spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB


“Ik heb een pakje ontworpen waarin sensoren zijn verwerkt die het hartritme in de gaten houden.”
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Effecten van design zijn vooraf meetbaar
18 september 2008 - De meeste auto’s van tegenwoordig zijn technisch betrouwbaar en verschillen onderling nauwelijks. Daarom bepaalt de vormgeving voor ongeveer zeventig procent het verkoopsucces. Julian Eichhorn uit Duitsland zocht naar een methode om subjectieve kwaliteiten aan een ontwerp te koppelen. Vandaag, donderdag 18 september, promoveert hij aan de faculteit Industrial Design met het proefschrift ‘Design Parameter Shift Evaluation’ (DPSE).
Een van de experimenten richtte zich op het ontwerp van koplampen.

Het ontwerpen van een auto lijkt vaak een ongrijpbaar proces. Voor veel designafdelingen is het vaak een kwestie van ‘fingerspitzengefühl’, ervaring en oog hebben voor de tijdsgeest. Maar dat is voor veel autoproducenten en fabrikanten van andere producten toch te mager. Ze willen in de miljoenen verslindende ontwerpfase liefst vooraf zeker zijn dat het nieuwe model een hit wordt. Het concept van een toekomstige auto dient daarom zeer nauwkeurig taxeerbaar en voorspelbaar te zijn.

Eichhorn werkte bij BMW Group Design in München en de faculteit Industrial Design in Eindhoven ruim drie jaar aan zijn onderzoek. Hij zocht naar objectieve parameters waarmee vooraf beter kan worden voorspeld of een ontwerp kansrijk is. Het zou designwerk doelgerichter, efficiënter en betrouwbaarder maken.

Een hele opgave, want kan het ‘karakter’ van een auto worden vertaald in betrouwbare parameters? Zijn er objectieve waarden te geven voor subjectieve gevoelens over schoonheid, robuustheid of betrouwbaarheid? “Hoe fysieke aspecten van onze omgeving -en van onszelf- verbonden zijn met de hoedanigheden die ieder van ons ervaart, is een vraag die even oud als fascinerend is”, meent Eichhorn. De promovendus bedacht twee experimenten om aan te tonen dat het mogelijk is subjectieve waarnemingen op een betrouwbare manier aan design aspecten te koppelen.

In het eerste experiment kregen vijftig testpersonen, leken op autogebied, een reeks koplampen te zien. Het ging om licht afwijkende varianten op een vast ontwerp. De vijf parameters waren de diameter van de lens, de diameter van de lamp, de hoek en hoogte van de motorkap boven de lamp en het zijknipperlicht. Door deze onderdelen te veranderen, ontstond telkens een ander aanzicht. De testpersonen mochten een koplamp naar eigen voorkeur kiezen en het karakter ervan evalueren. Eichhorn koos bewust voor een koplamp omdat die, net als bij de ogen, oogleden en wenkbrauwen van een mens, bij uitstek uitdrukking geeft aan het ‘gezicht’ van een auto. In dit geval het frontaanzicht van een zwarte BMW uit de 5-serie. De testpersonen kregen dan ook iedere keer de hele voorzijde van de auto te zien, zodat het ‘karakter’ optimaal was. In een tweede ronde werden de bevindingen van de vijftig leken getoetst door het oordeel te vragen van tien TU/e-studenten en tien designexperts.

Het experiment bewees dat de vijf toegepaste designparameters een statistisch meetbaar effect hadden op het karakter van een auto. En dat het mogelijk is om de parameters dusdanig te verschuiven (‘shift’) waardoor vooraf beter richting te geven is aan aspecten van een autoontwerp.

Geluidssignalen
Het tweede experiment richtte zich op de geluidsignalen die door parkeersensoren in werking worden gesteld. Veel automobilisten ervaren de pieptonen als hinderlijk. Eichhorn bedacht ook hiervoor parameters voor onder meer toonhoogte, modulatie en de ruwheid van boventonen. Het leverde in totaal 36 varianten op die in een testlab en op de openbare weg door vijftig proefpersonen zijn geprobeerd. Er werd gekeken naar de subjectieve gevoelens die de pieptonen teweeg brachten. Was het waarschuwingssignaal plezierig, urgent, duidelijk, modern of attent? Door deze gevoelskwesties goed in kaart te brengen en ze te relateren aan de parameters, toonde Eichhorn aan dat het mogelijk is om vooraf met complexe, interactieve design parameters een doelgericht karakter aan component te geven.

Eichhorn: “Design Parameter Shift Evaluation (DPSE, red.) kan onderlinge afhankelijkheden grijpen die intercultureel en universeel zijn. Maar DSPE kan ook de individuele tijdgeest aangrijpen: een sportieve uitstraling bijvoorbeeld werd vijftig jaar geleden door andere parameters bepaald dan tegenwoordig. Daarvoor moeten de juiste vragen worden gesteld en een individuele analyse plaatsvinden. De DPSE kan een variabele input hanteren en is toepasbaar op talloze kwaliteiten en producten.”

“Of DPSE een hinderpaal of juist hulpmiddel is bij het creatieve ontwerpproces? Mijn antwoord luidt principieel: beide, afhankelijk van hoe het idee achter DPSE wordt gebruikt. Elk proces dat rechtlijnig op een ander wordt toegepast, herbergt het risico dat het oorspronkelijke idee wordt verwrongen. Maar de gedachte achter DPSE is om het ontwerp meer communiceerbaar en expliciet te maken in de productontwikkeling. En om een dieper en betrouwbaarder inzicht te krijgen in de parameters die een product voor een bepaalde groep klanten begerenswaardig maken. Uiteindelijk blijft een uitstekend ontwerp nog altijd het resultaat van teamwerk en de interactie tussen ontwerpers en ingenieurs. Binnen een goed ontwerpproces -en ons dagelijkse leven- zijn creativiteit, intuïtie en expertise niet alleen strikt noodzakelijke, maar op de allereerste plaats uiterst krachtige en efficiënte instrumenten. Ze zijn niet vervangbaar, maar vervolledigbaar.”

“DPSE heeft nog geen gevestigde plaats in het ontwerpproces, al zijn er wel aspecten van de experimentele resultaten verwerkt in het ontwerpproces van toekomstige koplampen. Het belangrijkste effect dat DPSE teweeg brengt, is een verandering in de manier van denken.”/.