/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 1 nummer 5

Jaargang 44, 20 december 2001


Onderzoek

Untitled Document

'Fluitend' promoveren aan twee universiteiten
Aero-akoestiek/Enith Vlooswijk
Foto/Bart van OVerbeeke
Wat heeft een blokfluit gemeen met een stofzuiger en een gasleiding? Ze maken alledrie geluid. Bij de blokfluit is dit gewenst, bij de andere twee zaken niet. Sylvie Dequand
onderzocht de aero-akoestische eigenschappen van pijpleidingen. Dinsdag 18 december verdedigde ze haar proefschrift voor een gemengde commissie van de TU/e en
de Université du Maine
.

C'est pas du pipeau, zeggen de Fransen als iets moeilijk is. Ook het onderzoek naar de akoestische werking van luchtstromen in blaasinstrumenten is volgens Sylvie Dequand (28) bepaald geen 'fluitje van een cent'. De Française beschrijft in haar proefschrift 'Duct Aeroacoustics: from Technological Applications to the flute' hoe luchtstromen in pijpleidingen een fluittoon kunnen veroorzaken. Ze ontwikkelde nummerieke en analytische modellen om dit verschijnsel inzichtelijk te maken.
Dikke schuimrubberen kussens tegen de wanden van haar kamertje in het Cascade-gebouw absorberen het geluid van haar proefopstelling. De ruimte staat tjokvol apparaten en meetinstrumenten, waartussen een bruin bierflesje volledig uit de toon valt. Dequand gebruikt het flesje om uit te leggen welk verschijnsel ze onderzoekt. "Als ik over een bepaalde hoek in het flesje blaas, hoor je een fluittoon." Ze doet het voor. Ditzelfde principe, vertelt ze, zorgt voor het geluid van een blaasinstrument, maar ook voor het 'gefluit' van een gasleiding, een föhn of een stofzuiger.
Wanneer lucht ongehinderd door een rechte pijp stroomt, gebeurt dit geruisloos. Geluid ontstaat pas als de luchtstroom met een bepaalde snelheid langs onregelmatigheden in het kanaal gaat; bij een afsplitsing van een gasleiding bijvoorbeeld. De buitenste luchtlaag scheidt zich daar af van de hoofdstroom, die snel rechtdoor blijft gaan. Doordat de losgeraakte luchtlaag instabiel is, ontstaat er bij de aftakking een werveling die drukverschillen veroorzaakt in de gasleiding. Zo ontstaan trillingen die door de meetrillende leidingwand nog worden versterkt. Het resultaat: een fluitend geluid.
De afmetingen en de vorm van de onregelmatigheid in de pijpleiding beïnvloeden de omvang van de werveling en daarmee de frequentie van de trillingen. Bij bepaalde afmetingen kunnen zelfs meerdere wervelingen tegelijk ontstaan. Dequand onderzocht onder meer de aero-akoestische eigenschappen van een bijzonder type pijpleiding, de Helmholtz Resonator. Het rechte kanaal van deze pijpleiding wordt aan de bovenkant doorbroken door een opening. De vorm hiervan is vergelijkbaar met die van de luchtopening bovenop het blaasgedeelte van een blokfluit: de hals loopt aan één zijde schuin vanaf de bovenkant het luchtkanaal in. Dit schuine gedeelte van de hals wordt ook wel labium, of 'lip' genoemd.

Klankkast
In de proefopstelling van Dequand is deze pijpleiding aangesloten op een soort ventilator, die lucht met een constante snelheid de leiding instuurt. De pijpleiding is van metaal en wordt aan twee zijden doorbroken door glazen raampjes. De opening aan de bovenkant van het luchtkanaal komt uit in een langwerpige stalen klankkast. Een piston met een drukmeter sluit de bovenkant van de klankkast af.
Zodra lucht door de leiding stroomt en wervelingen ontstaan, verandert de luchtdruk in de klankkast. Als de druk een bepaalde waarde overschrijdt, gaat er een signaal naar een lamp die op één van de raampjes is gericht. De lamp werpt korte lichtpulsen van tachtig nano-
seconden op het raampje. Uit twee kleine spleetjes voor de kanaalopening waar de wervelingen ontstaan, stroomt koolstofdioxide de luchtstroom in. Het gas buigt het licht op die plek af, zodat de wervelingen zichtbaar worden. Aan de andere kant van de opstelling staat een camera die opnames maakt.
Ter demonstratie draait Dequand aan de knop van de ventilator. Hoe verder ze draait, des te sterker wordt de luchtstroom en des te hoger de fluittoon. De luchtwervelingen gaan immers sneller draaien, waardoor de druk in de klankkast sneller verandert. Dit resulteert in trillingen met een hogere frequentie.
De hals van de kanaalopening kan in doorsnede en vorm variëren doordat deze bestaat uit twee verwisselbare aluminium blokjes. De opnames van de proefopstelling tonen aan hoe dit het ontstaan van wervelingen beïnvloedt. Aan de voet van een scherp labium ontstaan bijvoorbeeld grotere wervelingen dan bij een labium met een grotere hoek. Ook de vorm van de tegenoverliggende openingsrand speelt een grote rol.
Behalve wetenschappelijk onderzoeker is Dequand muzikante. Ze studeerde aan het 'Conservatoire National de Région' en speelt zowel cello als saxofoon. Vandaar dat het onderzoek naar de aero-akoestiek van de Helmholtz Resonator voor haar extra interessant was. "Veel blaasinstrumenten, zoals het pijporgel, de blokfluit en de dwarsfluit, werken volgens hetzelfde principe. Alleen is hun luchtkanaal wat smaller."
In haar onderzoek werden deze instrumenten nagebootst door een vergelijkbare proefopstelling, maar dan met een variabele kanaalhoogte. De resultaten van deze experimenten maakten de aero-akoestische eigenschappen van de instrumenten inzichtelijk. "De blokfluit heeft een mooie, rijke klank dankzij een scherp labium. De klank komt voornamelijk voort uit een werveling langs die scherpe rand", vertelt ze. Als de blaasdruk echter te hoog wordt, ontstaat er turbulentie en een 'rommelig' geluid. "Vandaar dat de blokfluit niet geschikt is voor een orkest. De dwarsfluit heeft een veel dikker labium, waardoor er minder turbulentie is. Daardoor is het een krachtiger instrument."
De resultaten van het onderzoek van Dequand zijn met name bruikbaar voor de ontwikkeling van computermodellen voor synthesizers.
Een scherpe bocht of een aftakking in een gasleiding kan wervelingen voortbrengen die een minder gewenst geluid veroorzaken. De trillingen kunnen zelfs leiden tot beschadigingen. Een deel van Dequands onderzoek richtte zich op dit gebied. Experimentele gegevens hierover waren beschikbaar uit eerdere experimenten. Het was Dequands taak hiervan nummerieke en analytische modellen te ontwikkelen die toegepast kunnen worden in de industrie.
Het onderzoek van Dequand maakt deel uit van een Europees project, Flodac (Flow in Duct Acoustics). Behalve industriële partners als Philips, Renault en Volvo werkten de University of Hull, de TU/e en de Franse Université du Maine binnen het project samen. De samenwerking tussen de Franse en de Eindhovense universiteit was zelfs zó intensief dat de promovendus aan beide universiteiten tegelijk promoveert. Zij is hiermee de eerste in de geschiedenis van de TU/e. "Ja, ik denk dat dit best belangrijk voor mij is", antwoordt de Française desgevraagd. "Ik krijg zowel een Nederlandse als een Franse bul. Als ik later bij een Franse universiteit wil solliciteren, heb ik dus geen equivalent nodig."

Europees
Hoe 'Europees' Dequand zich mag noemen, blijkt wellicht uit haar dankwoord. Het Engels mengt zich daar met Franse, Nederlandse en anderstalige dankuitingen. Niettemin drukt haar moedercultuur een zwaar stempel op haar leefwereld. "In het begin was het best moeilijk om te wennen in Nederland. Vooral het voedsel vond ik de eerste maanden vreselijk." Haar promotiestelling 'De culinaire hoogtepunten van Nederland lijken op het landschap' is daarom niet alleen schertsend bedoeld. Hetzelfde geldt voor een uitspraak van Guy de Maupassant, volgens wie 'de kus het beste middel is om zwijgend alles te zeggen'. "In Frankrijk groet je elkaar elke morgen met een hand en een kus", licht de onderzoekster wat verlegen toe. "Dat zegt meer dan woorden. Hier is dat heel anders, de relatie tussen mensen is wat afstandelijker. Ik weet niet goed hoe ik dat uit moet leggen, het zal wel iets met cultuur te maken hebben."
Dat de taal der woorden haar niet altijd goed ligt, maakt een kort gesprek snel duidelijk. Diepe denkrimpels en aarzelende glimlachjes onderbreken haar betoog voortdurend. Des te aannemelijker is de veronderstelling dat de muziektaal haar nauwer aan het hart ligt. Helaas heeft ze haar instrumenten de laatste maanden nauwelijks aangeraakt. "Het is moeilijk muziek te combineren met onderzoek. Ik wel nagedacht over een muzikale carrière, maar die wereld is erg competitief." Na haar promotie gaat Dequand vergelijkbaar onderzoek doen in Leuven. Daar hoopt ze haar hobby weer op te pakken./.

[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]













Website Cursor