spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

De week van/Jorine
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
“Als iets me niet bevalt, zeg ik dat gewoon”
27 september 2007 - Achteraf zeuren dat alles anders had gemoeten, is wel erg gemakkelijk. Mario de Roij van Zuijdewijn steekt liever zijn nek uit. Als voorzitter van de Dienstraad probeert hij invloed uit te oefenen op het reilen en zeilen binnen de diensten van de TU/e. In oktober zijn er verkiezingen voor de raad.

“Wij leven van rampen”, vertelt Mario de Roij van Zuijdewijn, brandweercommandant van de TU/e, over zijn beroepsgroep. “Net na de ramp in Volendam had de politiek veel aandacht voor brandveiligheid. Nu is dat weer minder. We hebben wel weer recht op een ramp.” Hij is graag rechtdoorzee. “Voor politieke spelletjes hebben we bij de brandweer geen tijd. Want als we tijd verliezen, is dat huis allang afgebrand, zijn de slachtoffers al gevallen. Als iets me niet bevalt, zeg ik dat gewoon en ik hoop dat anderen dat bij mij ook doen.”
De Roij van Zuijdewijns kritische instelling komt hem als voorzitter van de Dienstraad goed van pas. Hoewel het orgaan alleen instemmingsrecht heeft wanneer een diensthoofd beslissingsbevoegd is, kan het gevraagd en ongevraagd advies geven aan de universiteitssecretaris over alles wat de diensten aangaat. “Wij doen heel veel werk op de achtergrond”, zegt De Roij van Zuijdewijn. “Het bestuur kan besluiten tot een reorganisatie, maar over de invulling daarvan hebben wij inspraak. We overleggen ook regelmatig met de diensthoofden. Sommige diensthoofden staan daar open voor, andere zien ons liever vertrekken.”
Hij werkt al 27 jaar voor de universiteit en stelde zich zes jaar geleden kandidaat voor de Dienstraad. “Ik heb veel breder leren kijken. Veel mensen hebben wel een mening over wat anders moet. Ik denk dat het zinvoller is te proberen er écht iets aan te doen, dan commentaar te geven vanaf de zijlijn.”
Iemand die het College van Bestuur en de diensthoofden af en toe eens kritisch aan de tand voelt, dat lijkt inderdaad zinvol. Toch heeft De Roij van Zuijdewijn inmiddels geleerd dat zijn ferme brandweertaal niet altijd in goede aarde valt. “Ik zoek graag naar een snelle oplossing via een rechte weg. Maar niet iedereen is gediend van die rechtlijnigheid. Soms is het handiger om zijweggetjes te bewandelen.” Daar klinkt de stem van een politicus. Maar kom daar bij De Roij van Zuijdewijn niet mee aanzetten. “Oh nee, ik zou de hele dag gestrest rondlopen als ik aan politiek moest doen. Wij proberen op de achtergrond iets te bereiken, eerlijk zaken te doen en mensen open tegemoet te treden. Politici zijn dikwijls uit op macht.”
Het bewandelen van zijweggetjes om iemand voor je zaak te winnen, lijkt anders verdacht veel op politiek bedrijven. “Ik ben alleen voorzichtiger geworden in de manier waarop ik dingen breng. Of misschien niet voorzichtiger, eh… handiger.”
Of het nu politieke strategie is of handigheid, de opstelling van de Dienstraad is de afgelopen jaren wel veranderd, meent de voorzitter. “We hebben lang het imago gehad dat we altijd alleen maar schoppen. Van dat beeld willen we af. We werken meer samen met de diensthoofden. Vroeger gingen we naar een diensthoofd als er problemen waren, nu praten we eens in de zoveel tijd over hoe het gaat en hoe wij de organisatie kunnen helpen.”
Eens in het jaar laten de dertien leden van de Dienstraad zich bijscholen. Op het gebied van effectief vergaderen, overtuigend redeneren, discussiëren, kortom: cursussen die van pas komen in de omgang met ‘handige mensen’. “De mensen met wie wij aan tafel zitten zijn professionals. Wij blijven goedwillende amateurs. Daardoor kan iemand zich soms laten overbluffen. Ik heb inmiddels geleerd rustig te blijven en toch mijn kritische vragen niet te vergeten.” Dat is ook wel nodig, want ondanks zijn welwillende en coöperatieve houding ziet De Roij van Zuijdewijn voldoende aanleidingen voor opbouwende kritiek aan het adres van de bestuurders. Met name als het gaat om de manier waarop reorganisaties plaatsvinden. Een voorbeeld? De Roij van Zuijdewijn glimlacht, zich bewust van de noodzaak zich ‘handig’ uit te laten. “Nu moet ik goed opletten dat ik niets zeg waardoor iemand zich benadeeld voelt.” Hij denkt zuchtend na, wrijft eens over zijn kin en zegt na lang nadenken: “Goed, maar alleen off the record dan.”/.

Interview/Mario de Roij van Zuijdewijn door Enith Vlooswijk
Foto/Bart van Overbeeke