spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
    Gerrit Peters | “Benoeming tot hoogleraar is de kroon op mijn carrière”
    14 april 2011 - Prof.dr.ir. Gerrit Peters (58) is per 1 maart benoemd tot persoonlijk hoogleraar aan de faculteit Werktuigbouwkunde. Hij is sinds 1987 werkzaam aan de TU/e en houdt zich bezig met de stromingseigenschappen van materialen. Peters begon zijn technische opleiding op de lagere technische school (lts) en heeft daarmee toch een ander voortraject gehad dan veel van zijn collega’s. “Ik heb ook even aan mijn nieuwe titel moeten wennen.”

    Zijn kamer op de vierde etage van W-hoog noemt hij, met een knipoog, zijn ‘penthouse’. Waarom wordt duidelijk wanneer de lamellen opzij gaan. Vanuit zijn hoekkamer heeft de hoogleraar een mooi uitzicht over het gebouw N-laag van de faculteit Technische Natuurkunde en het groen daarachter. “Het uitzicht is de charme van deze kamer, daarom ben ik hier gaan zitten.”

    Peters ging na de lagere school naar de Hogereburgerschool -vergelijkbaar met wat nu het atheneum is- alleen dat was niets voor hem: “Ik kon voor vakken als Frans zelfs met afkijken geen voldoende halen. Als je ergens zonder plezier zit, dan lukt het niet”, zegt hij met een glimlach. Hij moest van school en deed een stapje terug: metaalbewerking op de lts. “Het plan was om hierna naar de Philips vakschool te gaan, daar zat ook een oudere broer van mij.”

    Het liep echter anders: een docent adviseerde hem over te stappen naar de opleiding ‘fijn metaal’. Peters: “Als mijn leraar zoiets zei dan deed ik dat, zo was ik. Achteraf gezien is dat eigenlijk de enige leraar die me ooit gestimuleerd heeft om verder te leren.” Het was hier dat hij zijn interesse voor de theoretische kant van het vak ontwikkelde en voor wiskunde in het bijzonder. “Ik had het idee dat ik op mijn plek zat, het leren ging vanzelf.” Na de lts volgde hij de studie Werktuigbouwkunde in Den Bosch, eerst op de middelbare- en daarna op de hogere technische school (hts). Maar zijn honger om verder te leren was nog steeds niet gestild. “Ik kwam weleens in Eindhoven, dan ging ik hier naar de bioscoop. ’s Avonds kwam ik dan langs de campus van de TU/e, zag de gebouwen van de universiteit staan en dacht: daar moet ik heen.”

    Peters is een verzamelaar, op zijn kamer liggen allerlei materialen waarmee hij zich voor onderzoek bezighoudt, zoals een bal polysiloxaan - beter bekend als ‘Silly Putty’. Peters pakt het op en stuitert er wat mee: “Als je dit lang laat liggen, stroomt het van tafel af, het is vloeibaar. Maar als ik ‘m kneed, of ermee stuiter dan gedraagt het zich als een vaste stof. Ik zag laatst een filmpje op internet waarin ze een grote bal van dit spul van het dak gooiden, die viel in duizend stukjes. Bij die snelheid gedraagt het zich als glas.” Nog steeds spreekt de hoogleraar met veel plezier en verwondering over zijn vakgebied. Het was voor Peters niet meer dan logisch dat hij na vier jaar hts naar de TU/e zou komen. Zelf lijkt hij niet zo onder de indruk van zijn prestaties: “Mensen zeggen: ‘wat knap dat je heel dat traject hebt afgelegd’. Dat is dus niet zo, ik had er gewoon veel lol in.” Ook zijn universitaire studie ging hem goed af, de hoogleraar had weinig moeite met de academische manier van werken: “Ik vind alles leuk: de theorie, de praktijk, maar de wisselwerking tussen die twee is misschien wel het meest interessant.”

    Nadat ook deze studie was afgerond, stond Peters voor een nieuw dilemma: Gaan werken of promoveren? “Ik was dertig en eigenlijk te oud om nog te promoveren. Ook mijn begeleider, prof.dr.ir. Jan Janssen, raadde me het af, maar de uiteindelijke beslissing lag natuurlijk bij mij. Ik heb toch met mijn hart gekozen en niet met mijn hoofd.” Peters ging promoveren en werkte mee aan een samenwerkingsproject van de TU/e en de Universiteit Maastricht - “mijn titel is officieel ‘doctor in de medicijnen’, maar die titel zegt niets, ik ben ingenieur.”

    En nu, op 58-jarige leeftijd, werd zijn vastberadenheid begin maart beloond met de benoeming tot persoonlijk hoogleraar. Deze functie verschilt van een ‘gewoon’ hoogleraar doordat de titel vast zit aan de persoon. Als die stopt, wordt hij niet vervangen. Peters was verrast toen hij het nieuws te horen kreeg: “Ik ben eind vijftig en had niet meer verwacht dat ze me deze titel zouden toekennen.” Waar Peters ietwat nuchter spreekt over zijn prestaties, is deze benoeming ook voor hem bijzonder: “Dit is de kroon op mijn carrière, hier ben ik trots op.”

    Foto | Bart van Overbeeke
    Interview | Gino van den Nieuwenhof