De Visser heeft eens op een rij gezet hoeveel aanvragen de universiteiten voor de prestigieuze subsidies van de Vernieuwingsimpuls indienen en hoeveel beurzen ze uiteindelijk krijgen. Afzonderlijke scores wil hij niet geven, maar volgens hem zitten de drie technische universiteiten samen op het gemiddelde.
Aanvragers van de drie technische universiteiten maken volgens hem evenveel kans als wetenschappers van andere universiteiten en van andere disciplines. Zo reageert hij op de deining na een artikel van het HOP over de overheveling van honderd miljoen euro uit het budget van de universiteiten naar onderzoeksfinancier NWO, die het geld in de Vernieuwingsimpuls onder de beste wetenschappers mag verdelen. De technische universiteiten schieten daar naar verwachting miljoenen bij in, terwijl andere universiteiten er financieel juist op vooruit gaan.
CDA en SP stelden Kamervragen: hoe komt het dat de TU’s dat geld niet zullen terugwinnen? In zijn antwoord speculeerde Onderwijsminister Ronald Plasterk dat de technische universiteiten misschien minder goede aanvragen indienen. Dit tot woede van de TU’s. Delft en Eindhoven zeiden op hun beurt dat de beoordelings- en selectiemechanismen van NWO niet geschikt zouden zijn voor de ontwerpende ingenieurswetenschappen.
Maar uit de cijfers blijkt dit alles niet, aldus De Visser. Als de technische universiteiten meer zogeheten Veni-, Vidi- en Vici-subsidies willen, zouden ze misschien meer voorstellen moeten indienen. (HOP) |