spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB


“Polymeren vind ik fantastisch.”
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

“Polymeren vind ik fantastisch. Als je een kleinigheid verandert in de structuur, dan heeft dat meteen groot effect op de eigenschappen van het materiaal.” Scheikundestudent Jan Kolijn spreekt met liefde over zijn afstudeerproject.

Een jaar geleden begon hij in de vakgroep Macromoleculaire wetenschap en technologie van hoogleraar Bert Meijer. Hier deed hij onderzoek naar de eigenschappen van een polymeer, dat voor medische toepassingen zal worden gebruikt. “Bijvoorbeeld voor dialyseapparatuur. Het is de bedoeling dat je er een laagje lichaamscellen op kan laten groeien.” Door zijn bijbaan bij de Polymer Technology Group had Kolijn al ervaring met het bepalen van de mechanische eigenschappen van polymeren. “Dat kwam nu goed van pas.”

Om te zorgen dat de biologische cellen goed kunnen hechten, moet een materiaal worden opgebouwd uit een spaghetti van polymeerslierten. Maar dat bleek een probleem. “Het was de vakgroep één keer gelukt om een mooie vezelstructuur te maken met dit polymeer, maar na die ene keer gingen alle experimenten fout. Het werd een klonterige massa. Dat is het lastige van chemie. Je denkt steeds hetzelfde te doen, maar het resultaat is niet altijd hetzelfde.” Heel wat experimenten later was het Kolijn gelukt om weer een vezelstructuur te maken, maar nu waren de vezels te dik. “Door meer oplosmiddel toe te voegen, krijg je dunnere vezels, maar dan gingen de polymeren weer klonteren.” Het ‘eureka’-moment kwam toen Kolijn bedacht een ander oplosmiddel te gebruiken. “We kozen een ander middel, deels beredeneerd, deels op de gok, en het werkte.” Het tweede deel van zijn opdracht was uitzoeken wat de mechanische eigenschappen van het materiaal bepaalde. “Ook al zou het chemisch precies hetzelfde moeten zijn, toch blijkt het materiaal de ene keer sterker dan de andere.” Door hightech trekproeven kon Kolijn bepalen welke verbindingen de sterkte van het materiaal het meest beïnvloeden.

“Nu weten we wat de bepalende factoren zijn. Maar helaas weten we nog niet hoe we die zo kunnen beïnvloeden, dat het materiaal altijd even sterk wordt.”

Kolijns studie zit er nog niet op. Hij moet nog een laatste stage doen, bij TNO. “Daar mag ik weer aan de slag met biomaterialen.”

Tekst: Anouck Vrouwe
Fotomontage: Rien Meulman


Heeft u tips voor deze serie; mail ze dan naar cursor@tue.nl .