spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB


“Bij een hartinfarct wordt de kransslagader afgesloten door een bloedpropje of een vernauwing”
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

In Nederland heeft 2,3 procent van de bevolking ooit een hartinfarct gehad. Met onderzoek naar de ontstekingsmechanismen die plaatsvinden na een infarct, hopen onderzoekers meer grip te krijgen op het herstelproces. Studente Sin Yuin Yeo helpt de ontsteking in beeld te brengen.

“Bij een hartinfarct wordt de kransslagader afgesloten door een bloedpropje of een vernauwing”, zegt Sin Yuin Yeo, studente Biomedische Technologie. “De hartcellen die daardoor geen zuurstof meer krijgen, sterven af. Na het infarct vindt er onder andere een ontstekingsfase plaats. Die blijkt van groot belang te zijn voor het herstel van de patiënt, of voor het ontstaan van complicaties.”

Tijdens de ontsteking zorgen witte bloedcellen voor het verwijderen van dode cellen. Bovendien zetten ze processen in gang waarbij littekenweefsel wordt gevormd. “We willen graag uitzoeken hoeveel macrofagen, een type witte bloedcellen, aanwezig zijn op verschillende tijdstippen na het hartinfarct”, zegt Yeo. “Daarom proberen we ze zichtbaar te maken met een MRI-scanner.”

Met een contrastmiddel kunnen afzonderlijke weefsels of cellen, in dit geval de witte bloedcellen, worden uitgelicht. De onderzoekers gebruiken daarvoor een contrastmiddel met fosfatidylserine. Fosfatidylserine zit tevens in de celmembraan van lichaamscellen. Wanneer deze cellen afsterven, zet het fosfatidylserine witte bloedcellen ertoe aan de dode cellen in zich op te nemen. “We verwachten dat witte bloedcellen het contrastmiddel met fosfatidylserine erin ook opnemen”, zegt Yeo. “Dit zorgt er vervolgens voor dat ze oplichten op MRI-beelden.”

De studente onderzocht eerst hoe fosfatidylserine kan worden ingebouwd in liposomen. Liposomen zijn een soort membraanachtige, holle bolletjes. Daarin stopte Yeo niet alleen fosfatidylserine, maar ook gadolinium-ionen. Gadoliniumverbindingen zijn een veel gebruikte contraststof. Yeo bestudeerde de optimale verhouding tussen het fosfatidylserine en andere componenten in de liposomen. Ze deed dit door in vitro gekweekte witte bloedcellen en de contrastmiddelen (de bolletjes met het fosfatidylserine en de contraststof) een tijdje op elkaar te laten inwerken. Vervolgens keek ze met MRI welk contrastmiddel het beste werkte. De studente controleerde bovendien of het contrastmiddel inderdaad uitsluitend door witte bloedcellen wordt opgenomen. “Ik gebruik tevens andere lichaamscellen als controlegroep om uit te sluiten dat het contrastmiddel ook daar in terechtkomt.”

De in vitro-onderzoeksresultaten wijzen uit dat het contrastmiddel goed bruikbaar is voor het afbeelden van witte bloedcellen. “Nu willen we vaststellen of het ook werkt in muizen die een hartinfarct hebben gehad. Die injecteren we op verschillende dagen met het optimale contrastmiddel, waarna we de muizen in een MRI-scanner plaatsen.”

Tekst: Enith Vlooswijk
Fotomontage: Rien Meulman


Heeft u tips voor deze serie; mail ze dan naar cursor@tue.nl .