spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Hoogleraren steeds vaker deskundigen in de rechtbank
18 december 2008 - Wetenschappelijke kennis en onderzoeksmethoden worden niet alleen gebruikt aan de TU/e, maar hebben ook een maatschappelijke functie. Bijvoorbeeld als hoogleraren gevraagd worden als getuige-deskundige bij rechtszaken. Dat stelt speciale voorwaarden, stelt prof.mr.dr. Jan Smits: “Je moet je erg bewust zijn van die verantwoordelijkheid als jouw kennis wordt ingehuurd.” Prof.ir. Bert Snijder van Bouwkunde beaamt dat: “Je verbindt er jouw naam en die van de TU/e aan en dat ligt gevoelig.”
Prof.mr.dr. Jan Smits

Snijder, hoogleraar Constructief Ontwerpen aan de faculteit Bouwkunde en gespecialiseerd in staalconstructies, is vorig jaar als getuige-deskundige gevraagd om de technische rapporten te vergelijken die de verdediging en het Openbaar Ministerie afzonderlijk hebben laten maken over het ongeluk met de steiger bij de Amercentrale. Daarbij kwamen in 2003 vijf schoonmakers om het leven, drie anderen raakten gewond.

Hoe ze bij hem terechtkwamen, is Snijder nog steeds niet duidelijk, al is hij een van de weinige specialisten in Nederland op het gebied van de stabiliteit van staalconstructies. “De rechter-commissaris belde me op mijn mobiele telefoon en dat nummer hebben maar weinig mensen. Ik heb ook maar één keer eerder iets dergelijks gedaan, op verzoek van een van de partijen heb ik toen iets technisch uitgelegd. Maar het is een maatschappelijk belang, ook van de TU/e, om hieraan mee te werken. Het lag ook precies op mijn pad, dan is het raar om ‘nee’ te zeggen. En wie moet het anders doen? Het moet toch gebeuren en het liefst goed. Dat was de belangrijkste reden om ‘ja’ te zeggen.”

Net als Smits stelt hij wel voorwaarden voor hij zo’n klus aanvaardt. Snijder: “Op de eerste plaats moet het binnen je competentie liggen. Ook ethische afwegingen kunnen tot een weigering leiden. Wanneer een van de partijen je vraagt, moet je je goed afvragen of het een rechtvaardige zaak is. Maar als getuige-deskundige in een strafzaak hoef je die afweging niet te maken, want het rechtssysteem vraagt je. Het moet verder ook praktisch kunnen, ik kan voor zoiets geen twee maanden vrij nemen. Ik moet ook onafhankelijk, objectief onderzoek kunnen doen, dat is een heel belangrijke vereiste. Je verbindt jouw naam en die van de TU/e daaraan; dat ligt toch gevoelig. Alle collega’s in het land kijken mee en ik moet er niet aan denken dat ze me erop aanspreken als je in dit soort zaken verkeerd onderzoek doet.”


Prof.ir. Bert Snijder

Doorgezaagd
In de rechtszaal lichtte Snijder zijn onderzoek toe en beide partijen stelden hem kritische vragen over zijn schriftelijke rapport. Snijder vond de hele procesgang een bijzondere ervaring: “Het is een totaal andere wereld. Ik heb bewondering voor de zorgvuldigheid waarmee men te werk gaat; ook de kundigheid van de juristen verraste me. Al is er natuurlijk al veel vooraf gegaan aan dit hoger beroep en worden die juristen bijgestaan door deskundigen. Maar ze hadden zich goed ingewerkt. Dat merk je aan de gerichte technische vragen die ze stelden op een voor hen toch onbekend vakgebied.”

Dat er echt iets vanaf hing (gevangenisstraf) gaf wel extra druk, zeker omdat de beklaagde tijdens de zitting aanwezig is. Snijder: “Dat is heel confronterend. Jouw antwoorden hebben gevolgen voor hem, dat realiseer je je goed. En het is ook maar goed dat je je dat realiseert, zonder dat je weet wat precies de juridische gevolgen zijn van je antwoorden. Want hoe een rechter mijn antwoorden en het rapport meeweegt, weet je van te voren niet.”

Heeft Snijder er zelf ook nog iets aan gehad? Snijder: “In technisch opzicht was het niets nieuws en heb ik er niet veel van geleerd. Wel ten aanzien van het scherp rapporteren en antwoorden op de nauwgezet geformuleerde vragen. Dan komt het soms écht op één bepaald woordje aan, want je wordt helemaal doorgezaagd over ‘Hoe heeft u dat bedoeld?’ Het is een uitdaging om de antwoorden schriftelijk zo scherp mogelijk te formuleren.”

Satelliettelefoon
Jan Smits is hoogleraar Recht en Techniek bij Innovation Sciences, met als specialisatie (inter)nationaal telecommunicatierecht. Hij wordt regelmatig benaderd om zijn oordeel of uitleg te geven bij rechtszaken. Zoals in 1999. De vraag was of het technisch mogelijk was om een mobiele satelliettelefoonsignaal af te tappen om zo te bepalen waar iemand zich bevindt. Zijn antwoord bepaalde mede of iemand wel of niet rechtsgeldig was gearresteerd.

Smits: “Het meest word ik gevraagd om technische uitleg te geven over satellietzenders, decoders en cryptologie bij het doorgeven van signalen. Maar ook of het legaal is dat iemand een lege chipkaart uit de winkel zelf mag ‘vullen’ met de sleutel van een satellietzender om zo zonder betaling en contract naar hun programma’s te kijken.”

Het maakt Smits niet veel uit door of voor wie hij wordt gevraagd. Hij heeft als doctor een eed moeten afleggen dat zijn kennis alleen ten goede komt aan de wetenschap of de samenleving. Weigert hij dan nooit om als expert op te treden? Smits: “Jazeker, als ze vragen: ‘Zou je dit en dit voor ons willen zeggen?’. Want ik wil wél mijn onafhankelijkheid en objectiviteit bewaren. Bovendien houd ik er wel van om dingen recht voor zijn raap te zeggen als ik ergens van overtuigd ben. Je wilt je ook niet laten gebruiken, al gebeurt dat op een bepaalde manier altijd wel als je voor één van de twee partijen optreedt.”
Wat de invloed is van de inbreng van een expert is bijna nooit te zeggen. “Gelukkig ben ik niet de echte beslisser”, zegt Smits. “Wanneer iemand arbeidsongeschikt is omdat een arts zegt dat hij een bepaald botje heeft gebroken, dan beslist de rechter zelf of hij die arts gelooft.”

Technische smoesjes
Het lijkt de laatste jaren wel of het aantal wetenschappers dat in de rechtbank als getuige optreedt toeneemt. Smits verwijst daarvoor naar ontwikkelingen in de rechtspraak. “Vaak blijkt dat rechters niets van technische - en telecomsystemen begrijpen, daarom raadplegen ze onafhankelijke deskundigen. Je kunt zeggen dat door toename van de technologische complexiteit niet meer ‘alle’ kennis bij de rechtbank aanwezig kan zijn. De rechter moet steeds meer kennis van elders halen om objectief te kunnen oordelen. Ook omdat de instrumenten van het Openbaar Ministerie toenemen, is er steeds minder sprake van gelijkwaardigheid van beide partijen. Dat maakt de rol van de getuige-deskundige steeds belangrijker, voor alle partijen. De rechter zou iemand moeten zijn die de waarheidsvinding moet kunnen waarborgen, maar dat wordt hem steeds moeilijker gemaakt.”

“Als wetenschapper weet je ook niet alles zeker. Maar, dat kan zowel een voor- als een nadeel zijn, want je kunt je tegenstander corrigeren of twijfel zaaien. Maar als de ander na jou spreekt, geldt hetzelfde voor hem. Toch, als deskundige hebben je uitspraken een speciale betekenis en daarom moet je je erg bewust zijn van je verantwoordelijkheden. Je weet het bijvoorbeeld als de andere partij technische smoesjes hanteert. Dat kun je doorprikken, maar het is aan de rechter om daar een objectieve beslissing in te nemen.”/.

 

Getuige-deskundigen/Gerard Verhoogt
Foto’s/Rien Meulman