Economische groei en een goed draaiend bedrijfsleven maken het de Nederlandse universiteiten niet gemakkelijk om voldoende goed gekwalificeerd wetenschappelijk personeel te vinden. Dat geldt ook voor de TU/e. En als vacatures niet ingevuld worden, heeft dat een stevige verlaging van de personeelslasten tot gevolg. Dat leidt uiteindelijk weer tot een overschot op een begroting die in eerste aanzet sluitend was.
Decanen en directeuren bedrijfsvoering zijn niet gelukkig met het overhouden van geld dat ze liever hadden gespendeerd aan goed wetenschappelijk personeel. Het probleem speelt vooral bij het invullen van de vacatures voor universitaire docenten, promovendi en ontwerpers in opleiding, zo is terug te vinden in de rapportage. In totaal zijn in 2007 voor de wetenschappelijke staf 1.713 fte begroot, waarvan er in september 1.595 gerealiseerd waren. Bij de faculteiten Wiskunde & Informatica, Technische Natuurkunde, Elektrotechniek, Werktuigbouwkunde en Biomedische Technologie zijn de problemen het grootst.
Maar ook Jos Hermus, directeur bedrijfsvoering bij de faculteit Technologie Management, kampt met het probleem. “Ik geef het geld natuurlijk liever uit aan goed gekwalificeerde wetenschappers en promovendi, dan dat ik het op het eind van het jaar overhoud”, zegt Hermus. “Als het niet kunnen invullen van vacatures een structureel probleem wordt, heeft het uiteindelijk ook consequenties voor de kwaliteit van je output. In het verleden hebben de universiteiten nog wel een inhaalslag kunnen maken met mensen uit Oost-Europa en China, maar daar zijn we nu wat van teruggekomen. Met Chinezen is de taal vaak een probleem en bij mensen uit Oost-Europa loop je tegen integratieproblemen aan. Ze kunnen zich maar moeilijk aanpassen aan onze cultuur.”
Hermus denkt dat het een uitdaging voor de Dienst Personeel en Organisatie is om toch goed gekwalificeerde mensen naar Eindhoven te halen. “Ik merk dat het moeilijk is om mensen ertoe te bewegen hierheen te komen, wat te maken kan hebben met het salaris, maar als ze hier eenmaal zitten, willen ze niet meer weg.”/.
|