Dat de TU/e-populatie niet representatief is voor de Nederlandse bevolking, is geen nieuws - dat bleek ook weer deze week. Onderwerp van gesprek was een conferentiebezoek aankomende juli in Mexico. Nu heeft Mexico de laatste weken een wat wrange bijsmaak gekregen vanwege de griep, maar dat lijkt niemand iets te deren. Aan de TU/e althans niet. De gemiddelde Nederlander ziet op tv nieuwsberichten over een oprukkend virus waar mensen aan doodgaan. Duizenden mensen zijn ziek en op tv doen ze alsof dat veel is. Een TU’er ziet een simpele exponentiële functie a^t, waar a het aantal mensen is dat door een zieke wordt besmet, en t de tijd. Is a kleiner dan 1, dan stopt de verspreiding en is er niks aan de hand. Is a groter dan 1, dan kan het uit de hand lopen. Dan wordt de conferentie waarschijnlijk afgelast.

Het enige waar men in de wandelgangen van opkijkt, is dat het nieuwe virus überhaupt is opgemerkt tussen de normale griepgevallen. Ter vergelijking wat cijfers (RIVM): tijdens de jaarlijkse winterepidemie krijgt in Nederland naar schatting vijf procent van de bevolking griep, zo’n achthonderdduizend mensen. Er sterven gemiddeld tussen de duizend en tweeduizend mensen. Op moment van schrijven zijn officieel wereldwijd 5251 mensen besmet met het nieuwe virus en zijn er 61 doden. Dat vindt een TU’er niet om van wakker te liggen, maar vertel dat maar eens aan bezorgde ouders. De nieuwe naam Influenza A(H1N1) helpt natuurlijk ook niet voor een beter imago (maar ja, met ‘Mexicaanse griep’ was de Mexicaanse ambassade niet blij, en de naam ‘varkensgriep’ heeft al meer varkenslevens geëist dan er waarschijnlijk ooit mensen aan de ziekte doodgaan).

Waarom kunnen we het niet, net als iedere winter, gewoon griep noemen? En dan in twee gradaties: griepje als het meevalt (a<1) en fikse griep als het erger wordt (a>1)?

Bram van Gessel,
promovendus Technische Natuurkunde