spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
“Ondernemen doe je er niet even bij”
15 januari 2009 - Steeds meer TU/e-studenten zijn geïnteresseerd in de fijne kneepjes van het ondernemerschap. Cursussen in Technology Entrepreneurship aan de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences zijn de afgelopen jaren populairder geworden. Zo’n honderd minor- en masterstudenten van uiteenlopende opleidingen presenteerden vrijdag 9 januari hun businessplannen aan ondernemers en bankiers.
Foto: Bart van Overbeeke

“Ik ben al twintig jaar ondernemer, maar ik heb van die jongens toch veel opgestoken. Zo’n uitgebreid marktonderzoek had ik zelf nooit kunnen maken”, vertelt Joop Wenstedt, directeur van Albatros, een bedrijf dat onbemande vliegtuigjes verhuurt voor civiele toepassingen. Wenstedt brengt een systeem op de markt waarmee zulke vliegtuigjes eenvoudiger informatie kunnen vergaren. Maar hij blinkt niet uit in het schrijven van een gedegen businessplan. Derdejaarsstudenten Werktuigbouwkunde Cam-Hing Dai en Bas Coenen schreven een plan voor hem. Het resultaat: Wenstedt gebruikt nu onderdelen van het plan in de onderhandelingen met banken en klanten.

Minor- en masterstudenten van uiteenlopende opleidingen die de halfjaarlijkse programma’s Technology Entrepreneurship volgen, schrijven complete businessplannen. Voor een eigen op te zetten bedrijfje, voor ideeën vergaard door het TU/e Innovation Lab, of voor bestaande ondernemingen. Vrijdag 9 januari presenteerden de eerste honderd hun plannen aan driekoppige panels van ondernemers, bankiers en docenten.

Het plan van Coenen en Dai is er een met veel potentie. Het wint uiteindelijk ook één van de drie prijzen van vijfhonderd euro die de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences (IE & IS) in het leven heeft geroepen voor het beste plan uit de kringen van het Innovation Lab. Derdejaarsstudenten Technische Informatica Roel van Duijnhoven en Wouter Twisk ontvingen de prijs voor het beste eigen idee. Zij ontwikkelden een webtoepassing voor surfers die een eigen site willen bouwen en schreven er zelf het businessplan voor. Kees Roos en Roy Frijns, masterstudenten bij respectievelijk Elektrotechniek en Bouwkunde, kregen de prijs voor het beste plan voor een bestaand bedrijf. Zij maakten een strategisch plan voor technisch installatiebedrijf Ai-Tec BV, een onderneming die elektronische oplossingen ontwikkelt die het comfort en de veiligheid moeten optimaliseren in bedrijfspanden en woningen.

De winnende plannen staan niet direct model voor het niveau van alle deelnemers. Het verschil in kwaliteit is evident, zeggen verscheidene juryleden. Dat komt onder meer door de gemêleerde samenstelling van de cursistengroep dit semester, met slechts enkele Bedrijfskundestudenten en veel minorstudenten en buitenlandse studenten. “Van bachelorstudenten van Scheikundige Technologie en Technische Natuurkunde mag niet hetzelfde worden verwacht als van masterstudenten Technische Bedrijfskunde. De meeste minorstudenten komen uit een totaal andere wereld”, zegt Joop Dat, panellid en docent Financieel Management bij IE & IS.

Technici in korte tijd klaarstomen voor het entrepreneurschap blijkt geen sinecure. Om de studenten de kneepjes van het vak zoveel mogelijk bij te brengen, worden zij het hele programma gecoacht door docenten en oud-ondernemers. Verscheidene juryleden constateerden vrijdagmiddag tijdens de panelsessies bepaalde typische gebreken aan de businessplannen: matige financiële onderbouwingen en een sterke voorkeur om te weinig risico’s te willen nemen. “De analysekracht van de studenten bewonder ik, maar ze zijn als ondernemer soms nog wat naïef”, zegt panellid en voormalig directeur van schoonmaakbedrijf CSU Cor van der Heijden. “Ze letten bijzonder goed op de kostenkant, maar de inkomstenkant zien ze een beetje over het hoofd. En er moet wel geld verdiend worden.”

Populariteit
Cursussen Technology Entrepreneurship voor niet-management studenten worden sinds 1994 door de TU/e aangeboden. Studenten stromen sinds enkele jaren op drie manieren in. Als eerste bieden de meeste bacheloropleidingen de mogelijkheid een minor Technology Entrepreneurship te volgen. Daarnaast kunnen masterstudenten een Certificaat Technology Entrepreneurship (CTE) behalen, een programma dat bovenop de reguliere studie komt. Tot slot is het schrijven van een businessplan onderdeel van de master Construction Management & Engineering aan de faculteit Bouwkunde en een keuzevak voor de andere masters. De halfjaarlijkse programma’s mogen zich in een nog steeds toenemende populariteit verheugen. Het deelnemersaantal is in vijftien jaar tijd opgelopen van dertien naar zo’n tweehonderd studenten. Hoogleraar Ondernemerschap Leo Verhoef verwacht nog een verdubbeling van het aantal als alle bachelorstudenten over een paar jaar de minor kunnen volgen. “De huidige markt vraagt om kennis van ondernemerschap. Studenten voelen dat aan en spelen daarop in”, aldus Verhoef.

Studenten kiezen de programma’s vooral als aanvulling op hun reguliere studie. Van alle plannen werd vorig jaar ongeveer de helft gedeeltelijk of helemaal gerealiseerd. De meeste daarvan waren bestemd voor bestaande bedrijven. Maar weinig studenten geven een vervolg aan die samenwerking met de onderneming na de studie. En slechts één op de tien studenten die een van de programma’s heeft gevolgd, start na de studie daadwerkelijk een eigen bedrijfje. “De extra kennis is handig. Ik kan die straks goed gebruiken in een managementfunctie binnen mijn eigen vakterrein”, zegt prijswinnaar Coenen. Derdejaarsstudent Werktuigbouwkunde Jim Schormans sluit zich daarbij aan. Hij schreef met collega-student Ruud van de Waal en de Deense IE & IS-student Christian Knudsen een businessplan voor het bedrijf GPG Horse Suspension BV, dat wereldwijd een nieuwe schokdempende stijgbeugel voor paardensporters op de markt op wil brengen. “Ik weet nu beter hoe ondernemers in mijn eigen vakgebied me straks kunnen benaderen”, aldus Schormans.

Een kleine groep studenten heeft de smaak na de eerste kennismaking met het ondernemerschap wél te pakken. Zo willen Doris de Bruijn en Sean Vos, Bouwkundestudenten en volgers van het CTE-programma, een doorstart maken met hun bedrijf SlimRenoveren. Zij ontwierpen een geprefabriceerd bouwsysteem waarmee in korte tijd naoorlogse rijtjeswoningen kunnen worden gerenoveerd en uitgebreid. De twee denken hiermee een nichemarkt aan te boren door de groei in de renovatiesector en door de duurzaamheid van het systeem. “We willen nu doorpakken. De opgedane ervaringen met mensen uit het bedrijfsleven helpen daarbij”, vertelt Vos. “We hebben commerciëler leren denken en weten nu beter hoe we rendement uit ons systeem kunnen halen.” Ook prijswinnaars Van Duijnhoven en Twisk willen dit jaar hun plan voor de webtoepassing hebben uitgevoerd, iets dat ze naast hun studie zullen moeten doen.

Gedrevenheid
Hoewel het enthousiasme bij een aantal cursisten groot is, mist coach/panellid en gepensioneerd Philips-directeur Frans de Bruijne de echte gedrevenheid van veel studenten. “De motivatie bij niet-Bedrijfskundestudenten laat geregeld te wensen over. Ik zie te weinig bloed, zweet en tranen. Ondernemen doe je er niet even bij, aan de hand van een reeks telefoontjes en mailtjes.” Coach Joop Dat vult aan dat veel studenten de studielast van het schrijven van een goed businessplan onderschatten. Dat: “Vooral de minorstudenten heb ik fors achter de broek moeten zitten. Toch kunnen ook zij meer kwaliteit afleveren, kijk maar naar het Albatros-plan, toch wel de eye-opener van dit semester.”

Ook De Bruijne haalt het businessplan van Dai en Coenen aan om te verduidelijken hoe het wél moet. “Die twee hebben zelfstandig een bijdrage geleverd aan de verdere ontwikkeling van een bedrijf. Er was sprake van een goede wisselwerking en dat merk je tijdens de panelsessies.” Volgens de oud-Philipsman is bij het schrijven van een plan voor een onderneming een duidelijke eigen visie onontbeerlijk. “Studenten moeten de ondernemers niet naar de mond praten. Juist dat kan uitzicht bieden op een succesvolle samenwerking.” Ondernemer Wenstedt beaamt het: “Vaak draaf je als ondernemer maar door, overtuigd van je eigen gelijk. Maar de studenten hielden met hun bevindingen me meermalen een spiegel voor. Die momenten zijn leerzaam.”

Alle complimenten en kritiek ten spijt, tijdens de panelsessies hebben studenten nog maar beperkt invloed op hun beoordeling. Driekwart van het cijfer ligt dan al vast. Met de presentatie en de financiële onderbouwing zijn nog wel punten te scoren. De docenten hebben het afgelopen jaar extra ingezet op de geldelijke aspecten van de onderneming. Panelleden waren twee jaar geleden ontevreden over de financiële paragrafen. Het opstellen van een zeer doortimmerde kosten-batenanalyse lijkt in de huidige crisis bittere noodzaak. Aangevuld met alle mogelijke risicoscenario’s. Maar dat blijkt in dit geval juist niet echt nodig. “Deze crisis is zo gek, daar kan nauwelijks een plan op gemaakt worden”, zegt Van der Heijden. De Bruijne erkent dat het moeilijk anticiperen is op de grillen van de huidige economische ontwikkelingen. En rekening houden met allerlei doemscenario’s zou het enthousiasme van aspirant-ondernemers alleen maar in de kiem kunnen smoren. “In de plannen moeten we geen doemscenario’s hebben. Want ondernemers zijn van nature optimisten”, aldus De Bruijne./.

 

Ondernemerschap/Tjeerd Adema
Foto/Bart van Overbeeke