren zitten in elkaars promotiecommissies. De deelnemende universiteiten zijn naast de TU/e, de _Ecole Polytechnique Fédérale de Lausanne, de Katholieke Universiteit van Leuven, de Politecnico di Torino, Darmstadt University of Technology, University of Cambridge, Université Catholique de Louvain, de universiteit van Stockholm, Barcelona en Karlsruhe en University of Strathclyde in Glasgow.
Sinds de goedkeuring voor het starten van de nieuwe onderzoeksschool wordt een strikt tijdschema gevolgd. Twee weken geleden werd een conferentie gehouden aan de TU/e als startsein voor Uso-Built. Komende maand moeten de contracten tussen de deelnemende universiteiten getekend zijn en voor het eind van dit jaar moeten de accreditatie-aanvragen de deur uit zijn. Er wordt zowel bij de Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen (KNAW) als bij de European Association of Architectural Education (EAAE) een aanvraag ingediend voor erkenning. Per 1 januari wordt officieel begonnen met onderzoek binnen Uso-Built. "Het lijkt een strikt schema, maar het is niet onmogelijk", vindt Van Bronswijk. "De AIO's zijn er al, dus die hoeven niet meer aangetrokken te worden. En we kunnen al aan de slag zonder de accreditaties, die wel belangrijk zijn om de kwaliteit te bewaken." Er zijn honderdtwintig AIO's bij de samenwerkende universiteiten die hun onderzoek hebben ingediend voor Uso-Built. Dat wordt na focussering teruggebracht tot circa zestig. "Je moet zó focusseren dat je van elkaar kunt leren. We moeten nog beslissen waar we de grens leggen. We passen de research aan aan de hand van de uitstroommogelijkheden van de AIO's. Ze moeten natuurlijk wel iets doen waarmee ze later aan de slag kunnen. We leiden ze niet op voor werkloosheid." De verwachte carrières van de AIO's liggen op vier gebieden: of ze worden zelfstandige op het gebied van architectuur; of ontwikkelaar of manager bij bedrijven die zich bezighouden met milieu- of gebouwentechniek. Een andere mogelijkheid is dat ze gaan werken bij de overheid of als onafhankelijk onderzoek aan de slag gaan.

Aan wat voor onderzoeken wordt gewerkt binnen Uso-Built in de toekomst? Van Bronswijk laat een dik pak papieren zien waarin alle ingediende onderzoeksvoorstellen zitten. Deze zijn ingedeeld in drie researchgebieden: 'ontwerp in de post-industriële stad'; 'technologie voor gezondheid, comfort en veiligheid'; en 'strategies voor design en planning'.
De term 'post-industriële stad' kan volgens Van Bronswijk vervangen worden door de 'post-11 septemberstad' na de aanslagen in Amerika op die datum. "We onderzoeken niet of mensen zich veilig voelen, maar hoe technologie het gevoel van veiligheid kan verhogen. Dat kan variëren van lowtech dingen zoals stoeptegels die recht blijven liggen tot het ontwerpen van embedded systemen die kunnen worden ingebouwd in huizen en die alarm slaan als er antrax (miltvuur) aan komt." Daarnaast wordt gekeken naar de herinrichting van vooroorlogse woonhuizen. Ook het rekening houden met overstromingen bij stedenbouwkundige ontwerpen is een voorbeeld van een ingediend voorstel.

Onder het kopje 'technologie voor gezondheid, comfort en veiligheid' kan worden gedacht aan wat je moet doen om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. De universiteit van Torino kijkt wat voor technische aanpassingen er nodig zijn voor de ouder wordende bevolking. In Darmstadt wordt gekeken hoe je problemen met drinkwater door bioterrorisme kunt voorkomen. Aan de TU/e wordt onderzoek gedaan naar eisen die aan verlichting worden gesteld in samenhang met gezondheid.

Bij 'strategies voor design en planning' worden alle mogelijke hulpmiddelen bekeken die architecten en planners nodig kunnen hebben. De universiteit van Darmstadt onderzoekt bijvoorbeeld of je gereedschap kunt ontwikkelen dat stankproblemen kan voorspellen. "Om zicht te krijgen op mogelijke problemen vóórdat je iets bouwt", aldus Van Bronswijk.

Meta-universiteit
Het is de bedoeling binnen de onderzoeksschool dat AIO's lesprogramma's volgen in het buitenland. Een probleem dat naar voren kwam tijdens de aan de TU/e gehouden conferentie is dat AIO's niet zomaar een programma of trimester kunnen volgen aan een universiteit. Elke universiteit heeft een ander startpunt van het collegejaar en de trimester lopen daardoor niet gelijk. Om dit praktische probleem op te lossen, of in ieder geval eenvoudiger te maken, wordt gebruik gemaakt van de Meta-universiteit. Doevendans is hier initiatiefnemer van. Alle schema's en overzichten van cursussen en lesprogramma's van de deelnemende partners in Uso-Built staan op de website van de Meta-universiteit. "Wij coördineren deze informatie zodat studenten gemakkelijk in kunnen stromen in de gewenste cursus", aldus Doevendans. "Het is eigenlijk een overkoepelende universiteit met een gemeenschappelijk onderwijsprogramma. Je kunt niet via internet de lessen volgen, maar weet wel precies wat wanneer en waar wordt gegeven." De Meta-universiteit was in eerste instantie gericht op drie universiteiten, te weten de TU/e, de universiteit van Glasgow en de hogeschool voor wetenschap en kunst in Gent en Brussel. Dat netwerk kan nu worden uitgebreid met de deelnemers in Uso-Built. In december moet de site werken. "Het is een faciliterend concept dat we gaan gebruiken voor de coördinatie. Studenten moeten twintig procent van hun studiepunten halen aan een buitenlandse universiteit. Via de Meta-universiteit kunnen ze zich inschrijven voor cursussen", aldus Van Bronswijk. "We willen Europeanen maken van onze AIO's. Dat houdt niet op met twee keer naar het buitenland gaan om daar cursussen te volgen. Ze moeten zo vaak mogelijk contact met elkaar hebben. Op die manier wordt de kwaliteit van AIO's beter."/.

Cluster wil wetenschap-pelijke toeristen maken
Uso-Built gaat werken onder vlag van Cluster (Consortium Linking Universities of Science and Technology for Education and Research), een Europees samenwerkingsverband van verschillende universiteiten. In 1990 is deze organisatie gestart met twaalf universiteiten, drieduizend professoren, tienduizend onderzoekers en honderdduizend studenten. De TU/e is één van de samenwerkende universiteiten.
Kern van Cluster is de gedachte 'als we samenwerken, zijn we sterker', zo legt de president van Cluster, prof.dr. Dominique De Werra, uit. "We moeten de beste zijn en het is moeilijk om dat alleen te doen. Internationalisering hangt in de lucht en wij moeten dat aantrekkelijk maken voor studenten. Ze moeten multicultureel worden opgevoed en internationale netwerken opbouwen." Het ideaalbeeld is ingenieurs die topkennis hebben van hun onderzoeksgebied, goede kennis hebben van wetenschap en techniek, ethisch verantwoord werken, intercultureel bezig zijn, flexibel zijn, zeer goede communicatieve vaardigheden hebben, multidisciplinair werken, zichzelf motiveren om hun hele leven te leren en die minstens drie talen spreken. De laatste is hooggegrepen, geeft De Werra toe, "maar je moet streven naar de ideale situatie".
Binnen Cluster wordt gezamenlijk onderzoek gedaan op het gebied van wiskunde, natuurkunde, chemie, architectuur, elektrotechniek, informatica en werktuigbouwkunde. Daarnaast zijn er zogenoemde taskforces die regelmatig bij elkaar komen en praten over onderwerpen als 'ondernemerschap en innovatie', 'internationale relaties' en 'tele-leren, multimedia en nieuwe technologieën'.
Voor de studenten zijn er uitwisselingen, gezamenlijke onderzoeksprogramma's, dubbeldiplomering en Cluster-certificaten die kwaliteit moeten garanderen. "We willen mobiliteit tussen studenten, professoren en onderzoekers. Een soort wetenschappelijke toeristen van ze maken." De Werra haalt een uitspraak van een oud-minister van onderwijs uit Frankrijk aan om duidelijk te maken wat het doel is van Cluster: "The good engineer is the one who knows to exchange".

Steun en tijd voor AIO's
Ion Besteliu en Herwin Sap zijn twee AIO's die zijn aangeloten bij de nieuwe onderzoeksschool Uso-Built.
Besteliu doet onderzoek naar de herstructurering van grote na-oorlogse woonwijken in Nederland. "Ik ben lid van de Nederlandse onderzoeksschool Nethur. Deze legt echter meer de nadruk op planografie en geografie dan op stedenbouw, waar ik me mee bezig houd." Met Uso-Built komt Besteliu in een constellatie terecht met gelijkgestemden. "Zo kunnen we onderling praten over het onderzoeksprogramma en over problemen die we tegenkomen. Ook doen we een gemeenschappelijke evaluatie over de kwaliteit van het onderzoek." Voor de AIO zitten er twee belangrijke voordelen aan Uso-Built. "Je kunt naar gemeenschappelijke seminars en summerschools gaan en je kunt een semester volgen aan een andere universiteit. Daar leer je veel van."
Het is niet zo dat de AIO's nu geen congressen bezoeken, maar deze zijn heel algemeen. Besteliu: "Je hebt veel meer steun in een netwerk waarin iedereen weet waar je mee bezig bent". Sap, die onderzoek doet naar verstedelijking langs infrastructuur zoals spoor- en snelwegen, ziet veel tijdswinst dankzij Uso-Built: "Congressen en bijeenkomsten binnen de school zijn gericht op het onderwerp waar jij mee bezig bent. Andere congressen focussen zich vaak op geografie en planologie. Bij Uso wordt gekeken naar het ontwerp. Dat scheelt tijd." En tijd is een belangrijke factor voor AIO's, die worden geacht te promoveren in vier jaar.














Website Cursor