Internationalisering, oftewel ‘The world is yours’, was dit jaar het leidend thema bij de opening van het academisch jaar en in het kader daarvan was de voertaal voor het eerst Engels. Niet iedereen was daar gelukkig mee, getuige de mededeling van rector prof.dr.ir. Hans van Duijn dat hij naar aanleiding van deze beslissing diverse boze mails had ontvangen. Van Duijn benadrukte het belang dat de TU/e heeft bij de komst van getalenteerde studenten en medewerkers uit het buitenland en het opbouwen en onderhouden van een breed internationaal netwerk. Zijn betoog was doorspekt met filmpjes waarin studenten en medewerkers onder andere vertelden over hun motieven om naar Eindhoven, waarbij de nauwe contacten tussen TU/e en bedrijfsleven veelal doorslaggevend bleken. Van Duijn zei dat het voor de Nederlandse student ook van groot belang is om ervaring op te doen in het buitenland, temeer daar technologie steeds meer in internationaal verband wordt ontwikkeld.
Alexander Rinnooy Kan.
SER-voorzitter Rinnooy Kan, in 2007 en 2008 uitgeroepen tot de invloedrijkste man van Nederland, zette in zijn toespraak de Nederlandse ambities op de gebieden onderwijs, kennis en innovatie af tegen die van de overige landen die deel uitmaken van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. En Nederland schiet daarbij in zijn ogen schromelijke tekort. Rinnooy Kan: “Wat betreft de uitstroom van bètastudenten ligt het Nederlandse ambitieniveau over vijf jaar onder het huidige OESO-gemiddelde en daarmee onder het huidige niveau van landen als Italië en Portugal.”
Volgens de SER-voorzitter zijn er de afgelopen jaren wel vorderingen gemaakt om weer in te lopen op de andere landen, maar zijn die inspanningen ontoereikend om over vijf jaar weer in de top van de OESO te staan. Dat het kabinet er slechts naar streeft om het onderwijs- en kennisniveau weer terug te brengen naar het OESO-gemiddelde, staat volgens hem haaks op de algemene Nederlandse ambitie om internationaal te excelleren.
Overigens ziet hij voor Brainport Eindhoven het meeste perspectief om zich als innovatieve regio te verbeteren binnen Europa. Deze regio staat volgens hem nu op een ‘eervolle’ twintigste plaats, maar volgens Rinnooy Kan is dat nog lang niet goed genoeg. Hij denkt dat een creatieve wisselwerking tussen kennisinstituten en innovatieve industrie volop mogelijkheden biedt om in de toekomst verder op te rukken op de Europese ranglijst. (HK)/. |