Terughoudend
De meeste universiteiten gaan komend jaar terughoudend om met deze vrijheid. Zij verhogen het collegegeld met 150 gulden, evenveel als de stijging van het collegegeld voor andere studenten. Zevendejaars en ouder komen daardoor op een bedrag van 3300 gulden. Alleen de TUE en de Rijksuniversiteit Limburg gaan het bedrag rekenen dat ook de overige studenten komend jaar moeten betalen, zijnde 2400 gulden. Argument voor het CvB van de TUE, dat overigens vandaag over deze zaak formeel besloten heeft, is dat auditoren niet anders behandeld worden dan andere studenten.
De universiteit van Leiden gaat meer vragen: half maart deelde deze universiteit tijdens een vergadering van de VSNU mee 3400 gulden in rekening te willen brengen; de TU Delft liet in diezelfde vergadering weten een bedrag tussen 3300 en 4000 gulden te willen vragen. Verhoging van de collegegelden maakt overigens deel uit van een omvangrijk bezuinigingsplan van de Leidse universiteit.
Wettelijk minimum
Het collegegeld voor deeltijders wordt door de meeste universiteiten bepaald op 1850 gulden. Dat is 150 gulden meer dan het vorig jaar was, maar 600 gulden meer dan het wettelijk bepaalde minimum. Dat wettelijke minimum is namelijk verlaagd naar 1250 gulden. Overigens is ook op dit punt de TUE een uitzondering; die gaat deeltijders 1250 gulden vragen. Een aantal universiteiten overweegt ook maatregelen die moeten voorkomen dat studenten die zes jaar voltijds hebben gestudeerd zich vervolgens deeltijds laten inschrijven en voor een collegegeld van - aan de meeste universiteiten - 1850 gulden kunnen studeren. In ieder geval aan de universiteiten van Leiden, Rotterdam (Erasmus), Amsterdam (UvA) en Brabant denkt men hierover na. Aan de meeste universiteiten moet het definitieve besluit over de collegegelden overigens nog genomen worden.
Voor meer informatie over de prestatiebeurs klik hier.