spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
    Mathieu Weggeman | “Blij als ik een organisatie mooier achterlaat”
    7 oktober 2010 - “Ik ben een harde wetenschapper die het zachte gaandeweg heeft ontdekt.” Prof.dr.ir. Mathieu Weggeman (57), bekend om zijn visie op leiderschap en deeltijdhoogleraar Organisatiekunde aan de TU/e, ontdekt naarmate hij ouder wordt steeds meer de schoonheid van het leven.

    “Ik wilde muzikant worden, dirigent. Ik wilde naar het conservatorium. Maar van mijn ouders moest ik eerst een ‘vertrouwde’ studie doen. “Word eerst maar ingenieur, dan hoeven wij ons geen zorgen meer te maken. Daarna betaal ik het conservatorium wel”, zei mijn vader destijds. Ik vermoed dat hij wel wist dat ik het dan toch niet meer zou doen. Ik heb het hem eigenlijk nooit meer gevraagd.” Weggeman hield een voorliefde voor muziek, tot op de dag van vandaag. Hij speelt graag trompet, heeft in jazzorkesten gespeeld en treedt nu en dan nog op. “Ik heb een kaartenbakje met muzikanten die ik bel om samen op te treden als er een feest is ofzo. Projectbandjes. Ik zou een slecht lid zijn van een ‘vast’ orkest. Daarvoor zit ik teveel in het buitenland.”

    Hij bezoekt veel concerten - heeft een voorkeur voor klassieke muziek, maar ook een optreden van Peter Gabriel maakt hem enthousiast. Hij bewondert de jazz-georiënteerde popgroep Steely Dan. “Als je verstand hebt van muziek en akkoorden, snap je hoe knap het is wat zij doen.” Thuis heeft hij een studiootje, waar hij samples maakt met natuurgeluiden. Puur voor zijn eigen plezier, zoals hij eerder ook hobbymatig een dichtbundel schreef.

    Weggeman studeerde in 1976 af aan de TU/e op Technische Bedrijfskunde. “De titel ingenieur is het meest bepalend geweest voor hoe ik als mens ben geworden.” Maar hoe ouder hij wordt, hoe meer hij de schoonheid ziet van de ‘zachte’ kant van technisch vakmanschap. “De esthetiek van iets wat je hebt gemaakt en dat ‘werkt’ als je het aanzet. Dat gaat rechtstreeks naar je gevoel toe.”

    In 2001 ontving de hoogleraar Organisatiekunde met specialisatie innovatiemanagement een oeuvreprijs voor zijn bijdragen aan de managementvakliteratuur. Zijn werk ‘Leidinggeven aan professionals? Niet doen!’ werd uitgeroepen tot Managementboek van het jaar 2008 en ook zijn andere boeken bleken succesvol. “Ik denk dat ze vooral op het juiste moment kwamen. Mensen willen zich niet langer opsluiten in een gevangenis die ze ‘de organisatie’ noemen, en -zeker de jonge professionals- willen dat hun werk betekenisvol is in termen van people, planet, profit.” Weggeman pleit voor ‘situationeel leiderschap’. “De ene werknemer is de andere niet. Waar de ene persoon gebaat is bij structuur, excelleert de ander als hij wordt vrijgelaten. Heb vertrouwen in je mensen en laat ze tot hun recht komen.” De hoogleraar is trots op zijn boeken en de prijzen hebben een mooi plekje op zijn werkkamer op de TU/e, maar erover opscheppen, is niets voor hem. “Don’t get high on your own supply”, citeert hij uit de film Scarface.

    Weggeman stond begin september in het Parktheater om een relaas te houden over macht, voorafgaand aan een toneelvoorstelling. Hij werd daar geïntroduceerd als ‘dwarsdenker’, een predicaat dat hij naar eigen zeggen opgelegd heeft gekregen omdat hij de zaken vaak op een andere manier bekijkt. “Het omgekeerde kan ook waar zijn.” In zijn werk hanteert Weggeman een creatieve aanpak. Zo adviseerde hij onlangs een directeur-generaal bij een ministerie die klaagde over saaie vergaderingen om interessante opmerkingen al zingend te herhalen. “Mensen waren trots als hun opmerking was gezongen. Het maakte de vergaderingen stukken leuker.” Over zijn werk als organisatieadviseur: “Het maakt me blij als ik een organisatie mooier achterlaat. Eigenlijk ben ik een soort van dokter, die aan huis komt. Het fascineert me hoe mensen aan de ene kant enthousiast kunnen samenwerken aan een mooi, nieuw product en anderzijds elkaar in diezelfde organisatie ziek kunnen maken- met stress, maagzweren en hartritmestoornissen tot gevolg.”

    Uiteraard heeft de hoogleraar ook wel eens zijn gedachten laten gaan over de universiteit als organisatie. “Aan de TU/e is veel aandacht voor de student, het ‘esprit de corps’ is alleen minder. Velen zien de universiteit als een station, als een biotoop waar je graag even bent. ‘De TU/e is er voor mij, ik ben er toch niet voor de TU/e’, zeggen ze dan. De trots ontbreekt vaak, terwijl er heel wat is om trots op te zijn.”

    Een veelzijdig man, maar als hij moet kiezen, is hij in de eerste plaats hoogleraar. “Het mooiste is om promovendi te begeleiden, om samen de diepte in te gaan en dan iets te ontdekken.”

    Foto | Bart van Overbeeke
    Interview |Judith van Gaa